Persbericht van Likoed Nederland, 31 januari 2023.
Likoed Nederland heeft een klacht ingediend tegen de uitzending van Op1 waarin Israël werd beschuldigd van ‘Apartheid’.
De klacht richt zich ook op de andere beschuldiging in de uitzending, over de Palestijnse doden vorig jaar. Daarover werd niet vermeld dat ca. 90% daarvan lid was van een terreurorganisatie en/of zelf het geweld initieerde. Dat verklaart ook – eveneens niet genoemd – de noodzakelijke oorzaak, te weten contra-terrorisme. Dit na een golf van Palestijnse terreuraanslagen, vooral tegen Israëlische burgers.
Daarvan werden er vorig jaar ook veel meer gedood. Dat was wel opzettelijk. Dat waren wel in overgrote meerderheid onschuldige burgerslachtoffers.
Deze en nog meer essentiële context werd niet genoemd.
Integendeel, Natasja Gibbs bracht dit als een beschuldiging aan het adres van Israël, met alleen aandacht voor de doden aan Palestijnse kant en de schuld bij slechts een van de partijen leggend. Dat is in strijd met de journalistieke code.
Natuurlijk richt de klacht zich op de stuitende beschuldiging van Israël van ‘Apartheid’. Deze is weerlegd door onder andere de Amerikaanse, Engelse, Duitse en Nederlandse regeringen.
Volgens de gangbare internationale definitie is deze beschuldiging bovendien antisemitisch.
De Europese Commissie bevestigde dat deze maand.
Vandaar dat Likoed Nederland ook een klacht heeft ingediend over de uitzending bij de NPO Ombudsman.
Net als eerder tegen het programma Buitenhof, toen dat de ‘Apartheid’ beschuldiging onweersproken liet.
De volledige tekst van onze klacht staat hieronder.
Betreft: Klacht inzake uitzending OP1 van 6 januari 2023
Aan de Redactie van Op, cc de Ombudsman van de NPO.
Hierbij dient Likoed Nederland een klacht in tegen uw programma ‘Op1’ en de presentatrice Natasja Gibbs.
Tijdens de ‘Op1’-uitzending van vrijdag 6 januari 2023 heeft mevrouw Gibbs als feit gebracht dat Israël een ‘Apartheidsregime’ voert.
Onze klacht richt zich op de volgende vier punten:
1. De regering van Israël werd aangeduid als “regime”.
De aanduiding “regime” wordt gewoonlijk gebruikt voor: “het bestuur van een ondemocratische regering”.
Dat heeft Israël niet.
2. Israël werd beschuldigd van Apartheid.
De beschuldiging is onjuist.
Want het omgekeerde is het geval: Israël is als democratische rechtsstaat uniek in die regio. Er is geen land in de wijde omgeving waar minderheden zoveel rechten hebben – zowel wettelijk als in de praktijk. Dit geldt voor alle religieuze en etnische minderheden, maar ook voor vrouwen en voor LHBTIQ+-ers.
De apartheid-beschuldiging is dan ook van de hand gewezen door onder andere de Amerikaanse, Engelse, Duitse en Nederlandse regeringen.
Zo noemt minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra de bewering “contraproductief” en schreef hierover aan de Tweede Kamer:
“Het kabinet gaat niet mee met de conclusie van Amnesty International dat er sprake is van apartheid in Israël of de door Israël bezette gebieden.”
Zoals de Ombudsman in zijn eerdere uitspraak over de Apartheidsbeschuldiging schreef (bij een klacht van Likoed Nederland tegen Buitenhof):
“Daarnaast stelt de code dat terughoudend omgegaan dient te worden met beschuldigingen. Dat geldt in de praktijk ook bij uitspraken van gasten.”
Uiteraard geldt dit dan zeker voor presentatoren.
Zelfs bij het poneren van de beschuldiging door een gast, oordeelde de Ombudsman dat minimaal vermeld had moeten worden dat de uitspraak omstreden is:
“Hier had een concrete verwijzing gepast dat gebruik van deze term internationaal omstreden is en ook door de Nederlandse overheid niet ondersteund wordt.”
Dat is niet gebeurd.
3. Antisemitisch.
Zoals gesteld kent Israël geen wettelijke discriminatie van vrouwen, LHBTIQ+-ers, religieuze of etnische minderheden. Veel landen in de regio kennen die wel. Daaronder is Iran, mogelijk de zwaarste onderdrukker van minderheden ter wereld. Desondanks werd de beschuldiging in de uitzending alleen voor Israël gebruikt. Echter niet voor Iran, het eigenlijke gespreksonderwerp van het item.
Het langs een andere meetlat meten van de Joodse staat als andere landen is antisemitisch, volgens de internationale definitie.
Omdat de valse beschuldiging dat de Joodse staat institutioneel racistisch zou zijn volkomen onjuist is en toch zo vaak wordt geuit, is die expliciet opgenomen in de definitie van antisemitisme:
“Het Joodse volk hun recht op zelfbeschikking ontzeggen, bijvoorbeeld door te beweren dat het bestaan van de staat Israël een racistische onderneming is.”
(Origineel: “Denying the Jewish people their right to self-determination, e.g., by claiming that the existence of a State of Israel is a racist endeavor.”)
Uit: de bovengenoemde IHRA-definitie van antisemitisme, die door veel landen en ook door de Nederlandse regering en Tweede Kamer wordt onderschreven.
Het Handboek van de EU om antisemitisme in de praktijk te herkennen, werkt dit wat verder uit:
“Bovendien is het beweren dat het land een racistische onderneming is – door ambivalente aspecten van een moderne staat op een demoniserende manier af te schilderen, uitsluitend voor de staat Israël – een poging om de internationale legitimiteit van het land te ondermijnen.”
(Origineel: “Moreover, asserting that a country is a racist endeavour, by portraying ambivalent aspects of modern statehood in a demonizing manner exclusive to the State of Israel, is an attempt to undermine the international legitimacy of a country.”)
De beschuldiging van Apartheid (volledige rassenscheiding) is daarbij nog erger dan institutioneel racisme.
Het is ook flagranter onjuist: nergens in Israël staan bordjes “verboden voor Arabieren”. Overal, zoals op stranden, in het openbaar vervoer, op de werkvloer, in winkels, in regering en parlement, in rechtbanken, in het leger en ziekenhuizen mengen alle bevolkingsgroepen.
In bovengenoemd EU Handboek om antisemitisme te herkennen wordt de Apartheidsbeschuldiging dan ook twee keer expliciet genoemd bij de voorbeelden.
De Europese Commissie bevestigde deze maand dat de beschuldiging antisemitisch is.
Door een zware, onjuiste beschuldiging te brengen die racistisch is, ondermijnt nota bene de publieke omroep het zo noodzakelijke werk van de Coördinator antisemitisme-bestrijding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het belangrijke werk van de Coördinator tegen Discriminatie en Racisme van het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4. Door Israël gedode Palestijnen.
Daarbij komt nog een andere beschuldiging van mevrouw Gibbs in dezelfde uitzending, namelijk dat Israël vorig jaar veel Palestijnen heeft gedood. Ook dat had totaal geen relatie met het onderwerp, de protesten in Iran. Over die doden werd niet vermeld dat ca. 90% daarvan lid was van een terreurorganisatie (meestal moslimfundamentalisten, zoals van Hamas of Islamitische Jihad) en/of zelf het geweld initieerde. Slechts ca. 10% betrof onschuldige omstanders. Zie de analyse in bijgaande grafiek van Honest Reporting.
Dat verklaart ook – eveneens niet genoemd – de noodzakelijke oorzaak, te weten contra-terrorisme. Dit na een golf van Palestijnse terreuraanslagen, vooral tegen Israëlische burgers.
Daardoor werden in 2022 ook 31 personen gedood aan Israëlische kant bij Palestijnse terreuraanslagen. Ook dat was een hoog cijfer voor de laatste jaren. Dat was wel opzettelijk. Dat waren wel in overgrote meerderheid onschuldige burgerslachtoffers.
Dan is er nog het morele verschil. Israël wil onschuldige slachtoffers zo veel mogelijk voorkomen, betreurt die en doet altijd onderzoek hoe dat heeft kunnen gebeuren.
Het Palestijnse bestuur is daarentegen trots op hun moorden, viert die als overwinningen en moedigt die zo aan (zie bijvoorbeeld hier).
Al deze belangrijke context werd niet genoemd.
Integendeel, Natasja Gibbs bracht dit ook als een beschuldiging aan het adres van Israël, met alleen aandacht voor de doden aan Palestijnse kant en de schuld bij slechts een van de partijen leggend.
Hierdoor gaf de presentator een subjectieve – niet journalistieke – voorstelling van de feiten. Dit was zeker niet de onpartijdigheid en onbevooroordeeldheid die de journalistieke code verlangt.
Op bovenstaande vier punten schoot de uitzending journalistiek dus tekort.
Op grond daarvan vragen wij u terug te komen op de uitzending om dit recht te zetten.
Wij vragen tevens de NPO Ombudsman om te beoordelen of het programma en deze presentatrice met deze onjuiste, eenzijdige en racistische beschuldigingen de journalistieke code hebben geschonden.