Persbericht van Likoed Nederland, 5 januari 2021.
In antwoorden op Kamervragen over ‘ontwikkelingshulp’ aan het Palestijnse UAWC blijkt essentiële informatie opzettelijk te worden verzwegen.
Dat heeft minister voor Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag (D66) gemeld aan de Tweede Kamer.
UAWC is een organisatie die Palestijnse boeren ondersteunt. Echter uit de rapportage blijkt dat er met Nederlands geld illegale nederzettingenbouw plaats vindt. De locaties daarvan zijn weggelakt. Ook de namen van werknemers van UAWC die een salaris van Nederland ontvangen zijn weggehaald.
Sinds de toeslagenaffaire is duidelijk dat er iets ernstig mis is als ‘gevoelige’ informatie wordt weggelakt bij de informatievoorziening van de Tweede Kamer.
Het weglakken van persoonsnamen deed het ministerie zogenaamd vanwege ‘privacy’.
Het lijkt waarschijnlijker dat dit gebeurt omdat deze werknemers mogelijk terroristen zijn die verbonden zijn aan de extreem-linkse Palestijnse terreurorganisatie PFLP.
Dit was eerder al het geval. Vorig jaar pleegde een PFLP terreurcel van UAWC-werknemers een bomaanslag. Daarbij werd 17-jarige Israëlische meisje Rina Shnerb vermoord.
Het schandaal was compleet toen bleek dat de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah de terroristen van de UAWC/PFLP van Nederlandse pasjes had voorzien. Dit terwijl de PFLP trots memoreert hoe het UAWC heeft opgericht.
Toch heeft het ministerie deze relatie altijd ontkend, terwijl het de laatste jaren herhaaldelijk van vele kanten op die nauwe banden werd gewezen (zie een vorig persbericht).
Nederland handelde met de subsidie aan UAWC dus in strijd met het internationaal recht. Dat verbiedt – vanzelfsprekend – het financieel ondersteunen van terroristische organisaties.
Ook de locaties van door Nederland gefinancierde illegale bouw zijn weggelakt. Dit betreft bouw zonder vergunning in het zogenaamde gebied C van de Westbank. Dit is het gebied dat volgens de Oslo-akkoorden buiten het autonome Palestijns gebied valt. Israël heeft daar de volledige zeggenschap.
Die zeggenschap heeft Israël in de Oslo-vredesakkoorden gekregen omdat er slechts 2% van de Palestijnen woont. Want het gaat om onvruchtbaar, door weinig Arabieren bewoond gebied. Het beslaat vooral Joodse dorpjes (‘nederzettingen’), natuurreservaten en militair gebied. Dat laatste bijvoorbeeld de militair-strategische belangrijke rotsige bergrug langs de rivier de Jordaan.
Dat het ministerie juist in dat gebied illegale Palestijnse nederzettingenbouw financiert, is om meerdere redenen niet te begrijpen:
- Het probeert de ‘feiten op de grond’ in gevoelig gebied te veranderen. Dit is iets wat Nederland Israël geregeld verwijt, maar waar het zich juist zelf schuldig aan blijkt te maken.
Sowieso is het onwezenlijk dat Nederland illegale Joodse woningbouw veroordeelt, maar illegale Arabische woningbouw financiert! - Het is een schending van het internationaal recht. Dat schrijft voor dat de lokale wetgeving van andere landen gerespecteerd dient te worden. Volgens internationale fatsoensregels doe je dat sowieso bij een bevriende natie.
Het is tevens een schending van de Oslo-vredesakkoorden, die de Europese Unie heeft erkend en zelfs gegarandeerd. Ook zo schendt Nederland dus het internationaal recht. - Het is het verbranden van Nederlands belastinggeld. Want Israël sloopt illegale bouw; zowel van Joden als Arabieren.
- Het is geen ‘humanitaire hulp’, wat het ministerie beweert. Dat zou het zijn als steun werd gegeven aan projecten in de gebieden onder Palestijns bestuur. Daar woont 98% van de Palestijnen en die bouwwerken worden niet gesloopt.
- Het brengt vrede niet dichterbij, maar vergroot juist de spanningen in gevoelig gebied.
Het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking blijkt onder het mom van ‘humanitaire hulp’ een politieke, anti-Israëlische agenda uit te voeren.
Het ministerie heeft daarvoor geen politiek mandaat, het handelt in strijd met het internationaal recht en het vergooit Nederlands belastinggeld.
Het is te hopen dat de Tweede Kamer een eind maakt aan deze onfrisse praktijken van het ministerie.