Het haten van Joden is tegenwoordig een belangrijk gespreksonderwerp.
Ik probeer te stoppen met het gebruik van het woord ‘antisemitisme’, een woord dat in de negentiende eeuw is uitgevonden om het wat wetenschappelijk te laten klinken en aanvaard te krijgen. Bijkomend voordeel is dat het ’s werelds meest stompzinnige argument voorkomt: “dat Arabieren geen antisemiet kunnen zijn omdat ze zelf Semieten zijn.”
Jonathan Haidt, in zijn zeer verhelderende boek ‘The Righteous Mind’, vertelt ons dat de geest als een rationele rijder op een emotionele olifant is. Uiteindelijk zal de olifant gaan waar hij wil. Haidt betoogt dat onze emoties in de meeste gevallen bepalend zijn voor de standpunten die we zullen innemen over morele, politieke of religieuze kwesties, en dat we ze achteraf proberen te rechtvaardigen door logisch redeneren.
Dit wordt bevestigd door een beschouwing van Jodenhaat, die het denken heeft opgerekt met een lange rij van pseudo-rationele argumenten. Het liep van ons falen om het ware geloof (allesbehalve het Jodendom) te herkennen, tot ‘raciale’ eigenschappen en talloze complottheorieën – allemaal irrationeel.
Jodenhaat is te vinden in alle delen van het politieke spectrum, zowel rechts als links.
Maar het komt vooral aan de uitersten veel voor, waar complottheorieën wijdverbreid zijn. Joden worden gezien als zwak, laf en corrupt, terwijl ze tegelijkertijd enorm machtig zijn. Ze worden tegelijkertijd veracht en gevreesd.
Wat interessant is, is de manier waarop Jodenhaat een eigen leven lijkt te hebben, hoe het muteert als samenlevingen en culturen veranderen.
Tijdens de Middeleeuwen in Europa overheerste het religieuze aspect, met bloedsprookjes en complottheorieën over de Joodse verantwoordelijkheid voor plagen, zoals de pest. Later, toen de economische cycli net zo mysterieus bleken te zijn als de oorzaak van de pest, werden de Joden beschuldigd van samenzweringen om die te manipuleren.
Darwins ontdekkingen werden gebruikt om pseudowetenschappelijke raciale Jodenhaat te onderbouwen. Daardoor kon deze zelfs in ‘verlichte’ culturen bloeien, ondanks dat religie er geen belangrijke factor was.
Vervolgens werden Joden beschuldigd achter elke grote ramp te zitten, van de wereldoorlogen tot 9/11.
De Holocaust veranderde de Jodenhaat weer. De verschrikkingen die werden veroorzaakt door het gebruik door de nazi’s van industriële technieken maakten indruk. Er waren beelden van vermoorde baby’s, levende skeletten en stapels haar van mensen die in rook waren opgegaan.
In het Westen werd Jodenhaat taboe, net als discriminatie, omdat – nou ja, omdat iedereen weet waar dat toe leidt. Dit betekent niet dat er niemand meer was die nog de oude gevoelens koesterde, dat Joden economische parasieten, seksuele roofdieren, samenzweerders en Christus-moordenaars waren. Maar het werd onaanvaardbaar om deze gedachten nog publiekelijk uit te drukken.
Zoals altijd begon het organisme te muteren. Als het niet langer mogelijk was om haat tegen individuen uit te drukken, was het haten van een land nog steeds toegestaan.
Dus is het niet verwonderlijk dat een bepaald land het doelwit is geworden van een haat die weer net zo populair, wreed en irrationeel is als de Jodenhaat uit de periode vóór de Holocaust.
De pathologische antizionist zal, net als de Jodenhater, verzinsels in de historie en de actualiteit opvoeren om te ‘bevestigen’ dat de joodse staat onwettig en slecht is.
Net als Jodenhaters ervan overtuigd konden zijn dat Joden rituele moorden pleegden, hebben de Israël-haters er geen moeite te geloven dat Israëlische soldaten doelbewust schieten op Arabische kinderen. Dit ondanks een totaal gebrek aan bewijs.
De meest belachelijke motieven en onmogelijke wandaden worden routinematig toegeschreven aan de regering en het leger van Israël. Deze worden automatisch geloofd door de menigte obsessieve antizionisten.
Dubbele normen voor internationaal recht, behandeling van minderheden en de proportionaliteit van zelfverdediging worden schaamteloos toegepast door pathologische antizionisten.
Misdaden zoals genocide, apartheid en etnische zuivering worden ten onrechte toegeschreven aan Israël.
Terwijl dat nou precies is wat de Joodse bevolking van Israël zou ondervinden van de Arabieren, als de antizionisten hun zin zouden krijgen.
De idealen van mensenrechten en het recht op zelfbeschikking worden geëist voor de Palestijnse Arabieren, maar niet verlangd voor de Israëlische Joden. Terreur tegen Israëlische burgers wordt goedgepraat als ‘verzet tegen bezetting’, terwijl Israël wordt gehouden aan de hoogst mogelijke normen bij de zelfverdediging van die burgers.
Analytisch gezien zijn Jodenhaat en antizionisme verschillend, hoewel het heel vaak om dezelfde mensen gaat die het doen. Maar pathologisch antizionisme is een vorm van irrationele onverdraagzaamheid die niet minder kwaadaardig en verwerpelijk is dan Jodenhaat – of racisme, homofobie, vrouwenhaat of soortelijke morele afwijkingen.
Maar het is slechts “kritiek op Israël”, zegt bijvoorbeeld de Engelse Labour-leider Jeremy Corbyn.
Onjuist. Het verschil is eenvoudig.
Het gaat onder meer om het direct geloven van valse beschuldigingen, om het hanteren van een dubbele moraal, om de ontmenselijking van Israëli’s en om het goedpraten van terreur.
Dat is geen normale kritiek.
Net als de ouderwetse Jodenhaat lijkt dit op een demonische obsessie.