Ingekorte vertaling van informatie van UN-Watch, 23 augustus 2019.
Begin augustus beoordeelde het Antiracisme Comité van de VN voor de eerste keer ‘de Staat Palestina’.
Het Comité zal naar verwachting daarover eind deze maand rapport uitbrengen.
De Ngo (non-gouvermentele organisatie) UN-Watch heeft daarvoor een rapport ingediend dat het brute en systematische antisemitisme documenteert van de Palestijnse Autoriteit en Hamas:
“Het laat zien hoe de eigen rapportage van de Palestijnse Autoriteit een schijnvertoning is: het maakt helemaal geen melding van racistische en discriminerende Palestijnse praktijken, en probeert ten onrechte de focus van de beoordeling op Israël te verleggen.”
Opvallend is slechts een Ngo een rapport bij het Comité indiende, van de veertig Ngo’s die dat deden toen Israël behandeld werd. Alle bekende grote organisaties – zoals als Human Rights Watch en Amnesty International – hebben dit keer niet gereageerd. Terwijl die zich dus anders wel druk maken over mensenrechten – als het geen Joden zijn waarvan de mensenrechten geschonden worden.
UN-Watch maakte het Comité wel attent op de volgende structurele en vaak wettelijk bepaalde discriminatie van de Palestijnse autoriteiten:
1. De racistische Palestijnse wet die de verkoop van land aan Israëlische joden verbiedt.
Er zijn al tientallen Palestijnen hiervoor veroordeeld. Palestijnse rechtbanken hebben zelfs bepaald dat de doodstraf hiervoor kan worden toegepast.
2. De Palestijnse wetgeving die het vermoorden van Israëlische joden aanmoedigt.
De Palestijnse Autoriteit betaalt financiële beloningen aan terroristen (en hun families) die Israëlische joden doden. Jaarlijks besteedt de Palestijnse Autoriteit ongeveer 7% van haar begroting daaraan. Ook met de huidige bezuinigingen heeft dit de hoogste prioriteit. De Palestijnse president Mahmoud Abbas verklaarde recent:
“Zelfs als we nog maar een cent over hebben, geven we het aan de martelaren, de gevangenen en hun families.”
3. De geregelde aansporing tot antisemitische rassenhaat door Palestijnse leiders.
Hieronder is zeker ook de Palestijnse president Mahmoud Abbas. Onder andere prees hij “martelaren” (terroristen) als “de prioriteit van de Palestijnse samenleving”, verklaarde hij dat Joden “geen recht hebben om de Al-Aqsa moskee met hun vuile voeten te verontreinigen” en beweerde hij dat Europese Joden werden gehaat omdat zij mensen zouden uitzuigen.
4. De routinematige demonisering van Israël en Joden.
Palestijnse media prediken haat en geweld tegen Israëliërs en joden. Daarbij worden ook klassieke antisemitische thema’s gebruikt, zoals Joden die moslimbloed zouden drinken, geldbelust zijn en grote neuzen hebben. Televisieprogramma’s – vaak zelfs kinderprogramma’s – verheerlijken terrorisme en moedigen martelaarschap aan .
5. Palestijnse lesboeken onderwijzen haat en moedigen terreur aan bij kinderen.
Het Palestijnse onderwijs ontkent Joodse rechten in Israël, verheerlijkt terroristen, zet aan tot jihad en predikt haat tegen Joden en Israëli’s. Scholen, jeugdsport-toernooien enz. worden vaak vernoemd naar moorddadige terroristen.
6. Geen bescherming voor Israëli’s.
Israëli’s die – soms per ongeluk – in gebied komen dat door de Palestijnse autoriteiten wordt bestuurd, lopen een groot risico aangevallen te worden. Zo houdt Hamas al ruim vier jaar twee Israëliërs in eenzame opsluiting. Beide waren per ongeluk Gaza binnengegaan als gevolg van een psychische aandoening.
7. Geen bescherming van Joodse heilige plaatsen en Joodse pelgrims.
Het recht van Joden om hun heilige plaatsen te bezoeken in door Palestijnen bestuurd gebied wordt stelselmatig geschonden. Dit gebeurt zowel door de ontheiliging van die plekken als door aanvallen op Joodse pelgrims. Joden hebben zo moeilijk toegang, zij moeten hun bezoek aankondigen en vergezeld gaan van massale bewapende begeleiding.
8. Vervolging van christenen en Samaritanen.
Christenen in de door Palestijnen bestuurde gebieden hebben te maken met enorme discriminatie en aanvallen van hun moslimburen. Dit is een belangrijke oorzaak van christelijke emigratie. In de traditioneel christelijke steden Bethlehem, Beit Sahour en Beit Jala daalde de christelijke bevolking van 86% in 1950 tot 12% in 2016.
De directeur van UN-Watch Hillel Neuer toonde zich na de behandeling van het rapport tevreden:
“Voor het eerst sinds 1974, toen Jasser Arafat en de PLO voor het eerst in de VN kwamen, is er aandacht voor het racisme, discriminatie en antisemitisme van de Palestijnen.”
Hierboven: De Opperste Sharia-rechter van de Palestijnse Autoriteit, tevens adviseur van Mahmoud Abbas voor religieuze en islamitische zaken Mahmoud Al-Habbash legt op de officiële Palestijnse televisie uit dat het Joodse geloof is gebaseerd op het doden van alle niet-Joden.
Hieronder: Er is in negentig jaar weinig veranderd in de Palestijnse ophitsing tot haat en geweld tegen Joden.
Het volledige rapport is hier te lezen.
Update 1 september 2019
Naar aanleiding van bovenstaande informatie heeft het anti-racisme comité van de VN voor het eerst in de geschiedenis de Palestijnen veroordeeld.
Het riep Ramallah op om “haatzaaien en aanzetten tot geweld” tegen te gaan, verklaarde dat het “bezorgd” was over uitspraken van Palestijnse functionarissen en in schoolboeken. Die promoten “haatdragende taal tegen Israëli’s”, zodat “haat wordt gevoed” en dit kan “aanzetten tot geweld” en “antisemitisme”.
Het VN-Comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie (CERD) riep de Palestijnen op om “beledigende opmerkingen en afbeeldingen uit lesprogramma’s en schoolboeken te verwijderen, omdat die “vooroordelen en haat bestendigen”.
Bovendien constateerde het Comité dat de Palestijnse wetgeving en beleid falen om de VN-verdragen inzake racisme uit te voeren of klachten naar aanleiding van rassendiscriminatie goed te behandelen.