Door Evelyn Gordon. Ingekorte vertaling: Likoed Nederland, 3 februari 2019.
Nog niet zo lang geleden was het vredesproces natuurlijk wel de belangrijkste kwestie bij verkiezingen in Israël, bijna de enige. Maar in een opiniepeiling bleek het bij kiezers in het centrum en rechts tot de laagste prioriteit van zes verkiezingsthema’s te behoren. Bij linkse kiezers haalde het nog de derde plek.
Er zijn veel redenen waarom Israëli’s niet langer geloven dat vrede mogelijk is.
Denk bijvoorbeeld aan het falen van alle voorgaande onderhandelingsrondes, de vrijwel complete weigering van de Palestijnen de afgelopen tien jaar om zelfs maar te onderhandelen en het feit dat elk stukje land dat Israël tot nu toe aan de Palestijnen heeft overgedragen – zowel de Gazastrook als de Westbank – een broeinest is geworden van terreur.
De oorzaak hiervan krijgt veel te weinig aandacht in het buitenland: de gedoodverfde vredespartner van Israël, de Palestijnse Autoriteit, indoctrineert haar burgers met een pathologische haat tegen Israël.
Dat heb ik al vaak aangetoond met voorbeelden uit Palestijnse schoolboeken en media.
Maar de afgelopen maanden waren er drie incidenten die dit weer goed laten zien.
Geen islamitische begrafenis
In november werd een overleden Palestijn een islamitische begrafenis ontzegd, omdat hij beschuldigd werd van de verkoop van onroerend goed aan Joden in Oost-Jeruzalem. (Hij is uiteindelijk begraven in het niet-joodse gedeelte van een joodse begraafplaats.) Want het verkopen van land aan Joden is een misdaad in de Palestijnse Autoriteit, waarvoor de maximale straf de dood is. Vorige maand werd een Palestijnse Amerikaan hiervoor veroordeeld tot levenslang.
Om de ernst hiervan te begrijpen, dient met te weten dat in de islam een goede begrafenis een religieus gebod is. Daarom krijgt zelfs de meest gruwelijke moslimmisdadiger – bijvoorbeeld een moordenaar van mede-moslims – toch een islamitische begrafenis.
Maar toch oordeelden de hoogste Palestijnse islamitische geestelijken – onder wie grootmoefti Ekrima Sabri – dat een essentieel religieus gebod minder belangrijk was dan het tegengaan van (legaal) joods grondbezit: “Iemand die aan de Joden verkoopt dient als afvallig beschouwd te worden.”
Als de door de Palestijnse Autoriteit benoemde geestelijken beweren dat de verkoop van zelfs maar één stukje land aan de Joden iemand tot afvallige maakt, hoe kan diezelfde Autoriteit dan een vredesovereenkomst ondertekenen die landbezit in ‘historisch Palestina’ toe staat aan de Joden?
Geschort vanwege verkeershulp
Ook in november werd het Palestijnse hoofd van politie in Hebron geschorst toen hij Israëlische militairen met autopech had geholpen. Daarbij deed hij gewoon zijn werk: de jeep blokkeerde een Palestijnse weg en dus was het zijn plicht als politieagent om het verkeer weer op gang te krijgen.
Maar gewone menselijke interactie met Israëli’s, ook bekend als ‘normalisatie’, is een gruwel voor veel Palestijnen. Dit is al zeven jaar officieel verboden.
Hoe kan Israël vrede sluiten als de haat van de Palestijnse leiding zo diep gaat dat zelfs al het helpen bij autopech – om een verkeersopstopping te verhelpen – iemand zijn baan kan bedreigen?
Boycot winkelcentrum
Tot slot is er een nieuw winkelcentrum dat deze maand in Oost-Jeruzalem zal worden geopend. Het winkelcentrum ligt in een industriewijk naast verschillende Arabische wijken. Daarom is 35 procent van de bedrijven van Arabische eigenaars, naast nog enkele Palestijnse franchises. Het genereert dus inkomsten en banen voor Palestijnen. Bovendien kunnen de inwoners van die Arabische wijken zo handiger winkelen dan in winkelcentra in Joodse wijken. Waren de Palestijnen dus tevreden?
Integendeel. Fatah – geleid door de Palestijnse president en zogenaamde vredespartner Mahmoud Abbas – riep op tot een boycot van het winkelcentrum. Het verklaarde dat “het daar kopen, huren of winkelen” een “verraad is van het vaderland”. (Zie ook: Abbas’ Palestijnse tv waarschuwt: ‘Shoppen in een Joodse supermarkt in Jeruzalem is verraad’ en ‘De nieuwe Palestijnse ‘catastrofe’: Een winkelcentrum dat Palestijnen inhuurt’ )
Waarom? Omdat de eigenaar van het winkelcentrum Joods is.
Het boycotten van Joden is blijkbaar belangrijker voor de Palestijnse Autoriteit dan het bevorderen van het welzijn van de Palestijnse inwoners van de door hen gewenste hoofdstad.
Wil tot vrede
Vrede kan worden gesloten met mensen die vrede willen.
Vrede kan niet bereikt worden met mensen die denken dat het samenleven met Joden “verraad aan het vaderland” betekent of dat iemand die zaken doet met Joden als een afvallige moslim moet worden beschouwd. En dat is precies wat de Palestijnse leiders uitdragen.
Zolang dit het geval is, is er geen uitzicht op vrede en zal het vredesproces voor Israëli’s een lage prioriteit houden.
Want het heeft geen zin om te stemmen inzake een kwestie waaraan de Israëlische regering niets kan veranderen. Dan zijn er genoeg andere belangrijke kwesties voor Israëli’s.