Door Dr. Manfred Gerstenfeld. Vertaling: E.J. Bron (originele versie met bronnen), 21 oktober 2018.
Er zijn radicale culturele verschillen in hoe landen, zelfs als ze democratieën zijn, hun verleden onderwijzen.
Ik leerde veel op school over Nederlands-Indië – later Indonesië genoemd – toen dat nog een kolonie was. Toch werden we helemaal niet onderwezen over de Java Oorlog (1825–1830) in het midden van de negentiende eeuw, toen het Nederlandse leger tweehonderdduizend inwoners vermoordde, waarvan tienduizenden burgers.
Daarentegen, volgde mijn oudste kleinzoon de lessen bij in een middelbare school in Jeruzalem en hem werd gevraagd om te schrijven over het bloedbad van Deir Yassin van 9 april 1948. Tijdens intense gevechten werden 107 Arabieren, inclusief burgers, gedood door de Joodse ondergrondse strijdmacht van Irgun Zvai Leumi (ook bekend als Etzel).
De wreedheden werden om politieke redenen sterk overdreven door zowel Joden als Arabieren.
Waarom kreeg mijn kleinzoon deze opdracht? Deir Yassin was niet typerend voor de manier waarop Israël een oorlog moest voeren om te overleven.
Vele extreme Nederlandse oorlogsmisdaden werden verborgen of tot een minimum beperkt in het geschiedenisonderwijs in Nederland.
Ik leerde iets over de oorlog van 1873-1914 in Atjeh in Nederlands-Indië. De Nederlandse kolonisten doodden naar schatting honderdduizend inwoners en verwondden een half miljoen.
Hendrik Colijn was daar luitenant. Hij zou later vijf keer de Nederlandse premier worden. In november 1894 schreef hij aan zijn vrouw dat hij, in overeenstemming met het algemene beleid, zijn soldaten had bevolen om negen vrouwen en drie kinderen te doden die om genade vroegen. Dit is slechts een voorbeeld van velen.
Vorig jaar publiceerde de Nederlands-Zwitserse historicus Rémy Limpach een boek ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor‘ van 870 pagina’s – inclusief 2.419 voetnoten – over Nederlandse oorlogsmisdaden die plaatsvonden in de twee zogenaamde ‘politieacties’ in 1947 en 1948 in Nederlands-Indië tegen onafhankelijkheidsstrijders en criminele bendes.
Hij concludeerde dat Nederlandse oorlogsmisdaden daar structureel en niet incidenteel waren, zoals eerder werd beweerd. Het boek geeft veel voorbeelden van het plegen van brandstichting door de Nederlanders en het martelen en executeren van gevangenen, evenals het doden van vrouwen en kinderen. Het ontving verschillende recensies, maar er was niet veel reactie in de Nederlandse samenleving.
Eind jaren zestig werd een jonge Nederlandse historicus, Cees Fasseur, officieel belast om deze ‘politieacties’ te onderzoeken. Later gaf hij toe dat het onderzoek oppervlakkig was. Pas nu, wanneer alle Nederlandse daders dood of heel oud zijn, is er een groot onderzoek gestart naar de dekolonisatieperiode.
Vele tientallen jaren gaf nauwelijks iemand om Nederlandse oorlogsmisdaden. De Nederlandse kapitein Raymond Westerling had de leiding over ‘pacificerende’ delen van het eiland Sulawesi. In 1974 vertelde hij aan een journalist onder het drinken van een glas lauwe whisky dat hij 350 krijgsgevangenen voor de rechtbank had gebracht en persoonlijk had geëxecuteerd.
Sinds 1971 was Dries van Agt, de latere premier van Nederland, minister van justitie. Er werd geen actie tegen Westerling ondernomen.
Van Agt is waarschijnlijk de belangrijkste anti-Israël aanhitser van Nederland
Een interview met Westerling waarin hij oorlogsmisdaden toegaf werd gefilmd in 1969. Alle Nederlandse tv-zenders weigerden het uit te zenden. Het werd eindelijk getoond in 2012.
In 1987 schreef historicus Ad van Liempt een artikel over een massamoord ‘De massamoord van Galoeng Galoeng‘ die resulteerde in 364 dode Nederlands-Indiërs. Hij vertelde me dat er geen reacties waren. In 1997 schreef hij een boek ‘De Lijkentrein‘ dat vertelt hoe de Nederlanders verhongerden toen bijna de helft van de Indiaanse gevangenen in een trein werd vervoerd. Van Liempt vertelde me dat velen het schandalig vonden dat hij er een boek over schreef.
Een filmmaker die ik ken, maakte in 1995 een film over de massamoorden van honderden mannen in het dorp Rawagede door het Nederlandse leger. Hij vertelde me dat de lokale bevolking zei dat soortgelijke misdaden zijn gebeurd in nabijgelegen dorpen.
In zijn boek uit 2013 ‘My Promised Land: The Triumph and Tragedy of Israel‘ auteur Ari Shavit het verhaal van een vermeende opzettelijke moord op Arabische burgers door Israëlische troepen in juli 1948 in Lod. Drie Israëlische academici: Martin Kramer, Efraim Karsh en Benny Morris debatteerden over de beweringen van Shavit.
Geen van de drie vindt zijn versie correct. De New Yorker pre-publiceerde een verkorte versie van het hoofdstuk van Shavit. De redacteur had een jaar lang zijn krant kunnen vullen met berichten over de moorddadige Nederlandse misdaden die in die jaren in Indonesië plaatsvonden.
In 1995 vluchtten Nederlandse VN-soldaten naar de Kroatische hoofdstad Zagreb vanuit het Bosnische islamitische dorp Srebrenica dat zij beschermden. De Bosnisch-Servische bezetters hebben op genocidale wijze 8.000 moslims gedood.
Een Nederlandse rechtbank vond dat Nederland gedeeltelijk verantwoordelijk was voor honderden voor de moorden.
De Nederlandse historicus Henri Beunders schreef dat terwijl de Bosniërs tot aan hun knieën in het bloed stonden, de Nederlandse soldaten in Zagreb tot aan hun enkels in bier stonden, toegejuicht door hun kroonprins, premier en minister van defensie, die allemaal wisten van het kniehoge bloed.
Tijdens een gevecht in Afghanistan bij Chora in 2007 hebben Nederlandse militairen naar schatting vijftig tot honderd burgers gedood.
De Nederlandse regering geeft toe dat zij niet weet hoeveel burgers door haar vliegtuigen en helikopters tussen 2006 en 2010 zijn gedood in de Afghaanse provincie Uruzgan.
In 2018 gaf de Nederlandse regering toe dat zijn vliegtuigen burgers hebben gedood in de oorlog tegen ISIS in Irak en Syrië. Terwijl de VS, het VK en Australië informatie hebben verstrekt over het doden van burgers in deze oorlog, weigert Nederland dit te doen.
Opeenvolgende Nederlandse regeringen hebben hardnekkig geweigerd de enorme mislukkingen te erkennen van haar regering in ballingschap in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de vervolgde en vermoorde Nederlandse Joden.
Alle andere West-Europese landen, waaronder Monaco en Luxemburg, hebben dit wel gedaan. Verscheidene van hen hebben zich ook verontschuldigd bij hun Joodse burgers.
De Nederlandse hypocriete cultuur van het niet omgaan met hun grote zwarte vlekken in het verleden staat in schril contrast met de Israëlische masochistische cultuur van het benadrukken van wat ze verkeerd hebben gedaan.
Echter, dat verbleekt naast de Nederlandse misdaden.
Toevoeging 21 oktober 2018: Nederland weigert nog steeds mee te werken aan de bestraffing van nazi-oorlogsmisdadigers.
Toevoeging 21 oktober 2018: Nederland weigert nog steeds mee te werken aan de bestraffing van nazi-oorlogsmisdadigers.
Uiteraard leest u meer over de echte nu gepleegde oorlogsmisdaden – door Hamas – in de tweede druk van het succesvolle ‘150 Palestijnse fabels’, in fabel 90: Oorlogsmisdaden Hamas.
Het boek ‘150 Palestijnse fabels’ kreeg al lovende recensies, wordt unaniem geprezen door lezers en is het bestverkopende boek over Israël op Bol.com.
De tweede druk van de Nederlandse editie en de net verschenen eerste druk van de Engelstalige editie zijn in Nederland met een kleine korting te bestellen bij Likoed Nederland, inclusief bezorgen:
Maak 19,50 over op NL10INGB0004356789 t.n.v. Likoed Nederland en stuur een mail naar info@likoed.nl om het verzendadres door te geven.