Boekpresentatie, 7 november 2017.
Het nazisme heeft een grote invloed gehad op het Midden Oosten, zie ons artikel in februari jl.
Toch is dit veel te weinig bekend, terwijl kennis van de nazi-invloed essentieel is om het huidige Midden-Oosten te begrijpen.
Daarom is het te prijzen dat twee vrijwilligers geheel belangeloos een essentiële, wetenschappelijke studie hierover in het Nederlands hebben vertaald:
‘Nazis, islamists and the making of the modern Middle East’ van Barry M. Rubin en Wolfgang G. Schwanitz.
De vertaling is vandaag verschenen bij Uitgeverij ´De blauwe tijger´ (350 pagina’s, ISBN 9789492161482, € 23,50)
De uitgever beschrijft het boek als volgt:
“Dit boek behandelt de islam zoals die reëel bestaat in het hedendaagse Midden-Oosten. Daarbij maken de auteurs het onderscheid tussen islam en islamisme, tussen gewone moslims en aanhangers van de politieke islam.
De moefti van Jeruzalem, Amin al-Hoesseini (1897-1974), werkte innig samen met Hitler, Himmler en Eichmann.
Op 28 november had Hitler een ontmoeting met de moefti in Berlijn. Achter gesloten deuren beloofde Hitler al-Hoesseini dat de Arabische ambities zouden worden vervuld. Als ‘we’ eenmaal de strijd tegen het wereldwijde Jodendom zouden winnen, zo zei Hitler, zou Duitsland ook de Joden in het Midden-Oosten uitroeien. De volgende dag droeg hij Heydrich op binnen tien dagen een conferentie te organiseren om de ‘definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk’ voor te bereiden.
Hij was in staat zijn islamisme te laten domineren in het Midden-Oosten.
De gewone moslims wilden samenwerken met de Joden in Palestina. De gematigde heersers in het Midden-Oosten stonden tijdens en vlak van de Tweede Wereldoorlog ook een pragmatische politiek voor. Niettemin wist de moefti van Jeruzalem hen buitenspel te zetten en zo nodig te vermoorden om zijn totalitaire politiek van alles-of-niets door te zetten.
De symbiose tussen nazisme en islamisme is tot op de dag van vandaag van grote invloed in het Midden-Oosten.
De auteurs volgen de personele en de doctrinaire lijnen van dit proces in detail op grond van pas ontsloten archieven die nog nooit eerder gebruikt zijn.”
Een paar voorbeelden van in het oog springende punten uit het boek:
- De alliantie tussen deze twee krachten was logisch. Al-Husaini’s Palestijns-Arabische opstand van 1936-‘39 had wapens van Berlijn ontvangen en geld van Rome.
In 1937 spoorde hij de moslims aan om alle Joden in islamitische landen te doden en noemde hij hen “tuig en insecten”.
Maar al-Husaini’s ambities gingen verder. Hij wilde niet alleen Duitse steun om de Joden uit te roeien in het Midden-Oosten, maar ook om hem heerser te maken over alle Arabieren.
In ruil voor steun van Berlijn beloofde hij om moslims en Arabieren in bondgenootschap te brengen met Duitsland, de nazi-ideologie te verspreiden, Duitse handel te bevorderen en, in zijn eigen woorden, “terreur te plegen” tegen de Britten en Fransen. - De nazi’s waren enthousiast voor deze samenwerking. Zij brachten speciale relaties tot stand met de Moslimbroederschap, de Baath-partij, de Jong-Egypte beweging en radicale groeperingen in Syrië, Irak en Palestina. Berlijn hoopte ook verbindingen te leggen met de koningen van Egypte en Saoedi-Arabië.
In 1939 bijvoorbeeld, ontmoette Hitler de gezant van de Saoedische koning Abd al-Aziz Ibn Saud, Khalid al-Qarqani, en hij zei hem:
“We zien de Arabieren met de warmste sympathie om drie redenen. Ten eerste, hebben we geen territoriale aspiraties in Arabische landen. Ten tweede hebben we dezelfde vijanden. En ten derde vechten we allebei tegen de Joden. Ik zal niet rusten totdat de laatste van hen Duitsland heeft verlaten.” - Lindemann zag islamisme en nazisme ook als natuurlijke bondgenoten Ook de islamisten geloofden in het hebben van één enkele sterke leider (Führer). Het nationaalsocialisme en het islamisme deelden volgens de auteur deugden zoals enthousiasme, discipline en een passie voor eenheid. Ze hadden traumatische nationale vernederingen en nederlagen ervaren, terwijl beiden angst hadden dat hun eigen traditie uiteen zou vallen in het aangezicht van buitenlandse uitdagingen.
Beiden waren verenigd in haat tegen de Joden als een “inferieur ras” en trachtten hun volkeren te herstellen als wereldmachten. …. In Egypte, zo merkte hij op, was de helft van de bevolking jonger dan achttien jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd in Frankrijk vijfendertig was en in Duitsland drieëndertig.
Dit betekende dat de nazi-invloed op de jongeren van het Midden-Oosten nog decennia lang zou blijven weerklinken. Inderdaad, jonge mannen als Abd ad-Nasir en as-Sadat, de oprichters van de Baath-partij, Arafat die gesocialiseerd was in de Moslimbroederschap en Saddam Hussein die was opgeleid door een radicale oom – op dat moment nog obscure nazi-sympathisanten – zouden de toekomstige heersers worden in hun landen.
Tot slot volgt hieronder (ingekort) hoofdstuk 8, over de betrokkenheid en invloed van de grootmoefti van Jeruzalem op het besluit tot de Holocaust, iets waar veel discussie over is:
“Al-Husaini citeerde een gedicht van Ahmad Shauqi, die vroeg waarom Atatürk – overwinnaar in de strijd die na de Eerste Wereldoorlog de bezettende legers van de geallieerden verdreef – het kalifaat afschafte en zo de islam benadeelde. Al-Husaini’s antwoord was dat er een Joodse samenzwering zat achter het beleid van Atatürk.
Net zoals Hitler Joden zag die communisten, sociaaldemocraten of liberalen waren en tegen zijn volk complotteerden, zo wees al-Husaini een man genaamd Haim Nahum aan als meester-manipulator in deze samenzwering.
Maar de Joden waren niet de enige leiders van de vermeende samenzwering om de islam te vernietigen. Voor al-Husaini was de negentiende-eeuwse Britse premier William Gladstone een partner van Nahum. Al-Husaini zei dat Gladstone de islam wilde vernietigen, zodat de christenen permanent het Midden Oosten konden overheersen. Vandaag hebben groepen als Al-Qaida, de Moslimbroederschap, Hamas, Hezbollah en de Iraanse regering dit materiaal verder uitgebreid.
Al-Husaini had geen enkel bewijs voor dit verhaal, behalve de tsaristisch-Russische vervalsing; De Protocollen van de Wijzen van Zion. Hij beweerde ook dat een verder niet nader gespecificeerd artikel uit 1936 in de zionistische krant Haaretz het geheime plan onthulde. Hij voegde eraan toe dat het aandeel van Groot-Brittannië in de samenzwering tegenover hem was bevestigd door de Egyptenaar Abd ar-Rahman Azzam, neef van al-Husaini’s agent en toekomstig hoofd van de Arabische Liga, Abd al-Wahhab Azzam.
Aiman az-Zawahiri, kleinzoon van Abd al-Wahhabs en neef van Abd ar-Rahmans, zou later één van de hoogste leiders van Al-Qaida worden en een planner van de terreuraanslag van 11 september 2001 op het World Trade Center en het Pentagon.
Door zijn wereldbeeld bepleitte al-Husaini genocide op de Joden even hartstochtelijk als Hitler en zijn betrokkenheid bij de Holocaust was vrij omvangrijk. In 1937 had al-Husaini alle moslims opgeroepen om hun land te ontdoen van Joden.
In datzelfde jaar stelde hij een deal voor aan Hitler waarbij de Arabieren de Duitse doelstellingen zouden steunen, mits de Duitsers de Joden zouden weerhouden hun land te verlaten en hem, al-Husaini, zouden helpen het Joodse tehuis in Palestina “met alle mogelijke middelen” te vernietigen.
Het is logisch om te geloven dat de Holocaust een beslissing was op basis van een fanatieke ideologie in plaats van op Duits eigenbelang. Natuurlijk was Hitlers virulente haat tegen Joden en zijn gepraat over hun uitroeien begonnen in de jaren 1920. Als al-Husaini, of iemand anders zoals hij, niet had bestaan, zouden de nazi’s waarschijnlijk op een soortgelijke manier hebben gehandeld.
Maar de invloed van al-Husaini, al-Kailani en hun handelingen versterkten, maakten noodzakelijker en versnelden een beleid van genocide in Europa dat de partners van de As van plan waren uit te breiden naar het Midden-Oosten.
Al-Husaini’s relatie met de tijdlijn van de nazi-besluitvorming inzake de Holocaust is onthullend. Ondanks Hitlers haat jegens de Joden omarmde zijn regering het idee van deportatie vanwege de internationale bezorgdheid en andere prioriteiten. Tussen 1933 en 1941 stond de nazi-regering aan ongeveer 537.000 Joden toe om te vertrekken en ontvingen in ruil daarvoor 9,5 miljoen dollar van de emigranten zelf en van buitenlandse Joodse donoren die losgeld betaalden.
Hitler zou misschien tevreden zijn geweest als Duitsland en de landen die het regeerde – maar niet de hele wereld – gereinigd was geweest van elke Joodse aanwezigheid.
Door deze ontsnappingsroute voor de Joden te sluiten en elke andere alternatieve strategie af te raden, hielp al-Husaini mee de Endlösung onvermijdelijk te maken.
Vóór 1941 had Duitsland geen voordeel van het gevangen nemen van Joden en hen te vermoorden in concentratiekampen.
Dat veranderde toen de alliantie met Arabieren en moslims belangrijk werd: door Al-Husaini’s en al-Kailani’s stellingname en door het voordeel van een moslim-Arabische alliantie veranderde Hitlers persoonlijke obsessie van een handicap voor de Duitse buitenlandse politiek in een waardevolle geopolitieke strategie, werden militaire moslimeenheden aan de fronten en islamitische commando’s achter de vijandelijke linies gemobiliseerd en werd de hoop gewekt dat jihadistische bendes geallieerde kolonies konden ontwrichten.
In februari 1941 had Hitler al-Husaini’s voorstel ontvangen voor een alliantie waarbij één voorwaarde was – paragraaf zeven – dat Duitsland de Joodse emigratie uit Europa zou stoppen. Nadat Hitler op 11 maart al-Husaini had beloofd dit te zullen doen, werd voor Duitsland het verdrijven van de Joden onmogelijk en bleef er alleen massamoord over.
Nadat hij begin juni ermee had ingestemd om al-Husaini te ontmoeten om de kwestie te bespreken, beval Hitler de SS-leider Reinhard Heydrich op 31 juli 1941 een “algehele oplossing voor het Joodse vraagstuk in Europa” voor te bereiden. Op 31 oktober beëindigde hij de legale emigratie van Joden uit de door Duitsland geregeerde gebieden. Maar de specifieke eindbeslissing was nog niet genomen.
Om 16:00 uur op vrijdag 28 november had Hitler een ontmoeting met al-Husaini en hij begon deze gelegenheid met een hartelijke handdruk voor de camera. Hun gesprek in Hitlers kantoor in het bijzijn van Von Ribbentrop, Grobba en de vertaler Frans, Paul Schmidt, duurde een uur en vijfendertig minuten en eindigende even na 17:30 uur.
Achter gesloten deuren beloofde Hitler al-Husaini dat de Arabische ambities zouden worden vervuld. Als “we” eenmaal de strijd tegen het wereldwijde Jodendom zouden winnen, zo zei Hitler, zou Duitsland ook de Joden in het Midden-Oosten uitroeien.
Volgens het officiële verslag van de vergadering, verklaarde Hitler:
“Duitsland staat voor compromisloze oorlog tegen de Joden.
Daarbij hoort natuurlijk ook strijd tegen het Joodse tehuis in Palestina, dat niets anders is dan een centrum in de vorm van een staat voor de uitoefening van de destructieve invloed van de Joodse belangen …
Duitsland is nu betrokken bij zeer zware gevechten om de toegangsweg naar de noordelijke Kaukasus te openen. In de loop van die strijd zullen op enig moment, dat nu nog niet precies genoemd kan worden maar niet al te ver verwijderd is, de Duitse legers de zuidelijke uitgang van de Kaukasus bereiken. Op het moment dat de Duitse tankdivisies en luchteskaders ten zuiden van de Kaukasus verschijnen, kan ook de door de grootmoefti verwachte oproep aan de Arabische wereld uitgaan.”
De Führer zou melden dat het uur van bevrijding voor de Arabische wereld had geslagen en de grootmoefti, de nieuwe leider van die wereld, zou de taak uitvoeren die al in het geheim was voorbereid, namelijk om alle Joden in zijn domein te elimineren.
In zijn verslag van het gesprek herhaalde de grootmoefti dit thema, eraan herinnerend dat Hitler hem vertelde:
“De weg vanuit Rostov naar Iran en Irak is korter dan de afstand van Berlijn naar Rostov. …
Als we in de zuidelijke Kaukasus zullen zijn aangekomen, dan zal ook de tijd voor de bevrijding van de Arabieren zijn gekomen. En u kunt vertrouwen op mijn woord.”
Hitler vroeg al-Husaini om deze vertrouwelijke verklaring geheim te houden – om haar diep in zijn hart te sluiten – tot de tijd rijp was.
Na de vergadering ontbood Hitler de ambtenaar Emil von Rintelen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, aan wie hij “vier punten na ontvangst van de grootmoefti” dicteerde, inclusief een kort persbericht van zijn “belangrijke bespreking” met al-Husaini “over de toekomst van het Arabische volk” en de coördinatie met Mussolini van de volgende stappen inzake al-Husaini.
Hitler gaf invulling aan die laatste bepaling in een vergadering met Rome’s minister van Buitenlandse Zaken graaf Galeazzo Ciano, aan wie hij vertelde dat de oorlog tegen Rusland in principe gewonnen was, dus dat nu de Duitse troepen dwars door de Kaukasus marcheerden om Irak en Iran te veroveren, gevolgd door Syrië en Palestina.
Op datzelfde moment nam Hitler een vijfde beslissing die miljoenen levens zou beëindigen. Hij droeg Heydrich op binnen tien dagen een conferentie te organiseren om de “definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk” voor te bereiden.
Dus Hitler nam zijn belangrijkste beslissing om de genocide op de Joden te beginnen met al-Husaini’s anti-Joodse retoriek en zijn volhardende aandringen de Joden uit te roeien nog vers in zijn oren.”
Gerelateerde artikelen op deze website:
- Moefti gaf Hitler advies over Holocaust.
- Jodenhaat en andere overeenkomsten tussen het nazisme en moslim-fundamentalisme.
- Historicus: moslimfundamentalisten brengen nazistische Jodenhaat terug naar Europa.
- PLO leider: de Palestijnen steunden enthousiast de nazi’s.
- Abbas eert nazi-oorlogsmisdadiger en andere jodenmoordenaars.
- Hamas en Hitler. Is er verschil?
- De relatie tussen nazisme en islamisme.
- Holocaust-ontkennend boek van Abbas veel gebruikt in Palestijns onderwijs.
- Hitlers droom / De link tussen djihad en Jodenhaat.
- De nazi connectie van de Palestijnen.
- De oorsprong van het Palestijns-Israelische conflict.
Uiteraard leest u meer over de relatie tussen het nazisme en de Palestijnen in de tweede druk van ‘150 Palestijnse fabels’, in fabel 82: Nazisme.
Het boek ‘150 Palestijnse fabels’ kreeg al lovende recensies, wordt unaniem geprezen door lezers en is het bestverkopende boek over Israël op Bol.com.
De tweede druk van de Nederlandse editie en de net verschenen eerste druk van de Engelstalige editie zijn in Nederland met een kleine korting te bestellen bij Likoed Nederland, inclusief bezorgen:
Maak 19,50 over op NL10INGB0004356789 t.n.v. Likoed Nederland en stuur een mail naar info@likoed.nl om het verzendadres door te geven.