Door: het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vertaling: Likoed Nederland, 4 december 2016.
De campagne die de Palestijnse Autoriteit voert tegen de Balfourverklaring geeft aan dat zijn leiderschap weigert om het legitieme historische recht van de Joden om hun nationale thuisland te erkennen.
Dit zorgt voor ernstige twijfels over de Palestijnse bedoelingen.
De datum 2 november 2016 markeerde de 99e verjaardag van de Balfourverklaring. Dit was een van de eerste belangrijke internationale acties die het recht van het Joodse volk op soevereiniteit in hun nationale thuisland erkende.
De Verklaring erkent het feit dat het Joodse volk inheems is in het land Israël en een voortdurende aanwezigheid daar had gedurende millennia.
Joden hebben sinds de vernietiging van het Koninkrijk van Judea in het jaar 70 gestreefd naar herstel van hun historische thuisland. Echter, de succesvolle stappen daar naar toe begonnen pas in de 19e eeuw met een politieke beweging om terug te keren naar het Joodse thuisland. Dat resulteerde in het oprichten van Joods-nationale organisaties bij het Zionistische Congres in 1897.
De Balfourverklaring werd op 2 november 1917 opgesteld door de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Arthur James Balfour. Deze luidt als volgt:
“Hare Majesteits regering staat positief tegen de vestiging van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina. Zij zal haar uiterste best doen om de verwezenlijking van dit doel te realiseren. Daarbij mag het duidelijk zijn dat dit niet mag leiden tot afbreuk aan de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina of de rechten en de politieke status van Joden in andere landen.”
Het is belangrijk om daarbij op te merken dat op het moment van het uitbrengen van de verklaring de naam Palestina verwees naar een geografisch gebied en niet naar een politieke eenheid, want zo een onafhankelijke en soevereine eenheid bestond niet.
Erkenning door de internationale gemeenschap
De Internationale erkenning van het onvervreemdbare recht van het Joodse volk op herstel van haar soevereiniteit in het voorouderlijke geboorteland volgde snel op de Balfourverklaring.
De belangrijkste was dat de Volkenbond dit recht erkende in het besluit op 24 juli 1922 om het Mandaat voor Palestina / Land Israël Mandaat vast te stellen. In dat internationaal rechtelijke besluit, maakte de Volkenbond Groot-Brittannië verantwoordelijk om de Balfourverklaring uit te voeren. Het doel was “de oprichting in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk”.
Dit internationaal rechtelijk bindende besluit voor het Mandaat Naties erkent “de historische band van het Joodse volk” met het gebied dat terecht bekend onder den namen Israël, Judea en het Heilige Land.
Het Mandaat van de Volkenbond van 1922 veranderde de Balfourverklaring en het pleidooi voor de oprichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk van een beleidsintentie tot een internationale wettelijke verplichting door de internationale gemeenschap aanvaard als geheel.
Legitieme Joodse rechten
Het belang van zowel de Balfourverklaring als het besluit van de Volkenbond beslissing ligt in de internationale erkenning van de bestaande natuurlijke, historische en wettelijke rechten van het Joodse volk op hun thuisland, op grond van een continue Joodse aanwezigheid door de eeuwen heen.
De officiële erkenning door de internationale gemeenschap van die historische banden van het Joodse volk met het land wordt verder benadrukt door de gebruikte bewoordingen in het Mandaat-besluit van de Volkenbond. Het Mandaat vraagt uitdrukkelijk naar “het herstel” van het nationale huis van het Joodse volk, dus niet om iets nieuws te vormen.
De internationale gemeenschap en de oprichting van de staat Israël
De Balfourverklaring, de Volkenbond besluit en de daaropvolgende Delingsplan van de VN in 1947 erkenden allemaal het recht van het Joodse volk op een soevereine staat in het historische thuisland. Deze internationale beslissingen speelde een belangrijke rol in het verkrijgen van steun voor de oprichting van de toekomstige staat Israël.
Palestijnse pogingen om de Balfourverklaring aan te vechten
De essentie van het Palestijns-Israëlische conflict van 1917 tot vandaag is de systematische en totale afwijzing door de Palestijnse leiders van de legitieme nationale rechten van het Joodse volk in het Land van Israël.
De huidige Palestijnse pogingen om de Balfourverklaring aan te vechten zijn een essentieel onderdeel van hun campagne om de fundamentele rechten van het Joodse volk en de legitimiteit van de staat Israël aan te vechten.
Het verwerpen van de Balfourverklaring komt neer op een afwijzing van de internationaal erkende natuurlijke rechten van het Joodse volk op een nationaal tehuis in het land Israël.
Israël heeft herhaaldelijk zijn steun aan het principe van twee staten voor twee volken heeft uitgesproken. Maar deze Palestijnse pogingen laten nog een keer zien dat hun leiders minder geïnteresseerd zijn in de oprichting van hun eigen staat naast Israël dan om die op te richten in de plaats van Israël.
De onzinnige dreiging van de Palestijnse Autoriteit, zoals voor het eerst aangekondigd afgelopen juli, met een aanklacht tegen de Britse regering vanwege de Balfourverklaring laat goed zijn dat de Palestijnse leiders gefixeerd blijven op ongegronde beschuldigingen uit het verleden. Dit in plaats van dat zij streven naar een betere toekomst voor beide volken.
Deze ontkenning van internationaal erkende historische Joodse rechten door de Palestijnse leiders wordt weerspiegeld in de recente pogingen in de UNESCO om het joodse en christelijke erfgoed van Jeruzalem te ontkennen.
Respect voor ieders rechten
Zowel de Balfourverklaring als het besluit van de Volkerenbond heeft specifieke bepalingen om de eerbiediging van de burgerlijke en religieuze rechten van alle inwoners in het land Israël te garanderen, ongeacht hun etniciteit of religie.
Israël zelf heeft er altijd vurig naar gestreefd om de rechten van al haar burgers te beschermen – zowel Joden als Arabieren. Nog voordat Israël een staat werd in 1948 beschouwde de Joodse nationale beweging respect voor de fundamentele rechten van alle inwoners van het land als een van haar belangrijkste waarden. En inderdaad verankerde Israël deze rechten in haar Onafhankelijkheidsverklaring:
“De staat Israël zal zorgen voor de volledige gelijkheid van de sociale en politieke rechten aan al haar inwoners, ongeacht religie, ras of geslacht; het zal de vrijheid van godsdienst, geweten, taal, onderwijs en cultuur waarborgen; het zal de heilige plaatsen van alle religies beschermen en het zal trouw zijn aan de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.”
De zoektocht naar vrede
In de hoop op het vervullen van de droom van vreedzame co-existentie heeft Israël – en de Joodse nationale beweging die eraan voorafging – voortdurend bewezen dat zij bereid was om pijnlijke compromissen te sluiten met de Arabische buren.
Daar staat tegenover dat dit afwijzende beleid van de Palestijnse leiders niet is veranderd sinds 1917.
Tragisch genoeg bestaat dit Palestijnse beleid niet alleen in de politieke sfeer. In 1947 werd het Verdelingsplan van de VN – dat door de Joden werd aanvaard – afgewezen door de Arabieren. Die kozen ervoor om een oorlog tot vernietiging te voeren, in plaats van het compromis te aanvaarden dat ook alle oorlogen die volgden zou hebben voorkomen.
De huidige activiteiten van de Palestijnse Autoriteit, met inbegrip van haar campagne tegen Balfourverklaring, geven aan dat de Palestijnse leiders nog steeds het hele land claimen en weigeren om de legitieme historische rechten van de Joden om hun nationale thuisland te erkennen. Deze acties werpen ernstige twijfels op de Palestijnse bedoelingen.
Deze acties, samen met de systematische verdraaiing van de Joodse geschiedenis, zijn moreel onaanvaardbaar en feitelijk ongegrond. Zij zijn schadelijk voor de internationale gemeenschap – en Israël – dat verlangt naar vrede.
Het is al lang tijd geworden voor de internationale gemeenschap om op te staan en te eisen dat de Palestijnen stoppen met het voort laten duren van het conflict tegen Israël.
En dat de Palestijnen moeten ingaan op de door Israël steeds herhaalde oproepen van Israël om rechtstreekse onderhandelingen te hervatten voor echte vrede.
Uiteraard leest u meer over de al eeuwenlange steun van niet-Joden aan het zionisme in de tweede druk ‘150 Palestijnse fabels’, in fabel 148: Zionisme, historie.
Het boek ‘150 Palestijnse fabels’ kreeg al lovende recensies, wordt unaniem geprezen door lezers en is het bestverkopende boek over Israël op Bol.com.
De tweede druk van de Nederlandse editie en de net verschenen eerste druk van de Engelstalige editie zijn in Nederland met een kleine korting te bestellen bij Likoed Nederland, inclusief bezorgen: