Door Wim Kortenoeven, 2 november 2015.
Israël voert een opgedrongen oorlog op meerdere fronten.
Het mediafront is daarbij misschien nog belangrijker dan het militaire.
Immers: de (internationale) politiek kijkt vooral naar de publieke opinie. Als die zich (verder) tegen Israël keert, volgt de politiek en wordt de Joodse staat bijna automatisch verder geïsoleerd. Dat kan niet alleen desastreuze diplomatieke gevolgen hebben, maar bijvoorbeeld ook tegen Israël gerichte boycots, wapenembargo’s en zelfs militaire agressie in de hand werken.
‘Misdadig Israël’
Als ‘de’ publieke opinie eenmaal een ‘verkeerde’ collectieve opvatting huldigt, is die moeilijk te corrigeren. Zodoende heeft ook het systematisch demoniseren van de Joodse staat, naar moet worden gevreesd, langdurige gevolgen. Decennia van valse voorlichting over ‘het’ Midden-Oostenconflict hebben bij velen de valse notie gevestigd dat de Joden een misdadig volk zijn, dat zich wederrechterlijk meester heeft gemaakt van Palestina en dat op barbaarse wijze de oorspronkelijke inwoners onderdrukt.
Deze valse voorlichting werd en wordt voornamelijk gestuurd door Israël-vijandige actoren, zowel van binnen en van buiten de media. Valse voorlichting over Israël wordt echter niet alleen uit kwader trouw verspreid.
Casus De Telegraaf
Dagblad De Telegraaf is beslíst geen anti-Israëlische krant, zoals onder andere blijkt uit de pro-Israëlische columnisten die er voor schrijven en schreven, waaronder Leon de Winter en – tot zijn recente overlijden – prof. Bob Smalhout. Dus is het extra verontrustend als juist zó’n krant met regelmaat ernstig faalt in de berichtgeving over de Joodse staat. Zo publiceerde de website van ‘de krant van wakker Nederland’ in de periode 11 tot en met 14 oktober de volgende desinformatie over de nieuwe anti-Joodse terreurgolf die Israël heeft overspoeld:
11 oktober
“De gewelddadigheden worden onder meer veroorzaakt door het besluit van de Israëlische autoriteiten om Joden meer toegang te verlenen tot de al-Aqsamoskee. De kerk is een heilige plek voor zowel moslims als Joden.”
12 oktober
“De aanleiding tot de geweldsgolf is de enorme toevloed van Joodse bezoekers aan de al-Aqsamoskee in Jeruzalem.”
13 oktober
“Voornaamste aanleiding voor de nieuwe geweldsgolf zijn botsingen tussen joden en Palestijnen bij de Tempelberg in Oost-Jeruzalem.”
14 oktober
“De regering heeft besloten ook het leger in te zetten, met name in Jeruzalem, waar het geweld begon nadat de toegang tot de al-Aqsamoskee voor joden werd uitgebreid. De moskee is een heilige plek voor zowel joden als moslims.”
Het vorenstaande is een beschamende opeenstapeling van onwaarheden. Er is helemaal geen Israëlisch besluit om Joden meer toegang te verlenen tot de al-Aqsamoskee.
Er is sprake van groepjes religieuze Joden die op grond van reeds lang bestaande wet- en regelgeving en de zogenaamde ‘status quo’ de buitenranden van het reusachtige Joodse Tempelplein bezoeken. Op dat plein bevinden zich enkele Mohammedaanse gebouwen, waaronder de Al-Aqsamoskee en de Rotskoepel, die voor Joden helemaal niet toegankelijk zijn.
De Al-Aqsamoskee, waar wekelijks wordt opgeroepen tot genocide op de Joden, is voor Joden beslist geen heilige plek. Het bouwwerk is eerder een vervulling van de profetie: “Jeruzalem zal door de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn.”
De Al-Aqsa is natuurlijk evenmin tevens een “kerk”, zoals De Telegraaf schrijft. Voorts is er helemaal geen “enorme toevloed van Joodse bezoekers”.
Leon de Winter heeft op 14 oktober, nota bene in dezelfde krant (!), in een column uitgelegd dat het om maar enkele tientallen Joden per dag gaat.
Er is ook geen sprake van “botsingen tussen Joden en Palestijnen bij de Tempelberg”. In werkelijkheid was er wel al langdurig sprake van georganiseerde Mohammedaanse agressie, van intimidatie tegen en fysieke obstructie van vreedzame Joodse pelgrims die de buitenranden van het Joodse Tempelplein bezoeken.
Het geweld begon nadat de Israëlische autoriteiten maatregelen hadden genomen tegen die anti-Joodse agressie. En de Palestijnse Autoriteit van de ‘gematigde’ Mahmoud Abbas heeft vervolgens (nogmaals) alles op alles gezet om de Palestijnse Arabieren tot het plegen van geweld op te hitsen.
De Telegraaf liet ook onvermeld dat het voor Joden verboden is op het Tempelplein, de heiligste plaats van het Jodendom, te bidden of zelfs maar een psalm te prevelen.
Onkunde en dilettantisme
Nogmaals: De Telegraaf is geen anti-Israëlische krant. Wat is dan de oorzaak van dit soort journalistiek falen door Israël niet onwelgevallige media, waardoor Israël zo onterecht en vooral zo onnodig punten verliest in de cruciale strijd om de publieke opinie?
De Israëlische journalist Gilad Halpern analyseerde het verschijnsel in het Israëlische dagblad Yediot Aharonot van 6 oktober. Volgens Halpern heeft het vooral te maken met de economische situatie van de westerse media.
Deze worden gedwongen te bezuinigen en met goedkopere stafleden te werken. En met de gangbare 24/7 nieuwscyclus moet met minder beschikbare middelen ook méér nieuws nóg sneller worden gebracht.
Naar zeggen van Halpern worden persberichten om die reden vaak letterlijk overgenomen, zonder behoorlijke controle van de bronnen of de onderliggende feiten. Daarnaast zijn gespecialiseerde redacteuren vervangen door vaak heel jonge en onervaren generalisten, die onvoldoende of zelfs helemaal niets weten over het gecompliceerde Midden-Oosten en de geschiedenis van het Joodse volk en de Joodse staat.
Deze journalisten zitten op nieuwsredacties ver van het theater. Maar zij en niet de correspondent in Jeruzalem worden geacht het ‘breaking news’ uit Jeruzalem te brengen. En het resultaat is er naar.
Zo kan een moskee een kerk worden en worden onschuldige Joden als dader voorgesteld van iets waarvan zij slachtoffer zijn.