Combinatie van gedeelten van twee artikelen door Betaween voor de website ‘Point of no return’. Vertaling: Brabosh, 30 november 2015.
In het gebruikelijke discours over het Midden-Oosten heerst er een wijdverbreide mythe dat Joden indringers zijn afkomstig uit Europa en de VS – blanke westerlingen die kwamen om het land, van het ‘oorspronkelijke’ Palestijnse volk aan wie het land rechtens zou toebehoren, te ‘koloniseren’ en ‘te stelen’.
Deze mythe, geput uit de marxistische terminologie, genereerde toenemende legitimiteit na 1967 wanneer Israël Oost-Jeruzalem annexeerde en de Westelijke Jordaanoever ‘veroverde’. De notie van ‘bezetting’ en het gebruik van het woord ‘kolonisten’ versterken het concept van Israëlische ‘kolonisatie’ van ‘Arabisch’ land.
Afgezien van en ervan uitgaande dat de Palestijnen wel de ware inboorlingen zouden zijn omdat zij een authentieke ‘bruine’ huidskleur hebben, ondersteunt de mythe van kolonialisme een andere mythe: Joden zijn geen volk, dat het recht op zelfbeschikking zou verdienen, maar een religie.
Dus praten anti-zionisten gewoonlijk over Amerikaanse burgers van het Joodse geloof, Duitsers van het Joodse geloof en zelfs Arabieren van het Joodse geloof.
We horen of lezen vaak over Israël dat bevolkt zou zijn door varkensvlees-kauwende niet-Joodse Russen en kolonisten uit Brooklyn. Maar deze groepen zijn eerder marginaal. We horen bijna nooit dat 40 procent van de voorouders van Israël ‘s Joden afkomstig zijn uit de moslim- en Arabische wereld.
De overgrote meerderheid van deze Joden verplaatsten zich van de ene hoek van de ‘Arabische’ wereld naar dat kleine strookje land aan de kust in het Midden-Oosten, sinds 1948 bekend als Israël.
Tot hun uitwijzing ruim 50 jaar geleden hadden Joden zich in Irak gevestigd, bijvoorbeeld, omdat de Babyloniërs de Joden uit Jeruzalem bijna 3000 jaar geleden hadden verbannen.
In de vroege 20ste eeuw was Bagdad de meeste Joodse stad in de wereld, na Salonica en Jeruzalem.
Van de Joden kan gezegd worden dat ze even legitiem Bagdad voor zichzelf kunnen opeisen als de Palestijnen op Jeruzalem.
De Arabieren zijn relatieve nieuwkomers in de regio; de ‘Arabische’ wereld is een verkeerde benaming. Tegen de tijd dat de Arabieren het landen hadden veroverd dat in de 7de eeuw voor het grootste deel werden bewoond door Joden en Christenen, hadden de Joden zich daar 1000 jaar eerder reeds gevestigd.
Mensen in het Westen hebben de neiging om een gemeenschappelijke misvatting toe te passen op alle Joden, uitgaande van de christelijke notie dat Joden werden gestraft om eeuwig van land tot rond te zwerven zonder dat ze ooit op een eigen land aanspraak mochten maken.
Echter, niet enkel hebben de Joden altijd geleefd in ‘Palestina’, er was reeds 2000 jaar lang continuïteit van Joodse nederzettingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Indien enkel de oorspronkelijke bewoners politieke rechten mogen opeisen dan zijn de Joden minstens even inheems als om het even welk ander volk dat in het Midden-Oosten woont.
Aan die Joodse aanwezigheid kwam een einde in de afgelopen 50 jaar. De Arabische Liga leek vastbesloten om wraak te nemen op weerloze Joodse burgers in de Arabische landen toen de verdeling van Palestina in het verschiet kwam. Op de dag wanneer vijf Arabische legers de nieuwe Joodse staat binnenvielen, kondigde Azzam Pasja, de secretaris van de Arabische Liga, aan:
“Dit is een oorlog van uitroeiing en een memorabele slachting waarover zal worden gesproken zoals over de Mongoolse bloedbaden en de kruistochten.”
De Arabische regeringen eigenlijk verklaarden in 1948 in feite twee oorlogen.
Ten eerste de militaire oorlog tegen de jonge Joodse staat Israël, oorlog die ze verloren, maar zij verklaarden tevens een tweede oorlog met name tegen hun eigen één miljoen Joodse onderdanen. Deze oorlog wonnen ze gemakkelijk, via een beleid van intimidatie, onderdrukking, vervolging en sporadische uitbarstingen van geweld. Het resultaat is dat slechts 4.500 Joden in de Arabische landen zijn achtergebleven.
Vluchtelingen zijn deze dagen veel in het nieuws. Tot aan de massale volksverhuizing, veroorzaakt door oorlogen in Irak en Syrië, bevond de wereld dat ‘Midden-Oosten vluchteling’ enkel synoniem stond voor ‘Palestijnse vluchteling”.
Er waren echter nog meer ontheemde Joden uit Arabische landen dan Palestijnen (850.000, tegenover 711,000 volgens zelfs nog geflatteerde VN-cijfers.)
De meerderheid van de Joodse vluchtelingen vonden een toevluchtsoord in Israël. Voor de vrede, is het belangrijk dat alle bonafide vluchtelingen gelijk worden behandeld, maar de rechten van de Joodse vluchteling zijn nooit voldoende aan bod gekomen. Daarom heeft Israël een jaarlijkse herdenking ingesteld op 30 november.
De kwestie van de Joodse vluchteling gaat om meer dan enkel een kwestie die kan worden opgelost aan de onderhandelingstafel.
Het is een symptoom van de Arabische en islamitische wereld van diepe psychose – een onvermogen om de niet-Arabische, niet-Islamistische Andere te tolereren.
Vandaag worden zowel islamitische sekten en niet-islamitische minderheden vervolgd in het Midden-Oosten, maar mensen zijn geneigd om te vergeten dat de Joden een van de eersten waren. Zoals het gezegde gaat:
“Eerst het Zaterdag volk, vervolgens het Zondagvolk.”
En het stopt daar niet mee. Een staat die haar minderheden verslindt eindigt met zichzelf te verslinden.
Deze Arabisch/islamitische psychose is het product van fundamentalistische ideologieën, velen van hen Nazi-geïnspireerd, die wortel vatten in de eerste helft van de 20ste eeuw. Deze ideologische krachten lieten een erfenis na van door de staat-aangemoedigde onverdraagzaamheid en religieus gemotiveerd terrorisme. Die nalatenschap leeft onder ons tot op vandaag, in de oorlogsgruwelen in Parijs, in Mali en in de steekpartijen in Israëls straten.
Er zijn geen Joodse vluchtelingen (meer) vandaag – zij werden met succes opgenomen in Israël en in het Westen. Ze hebben hun leven zonder veel ophef herop gebouwd. Zij verwachten niet veel compensatie. Maar de voormalige vluchtelingen eisen hun plaats op in het geheugen en in de geschiedenis.
Joden die ‘Arabische grond stelen’ is een offensieve omkering van de werkelijkheid. Joden werden in 10 Arabische landen compleet gestript van hun (burger-) rechten en in de meeste gevallen onteigend van hun eigendom.
De wereldorganisatie van Joden uit Arabische landen schat dat Joden in de Arabische landen veel meer miljarden activa hadden dan bijvoorbeeld de Palestijnen, en vier keer zoveel grond verloren als de grootte van Israël zelf.
Gezien in deze termen, ligt het Arabisch antisemitisme niet minder dan de Holocaust aan de basis van de oprichting van de Joodse staat Israël.
De Arabieren hebben bij de Joden nog veel goed te maken.
Het wordt tijd dat de wereld ophoudt met het conflict te bekijken door een vervormde, Eurocentrische lens.