Door Gerd Buurmann. Vertaling: E.J. Bron, 19 oktober 2015.
Op 9 oktober 2015 verklaarde de woordvoerder van Hamas, Mushir Al-Masri, voor een jubelende menigte dat de echte oorlog tegen Israël is begonnen:
“De Jeruzalem Intifada werd in het leven geroepen, en als Allah het wil zal ze onomkeerbaar zijn.
We moeten nu allemaal bijeenkomen voor de Jeruzalem Intifada, alle Palestijnse fracties. Werd het zuivere bloed niet gezegend? Werden de trotse wapens niet gezegend? Werden de heilige stenen niet gezegend? Werden de gezegende messen niet gezegend?
Vandaag zeggen we tegen Netanyahu en alle leiders van de bezetting: dat is onze keuze.
Het mes is onze keuze! Het mes symboliseert de slag om de Westbank en om Jeruzalem.”
Daarmee verklaart Hamas dat zij bereid is om artikel 7, 13 en 32 van haar oprichtingshandvest actief en met wapengeweld uit te voeren. Daarin staat:
“De dag des oordeels en vrede zal niet komen voordat moslims niet de Joden bestrijden en doden.”
“Aanzetten tot vrede, de zogenaamde vreedzame oplossingen en de internationale conferenties om de Palestijnse kwestie op te lossen, zijn allemaal tegenstrijdig aan de opvattingen van de islamitische verzetsbeweging.”
“Om de kring van het conflict met het zionisme te verlaten, is hoogverraad. Iedereen die dat doet, moet vervloekt worden.”
Fatah stemde in dit koor van Jodenmoord in. Mahmoud Abbas verklaarde:
“We begroeten elke druppel bloed die vergoten werd omwille van Jeruzalem.
Dit bloed is zuiver, het is puur bloed, vergoten voor Allah en voor zijn wil. Iedere martelaar zal zijn plek in het paradijs vinden en iedere gewonde zal door Allah beloond worden.”
Op 9 oktober 2015 hield de geestelijke Muhammed Salah, “Abu Rajab”, de volgende preek in de Al-Abrar moskee in Rafah:
“Broeders, we moeten de wereld, en iedereen die het vergeten is, er steeds aan herinneren, de wereld moet het horen en de camera´s, die dat hier opnemen en via internet in de wereld verbreiden: Gaza is de plaats van de graven en geweren.
De Westbank is de plaats van de bommen en messen. Jeruzalem is de plek van de soldaten van onze profeet Mohammed.
Daarom broeders willen we ons herinneren wat Allah de joden heeft aangedaan.
We willen ons herinneren wat hij hen in Khaibar heeft aangedaan (de totale vernietiging). Mijn broeders op de Westbank: Steek toe! Steek de Joden de mythe van de Talmoed in hun koppen. Steek de Joden de mythe van hun tempel in hun harten!
Onze eerste fase moet luiden: Steek de Joden dood! Geef hen geen kans!
De tweede fase moet luiden: We zullen de Joden niet meer verjagen!
We zullen ze allemaal doodsteken en afslachten!”
Hiermee wordt niet alleen tot oorlog tegen Israël opgeroepen, maar tot de totale oorlog tegen alle Joden wereldwijd.
Hier wordt opgeroepen tot volkerenmoord tegen Joden!
Wie er in het licht van dit gevaar Israël eraan hindert het leven van Joden te verdedigen, wie nu tot het boycotten van Israël oproept of de moordenaars bagatelliseert als verzetsstrijders, wie nu niet duidelijk partij kan kiezen tegen de oproep tot volkerenmoord op Joden, wie Israël verzwakt of mede de schuld geeft aan Jodenhaat, wie beweert dat Israël het geweld zou escaleren in de poging zich te verzetten tegen de oproep om de Joden te vernietigen, wie beweert dat Israël aan de geweldsspiraal zou draaien die gaat om de volkerenmoord op Joden, wie Israël in haar inspanning zichzelf te verdedigen bekritiseert in tijden van de vernietigingsoorlog, maakt zich schuldig aan Jodenmoord.
Uiterlijk nu is de vraag niet meer wat jij gedaan zou hebben toen de nazi´s tot Jodenmoord opriepen, nu luidt de vraag: Wat doe je nu?
“Der Spiegel” weet precies wat hij doet en schrijft op 11 oktober:
“Israël reageert op de toenemende aanvallen door meest jonge of jongere Palestijnen, die met stenen of messen bewapend zijn, met scherpe politiecontroles en militaire druk. Goed opgeleide soldaten en politieagenten tegen teenagers met keukenmessen en zelf gemaakte brandbommen – het is een spiraal van geweld met ongelijk verdeelde middelen.”
Het is gewoon een brutaliteit dat de Joden zich niet gewoon zomaar door jonge mannen laten doodsteken.
Wat zongen de jonge mannen ooit nog maar weer in Duitsland:
“Wanneer de frontsoldaat ten strijde trekt, dan is hij vol goede moed, en als er Jodenbloed van het mes afdruipt, dan gaat het nog een keer zo goed.”
Vijfenzeventig jaar geleden zou “Der Spiegel” vermoedelijk het volgende hebben geschreven:
“Duitsland bouwt alleen maar douches. Joden in Warschau reageren met geweld!”