Boekrecensie door Simon de Koning, 8 april 2015.
Recent is verschenen het boek ‘Waarom mag Israël niet bestaan in het Midden-Oosten?’ van dr. Hans Jansen, onder meer bekend van het baanbrekende werk ‘Christelijke theologie na Auschwitz’.
Het boek is getrouw aan de titel, het behandelt het afwijzen van Israël in met name de islamitische wereld. In duizend pagina’s (!) wordt het ontkennen van het bestaansrecht van Israël – en het demoniseren van Joden – beschreven en onderbouwd met heel veel voorbeelden: door islamitische theologen, door religieuze en wereldlijke leiders, in kranten, cartoons en schoolboeken, op de radio en op de televisie, in moskeeën en scholen.
En dat door Palestijnen, Egyptenaren, Libanezen, Syriërs, Saoedi’s, Iraniërs enz. enz.
Bijzonder schrijnend zijn de hoofdstukken over de schoolboeken in Syrië, Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië, Libanon, Iran en de Palestijnse Autoriteit. In de Oslo-akkoorden hebben de Palestijnen zich verplicht tot ‘vredeseducatie’. Want hoe kunnen groepen vreedzaam naast elkaar leveren als de kinderen van een van de twee groepen op school al haat leren? Maar zoals het betreffende hoofdstuk beschrijft, wordt ook in de nieuwste Palestijnse schoolboeken de kinderen ‘wijs gemaakt’ dat:
- De strijd tegen Israël een godsdienstoorlog is.
- Een Palestijnse staat het verdwijnen van Israël betekent.
- Israël geen bestaansrecht heeft.
- De Holocaust niet gebeurd is.
- Palestijnen het slachtoffer zijn van “de racistische zionisten”.
- De oprichting van Israël “de grootste catastrofe is in de geschiedenis van de mensheid”.
Ook de historie van de afwijzing van Israël wordt beschreven, zoals over de warme banden tussen de Palestijnse leiding en de nazi’s – en hoe de nazi’s het Arabische geweld tegen Joden ondersteunden met geld en wapens. Ook wordt het weinig bekende begin van de georganiseerde Arabische afwijzing beschreven: een pan-Arabisch Congres in de Syrische stad Bludan in 1937.
Dat Congres bepaalde dat de tweestatenoplossing niet geaccepteerd kan worden omdat Palestina “een heilig deel is van het islamitische grondgebied”.
Dat heeft geleid tot het al zestien keer afwijzen van de tweestatenoplossing door de Arabieren van 1937 tot heden. Zo staat het tot op de dag van vandaag in het Hamas Handvest.
Aardig voor Likoed is dat er ook materiaal van de Likoed website wordt gebruikt. Zo wordt het artikel ‘Drie jaar van schendingen’ gebruikt om aan te tonen dat al in de eerste drie jaar na het tekenen van de Oslo vredesverdragen de Palestijnen die verdragen met voeten traden.
Het boek onderbouwt hiermee en met veel ander materiaal dat de Palestijnen nooit van plan waren om zich aan de vredesverdragen uit 1993 te houden. Tekenend is wat Jasser Arafat in 1996 in Stockholm beloofde aan een gehoor van Arabische diplomaten:
“Wij willen Israël elimineren en vervangen door een Palestijnse staat. Wij zullen het leven voor de Joden ondraaglijk maken door psychologische oorlogvoering en een bevolkingsexplosie.
Joden zullen niet te midden van Arabieren willen leven.
Ik heb geen behoefte aan Joden. Het zijn en blijven Joden.Wij hebben nu van jullie alle hulp nodig die wij maar kunnen krijgen, in onze strijd voor een verenigd Palestina onder Arabische heerschappij.”
Wie dit boek heeft gelezen, weet waardoor vrede in het Midden-Oosten al zo lang uitblijft, terwijl de Israëli’s niets liever zouden willen.
Hieronder volgen passages uit de toespraken bij de boekpresentatie.
Yvonne Caluwaerts, van het Simon Wiesenthal Instituut Brussel:
“De kern van het Israëlisch Palestijns conflict is dat het een religieus conflict is.
Een politiek conflict kan opgelost worden door onderhandelingen op diplomatiek vlak (geven en nemen, en waar compromissen kunnen afgesloten worden), wat bij een religieus conflict niet mogelijk is. Een religieus conflict is in deze absoluut, alles of niets. Over religie kan niet onderhandeld worden.
Vanuit het oogpunt van de Arabische leiders komt een tweestatenoplossing neer op verraad tegenover Allah, de Koran, de Islamitische traditie, en de Hadith (d.i. de overlevering, de uitspraken van de Profeet).
Vermits het een religieus conflict is, is Israël niet het probleem en ook niet de oplossing, omdat een compromis onmogelijk is.
Om dit goed te begrijpen is een historische terugblik op zijn plaats.
In 638 sloot Mohamed het eerste verdrag (dhimma genoemd) met de Joden van Khaymar in Medina. Mohamed zou bij de verovering van de stad hebben gezegd: “Het land behoort aan Allah en aan zijn gezondenen!”
Na de dood van Mohamed werden op drie continenten (Azië, Afrika en Europa) veroveringsoorlogen gevoerd en werden gigantische gebieden geannexeerd, gearabiseerd, geïslamiseerd, ja, gekoloniseerd.
De Islam was de grootste koloniale mogendheid uit de geschiedenis van de mensheid: We onderscheiden twee golven van kolonisaties door de Arabieren: een eerste golf van 640-750: alle landen rondom de Middellandse zee worden gekoloniseerd (Palestina in 638), een tweede golf van 1021-1689: de kolonisatie door de Turken.
Het is een politiek en juridisch dogma, geworteld in de Islamitische traditie, dat het geannexeerde land mag worden onteigend, en dat de overwonnenen dhimmies worden van de overwinnaars.
Het zijn immers rechten die Allah zelf aan de Moslims heeft geschonken. Talrijk zijn de juridische teksten die deze stelling adstrueren: Om een voorbeeld te geven:
“Palestina wordt fay (oorlogsbuit) genoemd, omdat Allah dit land in 638 van de ongelovige Joden heeft afgenomen en aan de Moslims heeft gerestitueerd. In principe heeft Allah dit land geschapen, opdat de gelovigen Hem ermee zouden dienen. Welnu, de ongelovigen , dienen Allah niet in Palestina, en daarom gaf hij het aan de gelovige Moslims .”
In dit verband citeert Andrew Bostom in zijn boek The mufti’s Islamic Jew Hatred naar een belangrijke fatwa, die regelmatig wordt geciteerd om duidelijk te maken dat Israël geen bestaansrecht heeft en daarom van de kaart moet worden geveegd. De Grootmoefti van Egypte, Sjeik Hassan Ma’moun, schreef op 5 januari 1956 in zijn fatwa onder meer:
“Moslims kunnen op geen enkele manier vrede sluiten met die Joden die het gebied van Palestina onrechtmatig hebben ingepalmd en zijn bevolking en hun eigendommen hebben aangevallen, wat de Joden toelaat een staat op te richten in dat heilig Moslim territorium.
Als de Joden een deel van Palestina hebben ingenomen en er hun niet-islamitische regering hebben geïnstalleerd en tevens uit dat landsdeel de meeste Moslim inwoners hebben geëvacueerd, dan is het voeren van de Jihad de plicht van elke moslim om het land terug te schenken aan hun volk.En als alle Islamitische landen de verblijfplaats uitmaken van iedere Moslim dan is de jihad een bevel voor zowel de Moslims die verblijven in het aangevallen territorium, als voor de moslims overal elders.”
Welnu, wat was de eeuwen door in het ”huis van de Islam” de positie van de Joden? In principe hebben de Joden geen enkel recht. Zij leven en zijn eigenaar van goederen enkel en alleen bij de gratie van de moslims die in het gebied aan de macht zijn. De Joden verkrijgen alleen maar rechten, als ze zich vreedzaam onderwerpen aan de moslimse autoriteit in het land. Dan genieten zij de bescherming van de moslims. Joden zelf worden dhimmies genoemd. Verdragen regelen de openbare en privérechten van Joden.
Het eerste recht dat de Joden ontvangen is het recht op leven. Voorwaarde is wel dat zij aan de moslimse autoriteit het hoofdgeld (jizya) betalen en zich aan haar gezag onderwerpen. Het betalen van het hoofdgeld is verplicht op straffe van arrestatie, gevangenisstraf, bekering, roof van kinderen of de dood. Het recht op leven is geen natuurlijk recht, maar een recht dat de Jood moet kopen door jaarlijks aan de moslimgemeenschap (de Umma) belasting te betalen.
Wij kunnen zeggen dat de Joden in het algemeen werden getolereerd, maar het waren in feite tweederangsburgers in die zin dat hun rechten beperkt en bepaald werden door de meerderheid van de moslims. De Islam hield vast aan de bevoorrechte superioriteit van de ware gelovige.
De onverwachte metamorfose van de verachtelijke, machteloze, vernederde en onderworpen Jood in een zionist die militaire overwinningen behaalt en daarom als een bedreiging voor de samenleving van de moslims wordt ervaren, heeft een theologische, sociologische, economische en politieke breuk in de eeuwenoude traditie van de Islam veroorzaakt die niet kan worden getolereerd.
Door het plotseling binnendringen van de zionistische Jood wordt de hiërarchie van betrekkingen tussen moslims en Joden in het Midden-Oosten omver geworpen. Omdat de onderworpen status van de Joden is verdwenen, worden de zionisten ervan beschuldigd dat zij de door God zelf gewilde orde hebben geschonden.
Namelijk dat het land behoort aan Allah en zijn gezondenen (uitspraak van Mohamed in 638!). We zijn dan in de 20ste eeuw!
Er is daarom maar één oplossing die acceptabel is: de Joden moeten hun oude en traditionele dhimmi status (van bescherming en vernedering) weer opnemen.
Mogen we uiteindelijk de vraag stellen? Is er in de toekomst nog hoop op een vredevolle oplossing?
In september 2007 zei de Franse filosoof Bernard-Henry Levy, dè grote pleitbezorger in onze wereld van vrijheid en menselijke waardigheid, in Amsterdam:
“De Islamitische wereld heeft een aggiornamento nodig, een omwenteling en het is waar dat die omwenteling er alleen komt als de Islamitische teksten werkelijk kritisch worden gelezen, als dogma’s ter discussie worden gesteld.
Dit is de kern van het probleem: of de Koran blijft onaantastbaar en we koersen af op een catastrofe; of we accepteren het idee dat een tekst alleen leeft bij de gratie van het commentaar, door constante herziening.
Pas dan zal een nieuwe tijd voor de Islam aanbreken. Zo is het ook gegaan met de Joodse Wet en het Evangelie.”
Dichter-essayist Benno Barnard:
“Hans Jansen heeft een verpletterend boek geschreven, ook letterlijk, want het telt duizend pagina’s en je kunt er een vijand mee doodslaan, als met een ezelskaakbeen. Het heet Waarom mag Israël niet bestaan in het Midden-Oosten en dat is een goede vraag.
Een dubbele vraag zelfs: waarom mag Israël van de islamitische staten niet bestaan, maar ook: waarom mag het van een deel van de westerse elite niet bestaan?
Zoals u weet bestaat er ook bij ons, in België en Nederland een irrationele haat tegen Israël. Het is mijn overtuiging dat die haat gebaseerd is op antisemitisme, weliswaar misschien geen bewust antisemitisme, maar een in de hele christelijke wereld – en ik zeg dit als christen – bestaand atavistisch antisemitisme, dat in ieder individu via het collectieve onderbewustzijn op elk moment actief kan worden.
Dat onbewuste racisme bereidt de geesten van beschamend veel intellectuelen voor op de inwerkingtreding van alle katrollen in hun volledig geautomatiseerde denken.
Een paar voorbeelden. De voormalige katholieke Nederlandse premier Dries van Agt heeft op ieder beschikbaar dak staan schreeuwen hoe slecht Israël wel niet is en dat wij dringend met die aardige, redelijke mensen van Hamas moeten gaan praten maar niet met Geert Wilders.
Op de VRT heb ik horen verklaren dat er in 1948 ‘miljoenen’ Palestijnen zijn verjaagd.
In Den Haag demonstreerden een stuk of twintig in boerka gehulde dingen voor het meest gemaltraiteerde woord dat er bestaat: vrijheid. Een van de dingen schold een aanwezige journalist uit. Het ding noemde hem: Jodenhond.
En de Belgische ‘Dichter des Vaderlands’ Charles Ducal gunt de Joden beslist geen vaderland en publiceerde een stuitend antisemitisch gedicht.
Tegen al deze mensen zeg ik: ‘Bent u tegen Israël? Heel goed, maar dan kunnen wij geen vrienden zijn, ook al bent u ongetwijfeld intelligent genoeg om uw antisemitisme als antizionisme te camoufleren en dom genoeg om het zelf niet meer als Jodenhaat te herkennen.’
Antisemitisme is de ongrijpbare substantie waarin het Kwaad zich heeft samengetrokken – het is de duivel die zijn mond niet kan houden. Maar omdat de duivel erg sluw is, heeft hij zich nu verstopt in dat o zo misleidende begrip ‘antizionisme’.
De Europese decadentie bestaat erin dat de Europese intelligentsia in meerderheid niet wil begrijpen dat ‘de Palestijnse kwestie’ helemaal niet over land gaat, maar een pan-Arabisch en pan-islamitisch project is Israël te vernietigen.
Waarom willen hoogopgeleide linkse mensen niet inzien wat de ware aard van Hamas is? Wat verklaart het monsterlijke verbond tussen hele en halve Europese communisten en bloeddorstige, vrouwenhatende gekken met een middeleeuws wereldbeeld?
Ik denk dat ik het antwoord ken. Hamas (en de hele islamitische wereld) poseert met een zeker dramatisch talent als slachtoffer, en links is van oudsher dol op slachtoffers.
Bovendien koestert ook Hamas een utopie. En utopisten herkennen hun soortgenoten, net als honden. In de utopie van Hamas is de wereld een plek die gezuiverd is van Joden – om die paradijselijke toestand te verwezenlijken is bijvoorbeeld de moord op Joodse kleuters wenselijk, want die groeien anders toch maar op tot soldaten van de Zionistische Entiteit.
Ik vertel hier geen sick joke, het maakt deel uit van het strijdplan van Hamas. Ondertussen worden Palestijnse kinderen uit de Gazastrook in Israëlische ziekenhuizen gratis behandeld.
In de islamitisch-fundamentalistische utopie begint alles dus met het uitroeien van de Joden. Dit vervelende aspect van de Palestijnse droom wordt door de westerse utopisten luidkeels verzwegen.
Het toejuichen zou hen ook te zeer in verlegenheid brengen, al heb ik zo het idee dat sommigen onder hen in stilte vinden dat de Joden hun ondergang aan zichzelf te danken zouden hebben – dat laatste geheel in de traditie van grote Europese antisemieten als graaf de Gobineau en H.S. Chamberlain.
Maar er is ook dit aspect: de mogelijkheid de Joden ervan te beschuldigen zich ‘als nazi’s te gedragen’ en een ‘Palestijnse Holocaust’ te organiseren (want al deze stuitende aantijgingen lees je) ontslaat de linkse Gutmensch van dat knagende, onuitstaanbare schuldgevoel over ons antisemitische Europese verleden.
Maar het is allemaal nog veel erger. De grootste schok die Hans Jansen ons in zijn boek bereidt is deze: de extremistische visie van Hamas, Iran, Hezbollah, IS, de zelfmoordenaars… is die van een overweldigende meerderheid van de moslims.
Dat begint met het onderwijs: iedere volgende generatie zal de Joden even enthousiast haten als de vorige.
De gevaren die Israël bedreigen zijn gevaren voor hele westerse wereld. De islam heeft voldoende fundamentalisten om ons langdurig in een oorlogssituatie te houden. En Israël is het ideologische front, ook wanneer daar niet de facto gevochten wordt, zoals momenteel. Het moslimfundamentalisme is ons aller vijand.
Maar het is moeilijk voor ons, hedendaagse Europeanen, om nog een vijand te herkennen. Niet alleen de oikofobie, de uit vage onlustgevoelens geboren afkeer van de eigen beschaving, maar ook de psychologie heeft onze beschaving ondermijnd.
Van de psychologie mag je met een beschuldigende vinger naar je ouders wijzen, maar niet naar een vijand.
Vijanden zijn mensen die zelf door hun ouders zijn misvormd en hen treft dus geen schuld.
We kunnen nu nogmaals de beroemde woorden van Golda Meir herhalen, uit haar autobiografie My Life (1974):
“Ik heb er nooit aan getwijfeld, geen ogenblik, dat het werkelijke doel van de Arabische staten altijd de totale vernietiging van de staat Israël is geweest, en dat is het nog. En dat zelfs als wij ver achter de linies van 1967 tot een miniatuur-enclave waren teruggetrokken, zij toch zouden hebben geprobeerd die uit te roeien en ons tegelijkertijd.”
Veertig jaar later, schrijft Hans Jansen, is er niet veel veranderd.”