Bericht ontleend aan Preoccupied territory en Elder of Ziyon. Vertaling en bewerking: Likoed Nederland, 1 april 2015.
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties Raad heeft een commissie ingesteld voor het onderzoek van Israëlische oorlogsmisdaden ten tijde van de uittocht uit Egypte.
De tien plagen in Egypte zijn volgens de Raad een overduidelijke inbreuk op het internationaal recht en kunnen worden aangemerkt als misdaden tegen de menselijkheid.
Egypte heeft vorige maand de aanklacht ingediend, waarbij het stelde dat deze misdaden niet kunnen verjaren.
Onder meer zal de vermeende inzet van internationaal verboden wapens tijdens de zogenaamde tien plagen worden onderzocht. Dat geldt ook voor de massamoord op de Egyptische cavalerie, dat wordt echter bemoeilijkt door het gebrek aan getuigen die het bloedbad overleefd hebben.
In een gerelateerde ontwikkeling heeft de regering Obama haar “diepste teleurstelling” uitgesproken over de weigering van Netanyahu om de herdenking van de uittocht uit Egypte tijdens Pesach (het Joodse Paasfeest dat a.s. vrijdag in Israël begint) aan te passen.
De regering Obama stoort zich aan het “vijandige en agressieve taalgebruik” die Israël van plan is bij de herdenking te gebruiken.
Het zeggen en zelfs zingen van de gebruikelijke zinsnede “volgend jaar in Jeruzalem” wordt door de regering Obama gezien als volstrekt ongepast. In een verklaring veroordeelt het dit als een “onnodige en ongewenste provocatie naar de goedwillende Palestijnen” en “een struikelblok voor het vredesproces”.
De regering Obama zou graag de tekst vervangen zien door bijvoorbeeld “volgend jaar in Haifa”, en heeft laten doorschemeren de kwestie anders door de VN te willen laten beoordelen.
Publicatiedatum: 1 april.
Dit was dus een 1 april grap.
Sommigen zijn er ingetuind, dat is te begrijpen want de werkelijkheid is nauwelijks minder gek:
De Joden moeten het goud terug geven dat ze bij de uittocht uit Egypte hebben gestolen.