Door Jordy Steijn, CIDI, ingekorte versie, 25 februari 2015.
De PLO en de Palestijnse Autoriteit zijn schuldig bevonden aan het faciliteren van terreuraanslagen op Amerikaanse burgers in Israël, oordeelde een jury afgelopen maandag in een New Yorkse rechtszaak.
Het gaat om zes bomaanslagen en schietpartijen, die tussen 2002 en 2004 plaatsvonden, waarbij 33 doden en honderden gewonden vielen, onder wie Amerikanen.
De rechter kende een schadevergoeding van 218,5 miljoen dollar toe aan de slachtoffers, te betalen door de Palestijnse autoriteiten.
Kent Yalowitz, de advocaat van de slachtoffers, drong er in zijn slotpleidooi bij de jury op aan om een schadevergoeding van 350 miljoen dollar toe te kennen. Dit geld moet betaald worden door de PLO en de Palestijnse Autoriteit, die de terroristen materiële steun hebben verleend bij het plegen van hun aanslagen in het begin van dit millennium.
“Er is geen enkel bedrag dat dit menselijk leed kan verzachten, maar als geld nog het enige is dat je ze kunt geven, dan moet dat hetgene zijn waar je het nog enigszins mee kunt compenseren”, zo stelde Yalowitz. Uiteindelijk werd er een bedrag van 218,5 miljoen dollar toegekend, hetgeen nog verdrievoudigd wordt onder de Anti-Terreurwet die in de Verenigde Staten geldt.
Bewijslast
Een deel van de bewijslast was afkomstig van de getuigenissen van familieleden van vermoorde slachtoffers en van de slachtoffers met een blijvende handicap.
Slachtoffer Rena Sokolov, beschreef hoe een familievakantie in Israël in 2002 uitliep op een groot drama, nadat er in Jeruzalem vlakbij een schoenenwinkel een bomaanslag werd gepleegd.
“Het voelde alsof ik in een wasmachine zat, terwijl het bloed uit mijn gebroken been gutste en ik dacht dat ik doodging. Vervolgens keek ik naar rechts en zag daar vlakbij een vrouw liggen, die ernstig gewond aan haar hoofd was.”
Rena, haar man Mark en hun twee kinderen raakten alle vier gewond bij de aanslag. Een jaar eerder overleefde Mark ook al de aanslagen van 9/11.
Een ander deel van de bewijslast vormde de interne administratie van de Palestijnse Autoriteit, waaruit bleek dat ze de salarissen doorbetaalden van werknemers die achter de tralies zaten vanwege hun betrokkenheid bij terreuraanslagen.
Daarnaast betaalde de PA ook nog ‘schadevergoedingen’ aan de families van zelfmoordterroristen en schutters die stierven tijdens hun aanslag. “Waar zijn de documenten die bewijzen dat deze medewerkers zijn gestraft voor het vermoorden van mensen?”, zo vroeg Yalowitz zich af. “Er is niets van dat alles te vinden, omdat de Palestijnse autoriteiten dat blijkbaar op hun eigen manier doen”.
Aanvulling Likoed Nederland:
Er was een merkwaardige vertoning van domheid en/of arrogantie tijdens het proces van een vooraanstaande Fatah leider (de partij van de ‘gematigde’ Abbas, die de leiding heeft over de PLO).
Hij zei namelijk op de Palestijnse televisie dat de aanklacht en dus de veroordeling van de Palestijnen feitelijk volkomen terecht was, door te verklaren dat de Palestijnse Autoriteit inderdaad de leiding had bij de terreuraanslagen tijdens de Tweede Intifada.
Hieronder de vertaling:
Lid van het Centrale Comité (bestuur van Fatah), Tawfiq Tirawi:
“Wij hebben te maken met politiek. Wij zijn allemaal zelfopofferende strijders die hebben gevochten in de gewapende strijd.
Wij merkten dat, gelet op de omstandigheden in de Arabische wereld en internationaal, wij misschien niet in staat zouden zijn om een staat te krijgen voor onze mensen .Wij deden Oslo en de onderhandelingen. De onderhandelingen mislukten.
Daarna deden wij een Intifada .
Wij waren degenen die de Intifada leidden, niemand anders.
Nu zijn we weer leidend in de volksopstand .
Wij als de Fatah-beweging, en met ons de PLO of de fracties die tot de PLO behoren.”