Door Alan Johnson, professor Democratische theorie en praktijk. Vertaling: Joost Majoor, 25 november 2014.
De jubelende reacties van veel Palestijnen op de ontvoering van drie Israëlische tienerjongens kreeg in het Westen schouderophalende reacties.
De officiële dagelijkse PA krant Al-Hayat Al-Jadida publiceerde cartoons waarin de drie studenten worden bespot en hun gevangenneming wordt gevierd. De Fatah Facebookpagina werd gedomineerd door een cartoon van drie ratten bungelend aan een lijn. Snoep werd uitgedeeld op straat (een traditioneel gebaar van vreugde en feest). Veel kinderen zijn gefotografeerd door hun ouders, glimlachend drie vingers opstekend.
Volgens de journalist Elhanan Miller verzamelt de campagne in snel tempo “groeiende steun van de bevolking voor de ontvoering in de Palestijnse social media”.
Natuurlijk is Hamas opgetogen. Ja, Abbas heeft de ontvoering veroordeeld en er zijn enkele moedige Palestijnse stemmen die opkomen voor de drie jongeren, maar hun stemmen zijn geïsoleerd; Palestijnen die opriepen tot de terugkeer van de drie studenten werden bedreigd.
En toch, ondanks al dit gieren en juichen over het trauma en de mogelijke dood van Naftali Fraenkel en Gilad Shaar, beiden 16, en Eyal Yifrach, 19, zullen de Palestijnen waarschijnlijk een zeer kleine prijs betalen in de internationale gemeenschap of de wereldwijde publieke opinie. Waarom?
Voor een deel, omdat een antizionistische mentaliteit wortel schoot in het Westen. Die heeft centraal een niet onderzochte veronderstelling – namelijk dat Israëli’s en Palestijnen verschillende soort volk zijn. Israëli’s hebben een vertegenwoordiging, verantwoordelijkheid en keuze, Palestijnen niet.
Kortom, de wereld behandelt de Palestijnen als kleine kinderen – genaamd de ‘de pathologie van paternalisme’.
De onuitgesproken veronderstelling van antizionisme is dat de Palestijnen een volk zijn, dat gedomineerd wordt door de omstandigheden en bewogen door emoties; kwaliteiten geassocieerd met de natuur. Israëli’s zijn het tegenovergestelde; meesters van alle omstandigheden, rationeel en berekenend; kwaliteiten geassocieerd met de cultuur.
Dit denken met slechts twee uitkomsten [= dichtonomie] heeft drie slechte gevolgen.
Ten eerste, door slechts één partij verantwoordelijk te houden voor van het conflict, vervormt dit denken met slechts twee uitkomsten de sleutelevenementen van het conflict.
Voorbeelden daarvan zijn de oorlog van 1948, de ineenstorting van de Camp David vredesbesprekingen in 2000, de terugtrekking uit Gaza in 2005.
De Palestijnen krijgen de rol van passieve slachtoffers; een geforceerd volk (Ha’aretz schrijver Yitkhak Laor beweert de tweede intifada werd “aangespoord” door … Israëlische beleid); een gedupeerde volk (activist Tikva Honig-Parnass schrijft van “Barak’s voorgenomen instorting van de Camp David besprekingen in oktober 2000”); en een volk waar je niet over moet oordelen.
De wetenschapper Jacqueline Rose beschouwt Palestijnse zelfmoordterroristen als “mensen gedreven tot het uiterste” en stelt dat Israël “verantwoordelijk is voor dilemma” van de zelfmoordterrorist.
Ten tweede, het denken met slechts twee uitkomsten wat Palestijnen en Israëli’s betreft, vervormt ons begrip van de veiligheid van Israël.
De bedreigingen waar Israël mee te maken heeft worden gerelativeerd en de veiligheidsmaatregelen die Israël neemt hergedefinieerd als zinloze en wrede daden.
Bijvoorbeeld, de schrijver Shlomo Sand beweert dat Israël zichzelf ten onrechte “portretteert als een vervolgde onschuldige” en hij beweert dat deze presentatie geen echte bedreigingen voor de Israëlische samenleving inhoudt, maar “een fontein van diepgewortelde collectieve angsten” bracht.
Ilan Pappe , een Israëlische wetenschapper die nu les in het Verenigd Koninkrijk geeft, beweert dat “zionisten” “een natie dwingen om voortdurend bewapend te zijn” door het stimuleren van “voortdurende angst” door het misbruik van de Holocaust. Hij ontkent “nuttige verzinsels over Israëli’s die lijden onder intense raketbeschietingen” als “fantasie van apologeten.” Vervolgens voor de anti-zionisten is Israëls zorgen om haar veiligheid is ofwel een pathologie (een onbewuste psychische aandoening waar Israëli’s zich niet van los kunnen maken) of – tussen twee haakjes een contradictie – een geval van manipulatie (een bewuste politieke truc).
De derde consequentie van het denken met slechts twee uitkomsten over de aard van de twee volkeren is de infantiliseren van de Palestijnen: zij worden voortdurend gezien als niet verantwoordelijk voor hun daden; de bron van hun gedrag altijd buiten hun, het ligt altijd aan de Israëlische acties.
Bijvoorbeeld, toen de Israëlische schrijver en linkse zionist Amos Oz klaagde dat het aanzetten van de Palestijnse intellectuelen is één reden waarom zo veel Palestijnen “verstikt en vergiftigd worden door blinde haat,” reageerde Yitzhak Laor door Oz te beschuldigen van “opruiing” tegen de Palestijnen.
Oz’s lef bij het streven om de Palestijnen ter verantwoording te roepen, zorgde voor een veroordeling van Laor.
De wetenschapper Jacqueline Rose betoogde dat de Palestijnse zelfmoordterrorist een persoon is die wordt gedwongen.
Natuurlijk moet Israël compromissen sluiten en het land verdelen om een Palestijnse staat mogelijk te maken.
Maar als de Palestijnen worden behandeld als kinderen, en nooit verantwoordelijk worden gehouden voor het cultiveren van een cultuur van haat, dan zullen ze nooit lastige compromissen sluiten voor de vrede.
En zonder die compromissen – in een Midden-Oosten dat zich steeds verder verwijderd van de normen van menselijke beschaving – zal Israël geen risico’s nemen voor vrede.
En dat mag Israël ook niet doen.
