Door Daniel Greenfield. Vertaling: Wim Jongman, 30 oktober 2014.
Baby Chaja Braun werd vermoord op de terugweg van haar eerste reis naar de Klaagmuur, waar de inheemse Joodse bevolking van Israël blijft bidden in de schaduw van het aldaar door de moslimveroveraars gevestigde heiligdom. Daarvandaan laten racistische moslims stenen regenen op de Joodse bidders.
Het drie-maanden oude babymeisje stierf toen een islamitische terrorist een auto in een menigte ramde, haar in de lucht wierp en zij met het hoofd op de stoep viel. Haar dood was geen op zichzelf staande gebeurtenis. Het werd ook niet veroorzaakt door een kleine minderheid van extremisten. Haar bloed werd vergoten op straat voor de islamisering van Jeruzalem.
De islamisering van Jeruzalem heeft een internationale oorzaak. Die komt niet zomaar uit Gaza-stad of zelfs uit Ramallah. Noch uit Doha, of Istanbul. De politici en diplomaten van elk groot land eisen de islamisering van Jeruzalem. Wanneer ze praten over een Palestijnse staat met als hoofdstad Jeruzalem, is dat wat ze echt eisen: het herstel van de islamitische etnische zuiveringen van Jeruzalem in 1948.
Zij eisen het met woorden en met boycots, maar de moslimkolonisten voor wie ze deze Apartheid voor Jeruzalem uitroepen, schrijven hun moorddadige eisen met het bloed van kleine meisjes.
Het baby-meisje werd vermoord voor de islamisering van een stad. Ze stierf zoals de Israëlische soldaten stierven voor de hereniging van Jeruzalem, nadat het Arabische legioen het etnisch gereinigd had van de Joodse bevolking en zoals gewone Jeruzalemmers werden omgebracht door de Jordaanse sluipschutters die in de stad op zoek waren naar Joodse en christelijke doelen. De slachtoffers in die jaren van moslimbezetting waren inclusief Jaffa Binjamin, een 14-jarige meisje, zittend op het balkon van haar eigen huis, en een christelijke timmerman werkend in de Notre Dame-klooster.
Zoals Chaja, ben ik ook geboren in Jeruzalem. Zoals Jaffa leefde ik in een gebouw dat doel was van moslim-sluipschutters. Maar de Zesdaagse oorlog maakte een einde aan de overheersing van de islamitische sluipschutters over de stad.
Het gebouw waar mijn ouders hun huis hadden was eens heel goedkoop, omdat leven daar een onmiddellijke dood betekende voor iedereen die op het verkeerde moment uit een raam keek.
De bevrijding en hereniging van Jeruzalem maakte het tot een plek waar joodse kinderen kunnen spelen op balkons en waar christenen de kerken konden herstellen zonder vermoord te worden.
Onder de moslimbezetting, toen Jordaanse sluipschutters koelbloedig hun kinderen vermoorden, konden de Joodse bewoners die daar onder vuur woonden en leefden, niet zoveel doen, zelfs geen toiletgebouwtje oprichten zonder als illegale bouw te worden gerapporteerd aan de VN. In één geval hield een VN-waarnemersorganisatie vier vergaderingen om een bijbouw voor lokale Joodse inwoners te bespreken, voordat de veroordeling van Israël volgde voor illegale bouw. Het veroordeelde echter niet Jordanië, toen een van zijn soldaten het vuur opende op een trein en een Joodse tienermeisje verwondde.
Moslimverontwaardiging over Joodse toiletten telde meer dan de moslimmoord op Joodse kinderen. En dat is nog steeds zo. Vandaag doet het VS ministerie van Buitenlandse Zaken de moord op dat meisje af als een verkeersongeluk, terwijl de Joden die in Jeruzalem wonen de waarschuwing krijgen dat zij elke mogelijkheid tot vrede onmogelijke maken.
Hillary Clinton bracht 45 minuten door met te krijsen tegen Netanyahu via de telefoon nadat een planning-commissie nieuwe huisvesting in Jeruzalem toegestaan had, en vertelde in het openbaar aan de media dat het voorstel dat Joden in een deel van Jeruzalem wonen waarvan zij gelooft dat dit aan de moslims behoort “beledigend” is naar de Verenigde Staten toe.
De nieuwste vuurstorm explodeerde over zeven Joodse gezinnen, die in huizen trokken die zij legaal kochten, in een gebied waaruit de Joden etnisch waren gezuiverd door het racistische moslimgeweld in de jaren twintig en dertig. Eerder had het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het Witte Huis gewaarschuwd dat Israël “zelfs hun naaste bondgenoten” van zich vervreemdde door voor te stellen om huizen te bouwen op Airplane Hill, een plaats die vooral bekend staat vanwege het feit dat er een Israëlisch vliegtuig crashte tijdens de Zesdaagse oorlog waar voorheen een tijdelijke huisvesting was gevestigd voor Russische en Ethiopische immigranten.
Maar toen Chaja werd vermoord, verzocht het State Department dringend “aan beide partijen om de kalmte te handhaven en escalering van spanning te vermijden in het kielzog van dit incident.” Het was alsof er niets belangrijks was gebeurd. Gewoon een Israëlisch-Amerikaanse baby vermoord bij het nastreven van het door hun gedeelde doel van islamisering van Jeruzalem.
Minister van Buitenlandse Zaken John Kerry belde niet President Abbas, de niet-verkozen president van de PLO Palestijnse Autoriteit, om hem te hekelen toen één van zijn adviseurs de moordenaar van het kind een “heldhaftige martelaar” noemde. Hillary Clinton kwam niet van haar pensionering terug om over de telefoon tekeer te gaan toen Abbas’ partij zei dat de moordenaar 72 maagden in het paradijs ontvangen zou.
Als er maar iets veel belangrijkers was gebeurd dan dat een presidentiële adviseur van de door Obama-gesteunde terreurstaat de moordenaar van een Amerikaanse kind een held noemde; zoals het plannen van het “voortgaan” met nieuwe huisvesting.
Niemand werpt bezwaren op als moslimkolonisten huizen in Jeruzalem of ergens anders bouwen. Maar de bezwaren komen wanneer de inheemse Joodse bevolking zoiets als een huis of een bijgebouw bouwt.
Wat we hier bespreken is geen vrede, maar etnische zuivering. In 1948 werden de Joden etnisch gezuiverd uit Jeruzalem om de stad te islamiseren.
Hun synagogen werden opgeblazen door de moslimbezetters. Hun grafstenen werden gebruikt om de wegen te bestraten, die gebruikt werden door de racistische moslimkolonisten.
“Voor het eerst in duizend jaar was er niet één enkele Jood in de Joodse wijk overgebleven,” pochte Abdullah el-Talal, een commandant van de islamitische indringers. “Niet één gebouw bleef intact. Dit maakt de terugkomst van de Joden hier onmogelijk.”
In zijn memoires schreef hij: “Ik wist dat de Joodse wijk dicht was bevolkt met Joden, die hun strijders een goede kans gaven om in te grijpen en moeite te veroorzaken… Slechts vier dagen na onze intocht in Jeruzalem was de Joodse wijk hun kerkhof geworden. Dood en verderf regeerde daarover.”
Life Magazine gepubliceerde foto’s van de wreedheden en schreef dat “moslimcensuur, niet alleen in Palestina, maar ook in de naburige Arabische landen, via de belangrijke nieuwskanalen twee weken lang heeft geprobeerd het nieuws niet uit te laten lekken.”
De Life-fotograaf die de foto’s nam werd ter dood veroordeeld door het Hoge Arabische Comité.
Dit is de etnische zuivering die Hillary Clinton en John Kerry aan het verdedigen zijn. De islamisering van Jeruzalem, dat is de strekking van al de vredesplannen die naar voren zijn gebracht.
Het hele vervalste “Palestijnse” verhaal waarin de regionale soennitische Arabische moslimmeerderheid druk bezig is met het afslachten van christenen, Koerden, sjiieten, fungeert alsof zij het slachtoffer zijn; omdat hun racistische etnische zuiveringsplannen werden gefrustreerd toen de Joodse slachtoffers terugvochten en wonnen.
De moslimbezetters strooiden zout in de wonde door te doen alsof zij de inheemse bevolking waren en zo steun te geven aan hun pogingen om de inheemse Joodse bevolking te verdringen door middel van terreur en leugens.
Abdullah el-Talal zei: “Ik heb in deze nederlaag van de Joden gezien dat hen de zwaarste klap gegeven werd, met name in termen van moraal, omdat ze werden verwijderd van de Klaagmuur en uit de Joodse wijk, voor het eerst in vijftien generaties.”
Elke politicus die de Joden wil berispen voor het bouwen of kopen van huizen in Jeruzalem, maar niet hetzelfde doet bij de moslims, onderschrijft daarmee Abdullah’s genocidale visie en het terrorisme wat daarbij hoort.
De moord op kleine meisjes zoals Chaja Braun vindt niet plaats in een vacuüm. De islamiseerders van Jeruzalem krijgen vertrouwen als ze zien dat de internationale gemeenschap achter hun eisen staat. In 1920 zong de kolonistische racistische moslimmenigte in Jeruzalem: “de religie van Mohammed werd geboren met het zwaard”, en “dood aan de Joden”, en “de regering is met ons” terwijl de moslim-politieagenten onder de Britse koloniale regering zich met hen verenigde in de verkrachting en de moord op de inheemse Joodse bevolking.
Te veel regeringen staan nog steeds naast hen die zwaaien met het zwaard van Mohammed en die ‘dood aan de Joden’ schreeuwen.
Zij moedigen hen aan, zij verdedigen hun agenda en laten zwakke berispingen uitgaan wanneer bloed is vergoten in de naam van de islamisering van Jeruzalem.
De politici die de islamisering van Jeruzalem onderschrijven, kunnen echter niet ontsnappen aan de verantwoordelijkheid voor de misdaden van de islamiseerders.