Door Nonie Darwish. Afkomstig uit Gaza, waar haar vader in de jaren vijftig een leider was van de terreur tegen Israël (ook toen al, vóór er een ‘bezetting’ was!) en daarbij om het leven kwam. Zijzelf woont tegenwoordig in de Verenigde Staten en is journalist. Ingekorte vertaling: Simon de Koning, 11 september 2014.
Recentelijk zei een Pakistaanse religieuze leider, Pirzada Mohammad Raza Saqib Mustafai: “Wanneer de Joden zijn uitgeroeid … zal de zon van de vrede beginnen te schijnen over de hele wereld.”
Dit soort preken zijn routine, niet alleen door geestelijken, maar ook door politici – in Iran, Saoedi-Arabië, Egypte en elders. Het zit in het hart van de islamitische theologie dat vrede in de wereld pas bereikt zal worden als alle Joden van de aarde zullen zijn weggevaagd.
Echter slechts weinig mensen in de Westerse media zijn gealarmeerd door dit soort retoriek of vinden het belangrijk om deze afschuwelijk donkere kant van de islam aan de orde te stellen.
Het is tijd geworden voor ons allemaal om deze wreedheid tegen het Joodse volk te ontdekken en aan de kaak te stellen. Dat zijn wij verplicht aan de mensheid en aan de waarheid.
Moslims verdedigen die Jodenhaat door te beweren dat de Joden Mohammed hebben verraden en daarom dit verdienen. Toen ik zelf moslim was, geloofde ik dat eenzijdige islamitsche verhaal tegen de Joden, dat dit alle doden, terreur, leugens en propaganda van de islamitische leiders rechtvaardigde. De gemiddelde moslim ervaart het routinematig vervloeken van de Joden in moskeeën als normaal en zelfs als heilig!
De Jodenhaat in de islam vormt een essentiële basis vormt voor het Islamitische geloofsysteem. De Jodenhaat bedekt een existentieel probleem in de islam. Het maakt niet uit hoeveel moslim mannen, vrouwen en kinderen sterven in om de reputatie van de Islam te beschermen. Wat is de oorsprong?
Toen Mohammed begon om de islam te verspreiden, was zijn doel om een unieke Arabische religie te creëren, door een Arabische profeet, die de Arabische waarden en cultuur weerspiegelt. Maar om legitimiteit te krijgen, moest hij die koppelen aan de vorige twee Abrahamitische godsdiensten, het Jodendom en het christendom.
Hij verwachtte dat de joodse stammen die in Arabië leefde hem tot hun Messias zouden verklaren en daarmee ook bij de Arabieren zouden legitimeren, vooral bij zijn eigen stam in Mekka, de Quraish. Omdat zijn eigen stam hem had verworpen en bespot, moest Mohammed de goedkeuring van de Joden krijgen, die hij de mensen van het boek had genoemd. De bekering van joden tot de islam was nodig om aan de bewoners van Mekka te bewijzen dat ze een fout had gemaakt door hem af te wijzen.
Dat was een van de redenen dat Mohammed er voor koos om zich in Medina te vestigen, een stad die voornamelijk werd bewoond door joodse stammen en wat arme Arabieren die rond de Joden woonden. Het oudere deel van de Koran staat vol met oproepen aan de Joden, die toen werden beschreven als “uitblinkend onder de volkeren”(45:16). Maar toen de Joden weigerden om zich te bekeren tot de islam, werd dit volledig omgedraaid. De Koran verandert verder in pure haat, verwensingen en geboden om Joden te vermoorden. De verwerping door de Joden werd een ondraaglijke obsessie voor Mohammed.
Niet alleen hun afwijzing, maar ook hun welvaart maakte Mohammed extreem jaloers. Die werd verkregen door arbeid, terwijl Mohammed zijn brood verdiende met roof, zoals het overvallen van karavanen. Dat oogde niet best voor een man die beweerde een profeet van God te zijn.
Alleen het bestaan van de Joden zette Mohammed al in een kwaad daglicht. Dat leidde uiteindelijk tot een afzichtelijke slachtpartij, waarbij tussen de 600 en 900 Joodse mannen werden vermoord, en hun vrouwen en kinderen tot slaven werden gemaakt. Mohammed had de eerste keuze van de mooiste vrouw als zijn seksslavin. Deze slachtpartij op Joden werd uitvoerig vastgelegd in islamitische boeken over het leven van Mohammed – niet als iets om je voor te schamen, maar als gerechtvaardigd gedrag tegen slechte mensen.
Mohammed moest als rechtvaardiging ook toekomstige generaties oproepen om deel te nemen aan de afslachting van de Joden. Een groot aantal verzen in de Koran sporen strijders aan om te vechten en te doden, en zij vervloeken islamitische strijders die hieraan niet willen deel nemen.
De moslims die de sharia schreven, begrepen hoe gevoelig Mohammed was voor kritiek hierop. Dat is de reden waarom kritiek op Mohammed de grootste wandaad in de islam werd. Die wandaad kan nooit vergeven worden, zelfs als de dader berouw toont. Moslims dragen zo een enorme last, een heilige last, om Mohammed te verdedigen met hun bloed, en daarvoor mogen zij doden, liegen en misleiden.
Mohammed moet diep en extreme schaamte gevoeld hebben na wat hij de Joden had aangedaan, en dat er dus een zeer goede reden gevonden moest worden om zijn slachtpartij te rechtvaardigen. Daarom werd aan alle moslims bevolen om Mohammeds voorbeeld te volgen. Honderd jaar na de dood van Mohammed veroverden de Arabieren Jeruzalem en bouwden de Al Aqsa moskee recht boven de ruines van de Joodse Tempel, de heiligste plaats van de joden. Moslims dachten dat ze zo alle sporen van het joodse bestaan hadden uitgewist.
In de ogen van Mohammed en de moslims is het eenvoudigweg bestaan van het Joodse volk – laat staan een complete Joodse staat – iets wat de islam ondergraaft. Als moslims vrede zouden maken met de Joden, en zouden erkennen dat Joden mensen zijn met dezelfde rechten, zou dit een verwoestend effect hebben op hoe moslims hun religie, hun geschiedenis en de daden van hun profeet zien.
De islam heeft een zeer wezenlijk probleem: ofwel de Joden zijn boosaardig en minderwaardig – apen, varkens, en de vijanden van Allah (een omschrijving die geregeld te horen is in de moskeeën in het Midden-Oosten moskeeën) of Mohammad was een bloedige krijgsheer, ongeschikt om een profeet van God te zijn.
Er is geen derde weg mogelijk om de ineenstorting van de Islam te voorkomen. Dat is de reden waarom de waarheid de grootste vijand is van de islam.
Als de waarheid de ongerechtvaardigde Jodenhaat bloot zou leggen, zouden moslims blijven zitten met een lege huls van een religie, een religie waarvan de profeet was een moordenaar, een dief en een krijgsheer was.
Zonder Jodenhaat zou de islam zichzelf vernietigen.