Door Alastair Crooke, schrijver van het boek ‘’Resistance: The Essence of Islamic Revolution’. Ingekorte en enigszins bewerkte vertaling: Likoed Nederland, 2 september 2014.
De dramatische opmars van ISIS in Syrië en Irak heeft velen in het Westen geschokt.
Velen zijn verbijsterd – en vol afschuw – door het geweld.
En staan versteld van de aantrekkingskracht op soennitische jongeren.
De heersende elite in Saoedi-Arabië is verdeeld. Sommigen juichen toe dat ISIS vecht tegen Iran en de sjiieten. En dat er een nieuwe soennitische staat is opgericht in het centrum van wat zij beschouwen als historische soennitisch erfgoed. En dat zij zich streng houden aan de wahabitische ideologie. Andere Saoedi’s zijn bevreesd en herinneren aan de opstand van Ikhwan.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen.
Wahabisme
De oprichter van het Wahabisme, Abd al-Wahhab, verachtte de rijke, in luxe levende, tabak rokende Egyptische en Ottomaanse adel die naar Mekka kwam om te bidden. In zijn ogen waren dat geen echte moslims.
Het gedrag van de lokale bedoeïenen vond hij niet beter. Hij vond dat ze aan de verering van mensen deden, door het plaatsen van grafstenen en aan bijgeloof; zoals het vereren van bijzondere plaatsen. Het bezoeken van het graf van Mohammed vond hij imitatie van de christelijke verering van Jezus, en daarmee afgoderij. Het deed volgens hem afbreuk aan de volledige onderwerping die men moet voelen ten opzichte van Allah. Hij beschouwde dit als door Allah verboden.
Dit leidde tot de doctrine van takfir. Daaronder kunnen moslims tot ongelovigen verklaard en gedood worden als zij niet trouw in de leer zijn. Maar dat kan ook als zij inbreuk maken op de soevereiniteit van de absolute islamitische autoriteit (bij voorkeur een Kalief).
Zijn iedereen waren radicaal en Abd al-Wahhab moest vluchten. In 1741 kwam hij onder de bescherming van Ibn Saoed (een voorvader van de Saoedische koninklijke familie) en zijn stam.
De Ibn Saoed stam nam zijn leer over.
Verder deden zij wat zij altijd al deden: naburige dorpen aanvallen en beroven.
Alleen was dat nu niet meer volgens Arabische traditie, maar onder de vlag van de jihad, dus uit naam van de islam.
De aangevallen stammen moesten zich bekeren tot het wahabisme of sterven.
Ook het idee van het martelaarschap in de naam van de jihad werd geherintroduceerd. Dat zegt dat martelaren voor het islamitische geloof rechtstreeks naar het paradijs gaan.
Eerste verovering
Ze veroverden een groot deel van het huidige Saoedi-Arabië, Syrië en Irak. In 1801 werd in de voor sjiieten heilige stad Karbala een bloedbad aangericht, waarbij duizenden omkwamen en tot slaaf werden gemaakt. Twee jaar later werd Mekka veroverd en ook daar werden historische monumenten en alle graven en heiligdommen vernietigd.
De Ottomaanse heersers reageerden en stuurden legers, vooral van Egyptenaren. De Saoedische leider werd gevangen genomen, drie dagen vernederd in de straten van Istanbul en daarna opgehangen en onthoofd. Zijn afgehakte hoofd werd afgevuurd met een kanon, en zijn hart uitgesneden en op zijn lichaam geprikt.
In 1818 waren de Saoedi’s definitief verslagen en hield de eerste Saoedische staat op te bestaan. De stam werd terug gedreven naar hun woestijngebied.
Tweede verovering
In de twintigste eeuw herhaalde de geschiedenis zich. Toen het Ottomaanse Rijk instortte door de chaos van de Eerste Wereldoorlog, veroverde de Saudi stam en het wahabisme tussen 1914 en 1926 opnieuw de islamitische heilige steden Mekka en Medina.
Toen werd er in 1936 olie ontdekt. Het Saoedische stamhoofd had de steun van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten nodig voor zijn claim op het gebied tegen concurrenten die ook koning wilden worden (de concurrerende familie van de Hasjemieten kreeg uiteindelijk de koningschappen van Jordanië en Irak).
Hij veranderde daarom het wahabisme van een beweging van revolutionaire jihad tot een conservatieve sociale, politieke, theologische beweging, die trouw is aan de koninklijke familie en absolute macht verleend aan de koning. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verleenden politieke steun en wapens en kregen in ruil daarvoor olie.
Saoedi-Arabië werd zo het enige land ter wereld dat naar een familie is genoemd. Er kwamen drie peilers: “één leider, één autoriteit, één moskee – onderwerp je daaraan of wordt gedood”. De drie peilers zijn de Saoedische koning, het officiële wahabisme en de interpretatie daarvan (in de moskee).
De puriteinse Ikhwan beweging zag dit als verraad aan het wahabisme en kwam hiertegen in opstand. Het leidde tot een burgeroorlog die tot in de jaren dertig voortduurde, maar uiteindelijk met machinegeweren neer werd gemaaid.
Met de enorme groei van de olie-inkomsten worden miljarden oliedollars besteed – tot op de dag van vandaag – om de wahabistische variant van de islam te verspreiden. Dit gebeurt door het bouwen van moskeeën, het opleiden van imams en het uitzenden van die imams.
ISIS
Wahabistische bewegingen als Al-Qaida, Hamas en ISIS konden daarom op veel steun rekenen uit de Golfstaten; geld en wapens.
Echter, ISIS heeft zich nu ontwikkeld tot een erfgenaam van de Ikhwan beweging; het zet zich af tegen de trouw aan de koning en is daarin radicaal anders. Het stelt de heerschappij van de eerste twee kaliefen als voorbeeld, in plaats van die onder Mohammed zelf.
ISIS ontkent daarmee de claim van het Saoedische koningshuis op de heerschappij van Saoedi-Arabië en de islamitische heilige plaatsen. Inmiddels heeft ISIS zelf zo veel rijkdom buit gemaakt en afgeperst, dat ISIS het geld uit de oliestaten niet meer nodig heeft.
En daarmee is ISIS – dat juist volledig voldoet aan het wahabisme – inmiddels ook een bedreiging voor Saoedi-Arabië geworden.
Het is ironisch, dat de Saoedische elite en het Saoedische koningshuis nu bedreigd worden door het monster dat ze zelf hebben gecreëerd.