Door Dani Dayan. Vertaling: Joost Majoor, 31 augustus 2014.
Nu de reserve-eenheden van het Israelische leger zijn teruggekeerd naar hun gezinnen en naar het dagelijks leven, lijkt het er op dat het militaire gedeelte van Operation Protective Edge is voltooid.
De tijd zal vertellen hoe veel veiligheid is bereikt voor de inwoners van het zuiden van Israël, van de onophoudelijke raketten en de dreigende tunnels.
Maar voor de beslissingmakers van Israël, het feit dat tijdens de zomer van 2014 meer Israëli’s in schuilkelders waren dan op de stranden heeft meer gevolgschade en regionale gevolgen. De kustvlakte – het zaken- en cultuurcentrum van Israël – was nooit zo kwetsbaar sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967.
Als de Israëlische troepen de Gaza schoonveegde van haar terreurinfrastructuur, waste een politieke vloedgolf twee decennia van obsessieve tunnelvisie weg, gefocust op de zogenaamde tweestatenoplossing.
Naarmate de oorlog vorderde, werd de kwetsbaarheid van steden als Modi’in and Kfar Saba (aan de Israëlische zijde van de Groene Lijn) voor tunnels en raketaanvallen angstaanjagend duidelijk.
Het feit dat Tel Aviv, Jerusalem en de agglomeratie van Tel Aviv (waar 70 procent van de Israëlische bevolking woont en economisch actief is) slechts vijftien seconden krijgt om naar de schuilkelders te gaan toont enkel de onmogelijkheid van Israel om Judea and Samaria weg te geven.
Een raket uit Gaza zorgde ervoor dat de internationale luchthaven van Israël moest sluiten, en terreurtunnels veroorzaakte angst in het hele land dat gewapende doodeskaders van Hamas overal in Israël kunnen zonder waarschuwing kunnen opduiken. Verder kan men de wolkenkrabbers van Tel Aviv zien vanaf de heuvels van Samaria, dus als Hamas de controle over het gebied zou krijgen, dan hoeven ze enkel een paar korte-afstandsmortieren af te schieten om chaos te creëren.
Havik-achtige verklaringen uit het hele politieke spectrum komen zowel uit Israël als daarbuiten, zelfs van de meest fervente gelovigen in de twee-staten-paradigma, wat erop lijkt dat Hamas bewezen heeft dat het niet langer een oplossing is.
De belangrijkste verklaring legde premier Benjamin Netanjahoe af op zijn persconferentie van 11 juli, waarin hij vrijwel erkende dat de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat in Judea en Samaria onmogelijk was. Jeffrey Goldberg versloeg dat Netanjahoe niet alleen maar
“afstand deed van zijn retorische steun voor een twee-staten-oplossing. Hij beschreef gewoon zo’n staat als een onmogelijkheid.”
Een gelijktijdige analyse in Tablet Magazine concludeerde dat Judea en Samaria op dezelfde wijze de Israëlische soevereiniteit zal verwerven:
“zonder fanfare, de facto eerder dan de jure, op enig moment in de niet al te verre toekomst, wanneer de ministeries van Buitenlandse Zaken van het Westen volop bezig zijn met crisissessies over Irak of Syrië.
En het zal plaatsvinden met de stilzwijgende steun van Egypte, Jordanië en Saudi-Arabië.”
Professor Shlomo Avineri, een van Israëls grootste voorstanders van twee staten, verklaarde in een recent opiniestuk:
“Degenen van ons die Oslo steunde – en die nog steeds denken dat het de juiste stap is – moeten erkennen dat het heil niet van de Palestijnen zal komen. Ze zijn echt niet geïnteresseerd in een oplossing van twee staten voor twee volkeren, omdat ze niet bereid zijn om legitimiteit te verlenen aan het Joodse recht op zelfbeschikking.”
Minister van Binnenlandse Zaken Gideon Sa’ar (de nummer twee in Likoed en potentiële opvolger van Netanjahoe), ging verder toen hij ervoor uitkwam dat hij fel tegen de oprichting van een Palestijnse staat was als kwestie van beleid.
Tegelijkertijd kwam de Britse premier David Cameron ook tot de conclusie dat de twee-staten-oplossing steeds minder mogelijk is.
En in de nasleep van het verbod van de FAA inzake het vliegverkeer van en naar Israël, klaagde professor Alan Dershowitz dat de Hamas-aanval elk echt perspectief op een twee-staten-oplossing mogelijk heeft beëindigd.
De meest veelzeggende overeenkomst was de toenadering tot de BBC door de voormalige Israëlische president Shimon Peres – een van Israëls meest uitgesproken voorstanders van overdracht van gebied – zei:
“Ik vind het moeilijk om vandaag het terugtrekken van ons uit Gaza uit te leggen, of een toekomstig terugtrekken uit de Westelijke Jordaanoever te verdedigen.”
Nog schokkender dan Peres’ uitlatingen waren de opmerkingen van de – alles behalve aangekondigde – Amerikaanse presidentskandidaat Hillary Clinton, die in haar poging om meer steun te krijgen van de Joodse en pro-Israël mensen in de Democratische Partij het recht van Israël om zich te verdedigen fel verdedigde door uit te leggen:
“Dus wat ik mensen vertel is dat, als ik de premier van Israël was, dan heb je gelijk dat ik controle wil hebben over veiligheid .”
De opmerkingen van Clinton, Peres, Netanyahu en de anderen geven aan dat de behoefte van Israël om de controle over Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) te behouden is, eindelijk een mainstream positie is geworden.
Er wordt nu algemeen erkend dat het toppunt van roekeloosheid zou zijn voor Israël om land te geven in de strategische heuvels van Judea en Samaria, die uiteindelijk zou eindigen in de controle van een ideologische ‘Hamas’ – hetzij door verkiezingen of kogels.