Door Elder of Ziyon. Vertaling en bewerking: Likoed Nederland.
De 18 bewezen oorlogsmisdaden van Hamas:
1. De raketaanvallen van Hamas op de Israëlische burgerbevolking.
Dat het de bedoeling is om burgers te treffen, leidt geen twijfel, want Hamas schept daar zelfs over op.
Dit is een oorlogsmisdaad.
(Statuut van Rome, artikel 8.2)
2. Er moet een verschil zichtbaar zijn tussen strijders en burgers.
“Tevens mogen aanvallen niet plaatsvinden in de buurt van civiele gebouwen, in het bijzonder van beschermde gebieden zoals scholen, medische voorzieningen en religieuze gebouwen. De aanwezigheid van de burgerbevolking of individuele burgers mag niet worden gebruikt om bepaalde punten of gebieden te vrijwaren van militaire operaties, met name pogingen om militaire doelen af te schermen tegen aanvallen of om militaire operaties te belemmeren.”
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikel 51).
3. Het gebruik van de huizen en openbare instellingen als militaire bases. Tevens het booby-trappen van civiele ruimtes.
Beide zijn veelvuldig gedaan door Hamas. Dit is verboden.
Zie de uitgebreide documentatie die door Israël is verzameld: “Hamas War Tactics: Attacks from Civilian Centers”.
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikel 51).
4. Het misbruik maken van medische faciliteiten en ambulances.
Hamas gebruikt ziekenhuizen als gevechtsposities en ambulances om zijn strijders te vervoeren.
”Het embleem van het Rode Kruis alleen mag worden gebruikt om medische eenheden en inrichtingen te beschermen.”
(Artikel 44 van het Eerste Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot van gewonden en zieken)
5. Het gebruik van menselijke schilden.
Het is verboden “om militaire doelen bewust samen te voegen met burgers, met de specifieke bedoeling om het onder vuur nemen van die militaire doelen te voorkomen.”
(Regelgeving van het Internationale Rode Kruis)
6. Het gebruiken van kinderen in de strijd.
Een Palestijns tijdschrift heeft gemeld dat kinderen gebruikt worden om tunnels te graven – waarbij er honderden zijn omgekomen.
Ook heeft Hamas paramilitaire zomerkampen voor schoolkinderen.
Er zijn rapporten over zowel deze oorlog als de vorige dat kinderen meevechten als kindsoldaten. Hamas heeft Palestijnse kinderen bewapend met 250.000 handgranaten.
Partijen moeten “alle mogelijke maatregelen” nemen om ervoor te zorgen dat kinderen “niet rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden en, in het bijzonder, moeten zij zich ervan onthouden hen te rekruteren in hun strijdkrachten.”
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikel 77)
7. Het verstoren van humanitaire hulpverlening.
Keer op keer hield Israël zich aan de humanitaire wapenstilstanden. Hamas echter gebruikte ze om raketten te schieten op Israël. Zelfs de grensovergang Kerem Shalom, waar humanitaire goederen Gaza binnen worden gebracht, werd beschoten met mortieren.
De Vierde Geneefse Conventie bepaalt dat de partijen bij een gewapend conflict op “vrije doorgang van goederen zendingen zullen toelaten en hun bescherming zullen garanderen.” Hetzelfde verdrag verbiedt dat humanitaire goederen worden onttrokken aan hun beoogde doel, dus gebruikt worden voor de strijders. Dit heeft Hamas in het verleden vaak gedaan en dit wordt nu ook weer gemeld.
(Vierde Geneefse Conventie, artikelen 59 en 60)
8. Het nemen van gijzelaars.
De Vierde Geneefse Conventie zegt glashelder: “Het nemen van gijzelaars is verboden.” Het nemen van krijgsgevangenen is toegestaan, maar niet het misbruiken van gevangenen als gijzelaar. Dat is de bedoeling is van Hamas, zoals blijkt uit uitspraken van de leiders en bij de eerdere gijzeling van de Israëlische soldaat Shalit.
Het Internationaal Verdrag tegen het nemen van gijzelaars definieert een gijzelaar als: “Een persoon die wordt vastgehouden en die men dreigt te doden, te verwonden of vast te houden om een derde partij te dwingen tot een gewenste handeling om de vrijlating van de gijzelaar te bereiken.”
(Vierde Geneefse Conventie, artikel 34)
9. Het kleden in het uniform van de vijand.
Dit deed Hamas herhaaldelijk, bij de aanvallen uit de tunnels op Israëlisch grondgebied.
Het Aanvullend Protocol I verbiedt het gebruik van vijandelijke vlaggen, militaire emblemen, insignes of uniformen.
(Statuut van het Internationaal Strafhof)
10. Geweld gericht om angst te zaaien onder de burgerbevolking.
“Daden van of bedreigingen met geweld waarvan het primaire doel is om terreur te plegen op de burgerbevolking” zijn verboden.
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikel 51)
11. Het beschieten van civiele objecten, zoals vliegvelden en kerncentrales.
“Aanvallen mogen niet gericht zijn tegen burgerlijke objecten.”
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikelen 48 en 52)
12. Willekeurige aanvallen – aanvallen die niet gericht zijn op militaire doelwitten.
Dit deed Hamas met haar raketten. Zelfs “Het gebruik van wapens die door hun aard ongericht zijn, is verboden.”
(Wet inzake Gewapend Conflicten, Aanvullend Protocol I, artikel 71)
13. Proportionaliteit van de aanval.
Een aanval moet een militair doel hebben, terwijl de raketbeschietingen van Hamas op burgers geen enkel militair doel dienen.
“Elke partij bij het conflict, moet alles doen wat haalbaar is om te beoordelen of het bij de aanval te verwachten bijkomend verlies van mensenlevens, verwondingen aan burgers, schade aan burgerobjecten of een combinatie daarvan buitensporig is, ten opzichte van het te verwachten concrete en directe militaire voordeel.”
(Internationale Rode Kruis, regel 18)
14. Een partij moet vooraf waarschuwen voor elke aanval die de burgerbevolking kan treffen, zodat die maatregelen kan treffen.
Hamas doet dit overduidelijk niet.
“Elke partij bij het conflict moet een effectieve waarschuwing vooraf geven van aanvallen die gevolgen kunnen hebben op de burgerbevolking.”
(Internationale Rode Kruis, regel 20)
15. Bescherming van eigen burgers.
Hamas heeft niet alleen nagelaten om burgers in Gaza te beschermen door het niet bouwen van schuilkelders, maar heeft burgers juist met opzet in gevaar gebracht.
“De partijen bij het conflict moeten alle praktisch uitvoerbare voorzorgen nemen om de burgerbevolking en civiele objecten te beschermen tegen de gevolgen van aanvallen.”
(Internationale Rode Kruis, regel 22)
16. Bescherming van journalisten.
Hamas heeft journalisten bedreigd, impliciet en expliciet. Sommige journalisten werden beschuldigd van spionage en daarom verhinderd om Gaza te verlaten, waardoor ze feitelijk gijzelaars waren.
“Civiele journalisten actief in professionele bezigheden in conflictgebieden moeten worden gerespecteerd en beschermd, zolang ze niet rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden.”
(Internationale Rode Kruis, regel 34)
17. Het schenden van doden.
Hamas heeft gepronkt met de chip die Hamas het uit het dode lichaam van soldaat Shaul Oron heeft gehaald.
“Elke partij bij het conflict moeten alle mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat doden worden beroofd. Het verminken van dode lichamen is verboden.”
(Internationale Rode Kruis, regel 113)
18. Het aanvallen van medische verzorging.
Hamas heeft het Israëlische veldhospitaal in de buurt van de grensovergang Erez met mortieren beschoten. Dit was nota bene opgezet om Palestijnen uit Gaza te kunnen behandelen.
“Medische eenheden moeten geëerbiedigd en beschermd worden onder alle omstandigheden.”
(Internationale Rode Kruis, regel 28)