Door Mojmír Kallus. Vertaling: Z.B., 21 augustus 2014.
In het Britse blad “The Economist” stond een artikel met als ondertitel dat “de beschieting van Gaza heeft sympathie voor Israël weggenomen … en de Israëli’s er nu over nadenken hoe te reageren.”
Het is weer een voorbeeld van argumentatie, die oorzaak en gevolg verwisselt en om nog zekerder te zijn, de oorzaak van de Israëlische operatie niet eens vermeldt.
Alsof Israël zomaar, bij wijze van sport, besloten heeft de arme burgers in Gaza af te gaan schieten. En omdat verder iedereen in de wereld altijd consequent en moreel gedrag vertoont, heeft Israël nu een probleem en willen wij graag weten hoe het daarmee omgaat.
Ik ben ervan overtuigd dat Israël zich aan niemand hoeft te verontschuldigen, voor de wil om te overleven en om zijn burgers te beschermen en dat zij de moorddadige bedoelingen van Hamas en soortgelijke organisaties met succes het hoofd zal bieden. Zoals zij zich tot nu toe met gelijksoortige bedreigingen ook raad wist. Maar Europa heeft een nog groter probleem.
Het zou beter zijn geweest als de commentatoren van de Economist uit de ramen van hun kantoor naar buiten zouden kijken. Wat er gebeurt in Londen, Parijs, Brussel of Berlijn toont aan dat Europa heeft toegestaan dat de kwade geest van antisemitisme uit de fles is.
Nu kijken ze hulpeloos en met een zekere verbazing toe hoe deze haatgevoelens escaleren.
De brute moorden op Joden op klaarlichte dag, het in brand steken van synagogen, de aanvallen op joodse winkels en het scanderen van beledigende leuzen. Hoever zal het gaan en hoe gaan we erop reageren?
Israël aan te wijzen als de schuldige is smakeloos.
Het enige goede eraan is dat het de antisemitische instincten zichtbaar maakt en daarmee het vermoeden bevestigd dat kritiek op Israël slechts een welkome dekmantel is voor haatuitingen tegen Joden.
Wat Israël ook doet, de geweldplegers in Europese straten zullen met hun getier doorgaan en een laffe reactie zal ze alleen maar sterker maken.
De vermeende schuld van Israël zou bewezen worden door opiniepeilingen. Die laten de toenemende afwending zien van Europese inwoners van de Joodse staat.
In werkelijkheid bewijzen deze alleen maar het mislukken van de Europese elites, die de anti-Joodse propaganda, vermomd als kritiek op de staat Israël, niet het hoofd biedt.
Wanneer de Westerse media in het verspreiden van deze propaganda hierin verder assistentie blijven verlenen, zullen de opiniepeilingen nog duidelijker worden.
Het risico dat de politici in de verleiding komen om mee te gaan met de meerderheid, ook al weten ze dat deze ongelijk heeft, is normaal in een democratie. Maar in een situatie, waarin steeds meer mensen geloven in een gevaarlijke leugen, is moed hard nodig. Moed om de meerderheid het hoofd te bieden.
Waar zijn de sterke Europese leiders? De echte leider kan men herkennen aan zijn morele kracht waarmee hij de publieke opinie in positieve zin kan veranderen.
Europa heeft al eerder ondervonden welke destructie teweeggebracht kan worden wanneer de anti-Joodse haat de maatschappij in haar greep krijgt.
Daarom heeft Europa geen excuus.
We hebben leiders nodig, die niet bang zijn om mensen de waarheid te vertellen, ook al bevalt die niet.
Zijn die te vinden?