Door Elise Friedmann, CIDI, 29 juli 2014.
“Er zijn veel struikelblokken bij het onderzoeken van mogelijke oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en andere overtredingen van het humanitair recht in de context van een gewapend conflict”, schreef Amnesty International-onderzoeker Donatella Rovera in april dit jaar.
Zij staat al twintig jaar aan het hoofd van veldonderzoekmissies naar dergelijke zaken.
Zij deed ook onderzoek in de Palestijnse gebieden en wees in haar artikel “Challenges of monitoring, reporting, and fact-finding during and after armed conflict” onder andere op de speciale problemen die onderzoekers hebben met getuigenissen van Palestijnen in de Gazastrook.
Onderzoekers in oorlogsgebieden in het algemeen hebben te maken met problemen bij het toegang krijgen tot de gebieden waar het conflict wordt uitgevochten, en daarna wordt bewijsmateriaal, al of niet bewust, snel verwijderd, vernietigd of aangetast. Dit leidt soms tot verkeerde veronderstellingen bij de onderzoekers. Zij noemt als voorbeeld foute conclusies over de plaats van inslag van clusterbommen in Syrië.
Bovendien is het voor burgers vaak moeilijk om gebeurtenissen waarin zij verwikkeld raken accuraat te beschrijven. In Gaza en andere plaatsen beschreven burgers:
“wat zij dachten dat artillerie- of bominslagen waren door ver verwijderde regeringstroepen die vlakbij hun huis neerkwamen, terwijl de harde knallen en trillingen in werkelijkheid werden veroorzaakt doordat oppositiestrijders vlakbij hen mortieren of raketten afvuurden.
Voor ongeoefende oren is het vrijwel onmogelijk onderscheid te maken tussen inkomend en uitgaand vuur, vooral voor mensen die zich dicht bij het front bevinden. Dat verschil maakt weinig uit voor burgers die in paniek zijn en vaak uit angst hun huis ontvluchten, maar voor onderzoekers is het van het grootste belang.”
Gefabriceerd “bewijsmateriaal”
Conflictsituaties kunnen een zeer gepolitiseerde, gepolariseerde situatie creëren waardoor zelfs mensen en organisaties beïnvloed kunnen worden die bekend staan om hun geloofwaardige en objectieve werk, schrijft Rovera: “Betrokkenen en belanghebbenden kunnen uitzonderlijk ver gaan in het manipuleren of fabriceren van ‘bewijsmateriaal’, voor interne of externe consumptie.”
Als voorbeeld noemt zij gemanipuleerde video’s, gefilmd op andere momenten of plaatsen, die in de “YouTube-oolog” worden gepresenteerd als “bewijs” van wreedheden die een van de partijen in Syrië zou begaan.
Een onderzoek van de BBC liet onlangs zien dat hetzelfde gebeurde met beelden die werden gepresenteerd als deel van het Gazaconflict, maar afkomstig waren uit bijvoorbeeld Syrië .
“Zelfs wanneer zij desinformatie en misinformatie negeren, moeten onderzoekers zich ervan bewust zijn dat deze toch bijdraagt aan hun waarneming van gebeurtenissen, het narratief rond de gebeurtenissen, en het gedrag van mensen die het in goed vertrouwen aannemen en interniliseren. Dit geldt voor slachtoffers, getuigen en andere potentiële bronnen.”
Liegen uit angst
“Angst kan slachtoffers en getuigen ertoe brengen om bewijsmateriaal achter te houden of bewust onjuiste verslagen te geven van incidenten”, waarschuwt Rovera.
Speciaal over Gaza zegt zij:
“In Gaza kreeg ik onvolledige of onjuiste informatie van familieleden van burgers die per ongeluk waren gedood door ‘bedrijfsongevallen’ met explosies, of door raketten die door Palestijnse gewapende groepen naar Israel waren afgeschoten maar slecht functioneerden, en over burgers die waren gedood door Israelische aanvallen op nabijgelegen stellingen van Palestijnse gewapende groepen.
Geconfronteerd met ander bewijsmateriaal dat langs andere weg was verkregen, zeiden sommigen dat zij bang waren voor wraakoefeningen door de gewapende groepen.
De middelen waarover onderzoekers beschikken zijn in de loop der jaren enorm verbeterd, maar sommige dingen veranderen niet. En dat geldt vooral voor de noodzaak om strikt en onpartijdig te werk te gaan.”
Toevoeging Likoed Nederland: Die angst geldt ook voor journalisten. De Italiaanse journaliste Gabriele Barbati durfde pas te twitteren dat ze wist dat een Hamas raket negen Palestijnse kinderen op een draaimolen had gedood, toen ze zelf Gaza weer uit was. Anders zou Hamas ‘wraak op haar nemen’: