Door Yifa Yaakov. Ingekorte vertaling: Likoed Nederland, 13 mei 2014.
In een brief van 22 april aan het Witte Huis en vele ambassadeurs presenteerde de nationale veiligheidschef van de premier van Israël, Yossi Cohen, belastend bewijsmateriaal van deze sabotage door Ramallah.
Het blijkt dat de Palestijnse hoofdonderhandelaar Saeb Erekat al in maart 2014 een beleidsdocument schreef over de Palestijnse afwijzing van de Amerikaanse bemiddelingspogingen. Dat was bijna een maand voor de Palestijnse president Mahmoud Abbas de eenzijdige stap nam om 15 internationale verdragen te ondertekenen, zogenaamd in reactie op de weigering van Israël om een laatste ronde van gevangenen vrij te laten.
Erekat raadde toen al aan om aan te sluiten bij internationale verdragen, zoals het Verdrag van Genève, en om zich met Hamas te verzoenen.
In feite, schrijft Cohen, blijkt uit het document – dat bij de brief is bijgevoegd – dat Erekat de manoeuvre al weken voordat Israël kondigde haar weigering aankondigde, gepland had.
Deze timing toont volgens Cohen aan dat de Palestijnse leiders nooit de bedoeling hadden om de vredesbesprekingen serieus te verlengen.
Het document met de aanbevelingen voor unilaterale Palestijnse acties door Erekat op 9 maart aan Abbas gepresenteerd, dus voorafgaand aan het bezoek van Abbas aan de Verenigde Staten en zijn ontmoeting in het Witte Huis met de Amerikaanse president Barack Obama op 17 maart.
Het laat zien hoe bijna twee maanden voor de deadline – van 29 april voor de voltooiing van de vredesbesprekingen – er al een strategie van eenzijdige stappen buiten het overeengekomen onderhandelingskader aan Abbas werd aanbevolen.
Dus toen Obama probeerde om Abbas te overtuigen om vooruitgang te boeken bij de onderhandelingen, was de Palestijnse president reeds bezig met het torpederen van de gesprekken en het uitstippelen van een unilaterale koers.
De Palestijnen hebben Israël de schuld gegeven voor het mislukken. Zij beweren dat als Israël de gevangenen zou hebben vrijgelaten, de Palestijnen geen eenzijdige stappen zouden hebben gedaan en geen pact met Hamas zouden hebben gesloten.
Israël had de vrijlating van de vierde groep gevangenen echter afhankelijk gemaakt van de voortzetting van de gesprekken voorbij de deadline van 29 april. De Palestijnen weigerden dat. Cohen schrijft:
“De toetreding tot internationale verdragen is een flagrante schending van de Palestijnse verplichtingen en van de uitgangspunten bij de hervatting van de onderhandelingen sinds juli 2013. Dit document weerlegt de huidige Palestijnse bewering dat het besluit om de aanvragen in te dienen een reactie was op de vertraging in de vrijlating van de vierde groep gevangenen.
Het verzoeningsproces met Hamas en het laten toetreden van Hamas tot de regering werden al voorbereid terwijl er nog intensieve vredesonderhandelingen bezig waren.
Het document wijst op voorbedachte rade en een bewuste strategie van de Palestijnen om terug te komen op hun aangegane verplichtingen en om het vredesproces te torpederen.”