Door Sarah Honig. Vertaling: Likoed Nederland.
Er is alle reden om aan te nemen dat de Amerikaanse president Barack Obama nog nooit heeft gehoord van de demagogische vraag van voor de Tweede Wereldoorlog “Waarom sterven voor Danzig?”
Hetzelfde kan worden aangenomen voor zijn minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry. Vreemd genoeg lijkt echter hun beleid wel inspiratie te putten uit dezelfde ideologische bron die de wereld bovenstaande retorische, prikkelende vraag gaf.
Deze slagzin – zeer beroemd (of berucht) in zijn tijd – maakte haar debuut op 4 mei 1939 als de titel van een opiniestuk in de Parijse krant L’oeuvre. De schrijver was de Franse socialist Marcel Déat en zijn boodschap was dat nog meer ‘appeasement’ (toegeven) aan Adolf Hitler nodig was om oorlog te voorkomen.
Dat was al een half jaar na de München overeenkomst van september 1938, die het Sudetenland ontrukte aan Tsjechoslowakije en toekende aan Hitler om zijn honger te verzadigen. In de woorden van de Britse toenmalige premier Neville Chamberlain gegarandeerde dat “vrede in onze tijd.”
Toen hij landde op het vliegveld Heston direct na het sluiten van de overeenkomst, sprak Chamberlain tot de juichende menigte die hem opwachtte: “De oplossing van het Tsjechoslowaakse probleem, die nu is bereikt, is naar mijn mening het begin van een grotere regeling waarmee heel Europa vrede zal bereiken. Vanmorgen had ik nog een gesprek met de Duitse bondskanselier, Herr Hitler, en hier is het papier dat zijn naam draagt, net als de mijne … Wij beschouwen de gisteravond getekende overeenkomst als symbool voor de wens van onze twee volkeren om nooit meer oorlog met elkaar te voeren.”
Enkele uren daarna herhaalde Chamberlain herhaalde dezelfde prestaties bij zijn officiële residentie. Hij verzekerde zijn aanhangers dat hij hen “een eervolle vrede” had gebracht raadde hen vaderlijk aan om “naar huis te gaan om rustig te kunnen slapen.”
Maar niemand in Europa kon rustig slapen de volgende jaren, ondanks Chamberlain’s cynische offer van een kleine democratie op het altaar van de vrede.
Frustrerend genoeg ligt het niet in de aard van tirannen dat ze onder de indruk zijn naïviteit van goedbedoelende zielen. Hitlers honger werd niet verzadigd. In maart 1939 viel hij het overgebleven deel van Tsjecho-Slowakije aan – juist datgene waarvoor Chamberlain zoveel steun had betuigd na het verraad en waarvan hij plechtig beweerde de veiligheid te hebben geregeld.
Ook dat definitieve einde van “het Tsjechoslowaakse probleem” betekende niet het einde van de provocaties van Hitler – iets wat de toegevers hadden verwacht. Hitler beroofde de Europeanen van “hun mooie rustige slaap” met weer nieuwe eisen.
Die betroffen de Vrije Stad Danzig, een semi-autonoom gebied ingesteld in 1920 als onderdeel van het Verdrag van Versailles en onder de bescherming van de Volkerenbond geplaatst.
De inkt van het verdrag van München was nauwelijks droog, of Hitler begon te ijveren voor incorporatie van Danzig in het Derde Rijk. In april 1939 werd Polen gewaarschuwd om zich niet te verzetten tegen een Duitse inval. Dat zou vermoedelijk de bondgenoten van Warschau verplichten om haar te hulp te komen.
En om dat te voorkomen, schreef Déat zijn commentaar met de prikkelende titel die honend de Fransen vroeg of ze echt hun leven op het spel wilden zetten voor Danzig. Niet alleen vond Déat dat zij dat niet zouden moeten doen, maar hij schilderde de Polen ook nog af als onverzoenlijke brandstichters, van wie de onverantwoordelijke politisering de bron was van al hun beproevingen. “Ze brengen onheil over zichzelf door tegen de territoriale eisen van Duitsland te zijn.”
Dit klinkt onheilspellend vertrouwd voor ons Israëliërs. We hebben te horen gekregen dat we onheil over onszelf brengen als we ons blijven verzetten tegen de territoriale eisen van Ramallah.
Deze berisping werd uitgesproken door niemand minder dan de top-diplomaat van Amerika – op het moment dat hij en zijn baas er ook alles aan doen om de tirannen van Teheran te sussen.
Iedereen die in de weg staat van toegevers, wordt door hen zeker gehekeld. Zo liet Chamberlain het lijken dat Tsjechoslowakije de onruststoker was, die Europa’s collega-democratieën lastig viel met onbeschaamde verwachtingen: “We kunnen niet in alle omstandigheden het hele Britse Rijk in een oorlog betrekken alleen maar voor haar . Als we moeten vechten, moet dat voor grotere problemen zijn. …. Mensen willen geen oorlog beginnen zodat de Sudeten-Duitsers niet kunnen toetreden tot het Rijk. ”
Dit is hetzelfde wat Déat deed met de Polen zes maanden later – hun ogenschijnlijke obstructie en hardnekkigheid afschilderen als de enige obstakels voor de wereldvrede.
Dit is wat Kerry met ons doet toen hij waarschuwde dat als de zogenaamde vredesbesprekingen mislukken het onze schuld zal zijn en dat wij storm zullen oogsten. We zullen alleen onszelf de schuld kunnen geven van de ellende die we over onszelf brengen.
“Het alternatief voor de gesprekken is de kans op chaos,” waarschuwde Kerry. “Wil Israël een derde Intifada? De huidige status quo zal morgen niet meer bestaan … De buurlanden van Israël zullen op een andere manier druk gaan uitoefenen. …. Er komt dan een toenemend isolement van Israël. … Er kan dan een nieuw leiderschap komen dat voorstander van geweld is.”
Dus als Israël niet gedwee de Obama-Kerry lijn volgt, verdient het elke straf die volgt – hetzij via de uitsluiting uit de toch zo liefdevolle familie van naties of via meer bloedvergieten in een nieuwe terreurcampagne. Die is bij voorbaat gerechtvaardigd door de Amerikaanse president en zijn minister van Buitenlandse Zaken.
Dit alles was niet gefluisterd in een privégesprek. Het werd uitgezonden op televisie, zodat de hele Arabisch/islamitische wereld kon meeluisteren. Het laat zich raden wat voor effect deze bevestiging van het “Palestijnse verhaal” had op de zogenaamde vredes-onderhandelaars uit Ramallah.
Zullen ze Kerry’s bittere uitbrander van Israël zien als een stimulans om meer flexibiliteit van hun kant te tonen? Of zal het door Kerry omarmen van hun propaganda hen aanmoedigen om net zo compromisloos en inflexibel te blijven zoals zij tot nu toe zijn geweest? Ze hebben zo ongeveer net zo veel reden om een compromis te zoeken als Hitler had nadat Chamberlain de Britten had verzekerd dat zij niet zouden vechten voor Tsjechoslowakije of nadat Déat had aangegeven dat de Fransen niet bereid waren om te sterven voor Danzig.
Dit wordt overigens nog eens onderstreept door het schouwspel van Obama en Kerry met hun wanhopige pogingen om de sancties tegen Teheran te verlichten en dat regime dat uit is op atoomwapens tegemoet te komen. Kan iemand rationeel verwachten dat de fanatici in Iran meer toegeeflijk zullen zijn als de druk op de ayatollahs wordt verlicht? De kans dat zoiets gebeurt, is net zo veelbelovend als de kans dat Hitler tevreden zou zijn na het opslokken van het Sudetenland.
Het loont de moeite om ons te herinneren dat Chamberlain beweerde dat “wat wij deden was om haar te redden van vernietiging en om haar een kans te geven op een nieuw leven, als een nieuwe staat. Het verliest grondgebied en verdedigingslinies, maar dat stelt haar misschien in de toekomst in staat om te profiteren een nieuw nationaal bestaan, onder neutraliteit en veiligheid vergelijkbaar met wat we heden ten dage kunnen zien in Zwitserland.”
Zoiets zouden we ook Obama kunnen horen zeggen, dat hij ons ondankbare Israëli’s “de kans geeft op een nieuw leven … om te profiteren van een neutraliteit en veiligheid vergelijkbaar met wat we heden ten dage kunnen zien in Zwitserland.”
Het is slechts onze halsstarrige koppigheid die ons ervan weerhoudt om zijn licht te zien en te buigen in dankbaarheid.
En de woorden: “Als we moeten vechten, moet het voor grotere problemen zijn.” doen denken aan de strategische beslissing van Obama om toe te geven aan Iran.
Als Obama en Kerry ooit gehoord zouden hebben van Déat, dan zouden ze – door alleen de plaatsnaam te veranderen – het thema “Waarom sterven voor Danzig?” omarmen.
Een laatste noot: Déat werd een belangrijke nazi-collaborateur in Vichy-Frankrijk.