Door Eugene Kontorovich, hoogleraar internationaal recht aan de Northwestern University. Vertaling: Likoed Nederland, 10 april 2014.
Het is uitgegroeid tot een vaak geponeerde stelling in discussies over overname van Rusland van de Krim: dat in de internationale rechtsorde van na de Tweede Wereldoorlog landen niet langer grenzen veranderen met geweld.
Zo sprak de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John F. Kerry over de Krim campagne als een “19e eeuwse daad.”
Dergelijke verklaringen negeren een groot stuk ongemakkelijke geschiedenis. Hoewel het nog te vroeg is om veel over de 21e eeuw te zeggen, zag de late 20e eeuw veel landen buitenlands grondgebied opslokken.
Sterker nog, ook de wat meer bescheiden bewering dat dit niet voorkomt in Europa is niet waar. En zelfs niet dat op stevige internationale tegenstand stuit. Het blijkt dat de Verenigde Naties in minder dan de helft van de gevallen een veroordeling uitspreekt.
De Russische president Vladimir Poetin hoeft voor inspiratie niet verder te kijken dan zijn buurman Turkije. In 1974 viel Turkije Noord-Cyprus binnen, en het blijft het noordelijke deel van het eiland bezetten onder een niet-erkende marionettenregering. Cyprus is lid van de NAVO en de Europese Unie.
Het heeft ook de ontwikkeling van nauwe betrekkingen – en zelfs ondersteuning – van de EU naar zijn eigen bezetter niet verhinderd.
En Marokko pikte het grote en grondstofrijke Westelijke Sahara in, met een snelle actie zonder dat er een schot gelost werd.
Hoewel geen land de Marokkaanse soevereiniteit over het bezette gebied heeft erkend, blijft Marokko blijft een belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten en de EU. En het Amerikaanse beleid ondersteunt nu zelfs Marokkaanse voorstellen om het bezette gebied onder Marokkaanse soevereiniteit te houden, met lokale autonomie. Europese bedrijven helpen bovendien om de Westelijke Sahara voor Marokko te exploiteren. Recente handelsverdragen met Europa erkennen de Marokkaanse zeggenschap zelfs.
Misschien wel de meest flagrante voorbeelden zijn de veroveringen van hele landen die wel met bloedvergieten gepaard gingen. Het lijkt erop dat 1975 een jaar was voor zulke dingen, met Noord-Vietnam dat Zuid-Vietnam van de kaart veegde en Indonesië dat Oost-Timor pakte. Alle landen erkennen nu de soevereiniteit van Hanoi over heel Vietnam. En ondanks een vijandige resolutie van de Veiligheidsraad maakte het Westen tientallen jaren geen probleem van de positie van Indonesië in Timor, totdat de repressie van Jakarta ervoor zorgde dat de kwestie moeilijk meer te negeren was.
Meer recent, in de jaren negentig, veroverde Armenië met succes delen van Azerbeidzjan. Dit werd veroordeeld door de EU, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat dit wordt teruggedraaid.
En het was hetzelfde Rusland dat slechts vijf jaar geleden een gedeelte van Georgië innam. Na een reeks van westerse dreigementen van sancties, bleek de uiteindelijke ‘straf’ het mogen organiseren van de Olympische Spelen.
Wanneer verovering mislukt, komt dat door de tegenstand – zoals met Argentinië met de Falklands of de aanval van Irak op Iran.
Internationale veroordelingen halen echter niets uit. Saddam Hussein’s invasie van Koeweit leidde tot een internationale actie om hem te verdrijven. Maar dit is de uitzondering die de regel bevestigt.
Als de zeggenschap van de overwinnaar betwist blijft worden, verandert dat normaliter niets in de internationale betrekkingen. Hier is het Israël’s succes in de Zesdaagse Oorlog van 1967 waar de uitzondering de regel bevestigt.
Want het is onvoorstelbaar dat 45 jaar na nu de EU ook zal eisen dat Russische export een etiket moet hebben, om aan te geven dat ze niet afkomstig is uit “bezet Oekraïens grondgebied.” Dit zal de komende 45 jaar niet gebeuren, en zelfs niet de komende 45 dagen.
De ijver waarmee de internationale gemeenschap haar bezwaren over Israël ’s aanwezigheid in de West Bank handhaaft, leidt juist de aandacht af van andere veroveringen. Poetin weet dit maar al te goed.
Want opmerkelijk genoeg behield Rusland zijn status als lid van het “kwartet” dat bemiddelt in de Israëlische terugtrekking – zelfs nadat het Georgië was binnen gevallen!
Juridische belemmeringen blijken nauwelijks een barrière tegen verovering te zijn. Uit de bereidheid van het Westen om de grote landroven van Turkije en Marokko te gedogen, blijkt dat – behalve in uitzonderlijke gevallen – het Westen ook in de toekomst weinig zal doen om zulke daden tegen te gaan.