Door Lawrence Solomon. Vertaling en inkorting: Likoed Nederland.
Met slechts één uitzondering zijn christenen in de landen van het Midden-Oosten in gevaar of op de vlucht, worden hun kerken verbrand, hun bezittingen onteigend en is hun persoonlijke veiligheid in gevaar – door mishandeling, verkrachting en moord.
De enige uitzondering – waar christenen naar toe vluchten om in plaats van uit weg, waar hun aantal toeneemt in plaats van afneemt – is Israël.
Een eeuw geleden was de bevolking van het Midden-Oosten voor ongeveer 20 procent christen. Na golven van vervolgingen is het nu 4 procent en dalende. Sommigen vrezen dat het Midden-Oosten – de geboorteplaats van het christendom – binnenkort volledig gezuiverd zal zijn van christenen.
In Gaza bijvoorbeeld gaat het verdwijnen van de weinige overgebleven christenen alsmaar door – nog maar 3000, ongeveer een zesde van 1 procent van de totale bevolking – als gevolg van het geweld tegen christenen en door een islamitische regering die christelijke instellingen steeds verder inperkt.
In Israël gaat de tendens de andere kant op. De christelijke gemeenschap – 34.000 op het moment dat de moderne staat Israël werd opgericht in 1948 – is meer dan verviervoudigd tot 158.000. Een deel van dat verviervoudiging komt voort uit een natuurlijke toename van de bevolking. Het grootste deel wordt echter veroorzaakt door de christelijke immigratie naar Israël.
Oorlogen en conflicten leiden ook tot een grotere christelijke bevolking. Israël heeft christelijke vluchtelingen opgevangen uit Afrikaanse en Aziatische landen, zoals Vietnamese bootvluchtelingen. Israël christelijke bevolking was nog groter geweest zonder politieke terughoudend – van zowel christelijke als joodse leiders.
Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 vroegen 550 christelijke leiders om Bethlehem op te nemen binnen de grenzen van Israël. Maar Israël weigerde, uit angst voor de internationale veroordeling die op de annexatie zou volgen, plus het vooruitzicht om over de substantiële moslimbevolking van Bethlehem te zullen regeren.
Bethlehem probeerde het nogmaals voorafgaand aan de Oslo Akkoorden van 1993, waarbij Bethlehem en andere delen van de Westbank werden overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit onder Jasser Arafat.
“Bethlehem zal een stad van kerken maar zonder christenen worden, als je het overdraagt aan de Palestijnse Autoriteit,” zei de christelijke burgemeester van Bethlehem, Elias Freij.
De toenmalige premier van Israël, Jitschak Rabin, wou de overdracht alleen achterwege laten als de leiders van de christelijke kerk officieel en publiekelijk zouden verzoeken Bethlehem onder Israëlisch bestuur te laten.
De kerk weigerde, uit angst voor islamitische wraakacties tegen christenen in het Heilige Land en daarbuiten. Daarop vluchtten christenen vluchtten in grote aantallen – duizenden vroegen het Israëlische staatsburgerschap aan – en verder vooral naar Noord -Amerika en andere landen die open staan voor christenen. Deze uittocht van christenen uit Bethlehem zorgde voor een moslimmeerderheid in de stad. Het christelijke aandeel is nu naar schatting zo laag als 10 procent tot 15 procent.
Terwijl het Arabische christenen slecht vergaat in de islamitische wereld, gaat het velen goed in Israël – in sommige opzichten beter dan joden.
Arabische christenen behalen de middelbare school met een gemiddeld hoger niveau dan zowel joden en moslims.
Vijfentwintig procent van de Israëlische Arabische christenen werken in academische beroepen, evenveel als Joden. En uiteraard hebben christenen in Israël volledige vrijheid van godsdienst.
Maar tot voor kort identificeerden veel Israëlische Arabische christenen zich meer met hun Arabische meer dan met hun christelijke erfgoed. Dat is aan het veranderen.
“Mensen zien wat er nu gebeurt in Libanon, Egypte en Syrië. Ze begrijpen waar we leven. Ik zeg hen: al 65 jaar geven wij onze stem aan de Arabische communistische partijen, en 65 jaar hebben ze niets gedaan.”
Dat zegt Bishara Shilyan, oprichter van de ‘zonen van het Nieuwe Testament’, een nieuwe politieke partij in Israël. Deze is voor christelijke Arabieren die zichzelf zien als volwaardige burgers van Israël – niet in de laatste plaats door te dienen in het Israëlische leger.
“We willen volledig worden geïntegreerd in de Israëlische samenleving. ” zegt een andere leider in die beweging, Gabriel Naddaf een Grieks-orthodoxe priester in Nazareth. Hij ontving vele doodsbedreigingen omdat hij gezien wordt als verrader van Arabieren. Zijn zoon is het ziekenhuis in geslagen omdat hij dienst wil nemen in het Israëlische leger. Maar toch groeit de beweging.
“Wij hebben ons thuis hier, hij gelooft dat hij ook moet geven aan dit land. Dit land geeft ons rechten, en het moet daarvoor ook iets terug krijgen.
We willen allemaal hier in vrede leven en dus het land bescherming geven, want onze toekomst ligt hier.”