Door Yochanan Visser, Christenen voor Israël, 4 november 2013.
Op 4 november 1995 werd premier Yitzchak Rabin in Tel Aviv vermoord door de Israëlische student Yigal Amir.
Jaarlijks wordt dit drama herdacht met een manifestatie op het plein waar de moord plaatsvond.
In Israël wordt de herdenking echter op de Hebreeuwse datum gehouden, de achtste dag van de maand Chesjwan (nu op 16 oktober). Dit jaar namen 30.000 Israëli’s deel aan de herdenking.
Bijna ieder jaar wordt in redevoeringen tijdens Rabin herdenkingen gesproken over de nalatenschap van de vermoorde Israëlische premier. President Peres van Israël, die een van de architecten was van het Oslo vredesproces, zei bijvoorbeeld dit jaar ‘dat Rabin’s nalatenschap de tweestatenoplossing is omdat dit de enige weg naar vrede is’. De huidige leider van de Arbeiderspartij Shelly Yacimovich zei tijdens een herdenking in de Knesset dat Rabin had geprobeerd om de tweestatenoplossing uit te voeren en dat dit een verkiezingsbelofte van Rabin zou zijn geweest.
De opmerkingen van Peres en Yacimovich waren echter geheel bezijden de waarheid. Rabin zei iets geheel anders over de tweestatenoplossing. Op 5 oktober 1995 bijvoorbeeld, tijdens zijn laatste toespraak in de Knesset zei Rabin: “Wij zien een permanente oplossing met een Palestijnse entiteit die minder dan een staat zal zijn.”
Verder verwierp hij het idee van terugtrekking tot de wapenstilstandslijnen van voor de Zesdaagse Oorlog in 1967. Letterlijk zei Rabin:
“Wij zullen niet terugkeren tot de lijnen van 4 juni 1967. De veiligheidsgrens van de staat Israël zal worden getrokken in de Jordaanvallei in de meest brede zin van dat woord.”
Rabin doelde daarbij ongetwijfeld op de aanwezigheid van het Israëlische leger in het gebied.
Professor Efraim Inbar die een boek schreef over Rabin beweert dat de vermoorde premier hem ooit zei dat een Palestijnse staat een kankergezwel in het Midden-Oosten zou zijn.
Verder had Rabin in het geheel geen verkiezingsprogramma waarin over de vorming van een Palestijnse staat werd gesproken. Ten tijde van die verkiezingen was ieder contact met de PLO verboden volgens de Israëlische wet. Verder gaf Rabin geen enkele hint tijdens die campagne dat hij van plan was om met Arafat te gaan praten. Dat zou hem in die tijd onmiddellijk een verkiezingsnederlaag hebben opgeleverd.
De waarheid is dat Rabin al voor zijn dood tot de conclusie was gekomen dat het Oslo-proces niet kon doorgaan zoals beschreven stond in de akkoorden met de Palestijnse Autoriteit van Yasser Arafat. Rabin’s dochter Dalia vertelde de Israëlische krant Yediot Acharonot op 1 oktober 2010 namelijk het volgende:
“Veel mensen die dicht bij mijn vader stonden, vertelden mij op de vooravond van de moord dat hij overwoog om het Oslo proces te stoppen vanwege de terreur in de straten van Israël en omdat hij vond dat Arafat zijn beloften niet nakwam”.
In zijn boek De lange korte weg beschreef de huidige Israëlische minister van defensie, Moshe Ya’alon, die onder Rabin chef van de inlichtingendienst was van de IDF, een gesprek tussen hem en Rabin, dat plaatsvond een paar weken voor de moord. Rabin vertelde Ya’alon dat hij na de verkiezingen:
“dingen recht ging zetten met betrekking tot het Oslo-proces, omdat Arafat niet langer vertrouwd kon worden”.
Ook verwierp Rabin het idee van het ontruimen van nederzettingen voordat er een permanent akkoord zou worden gesloten over vrede met de Palestijnen. Tijdens de zelfde toespraak voor de Knesset een week voor zijn dood, zei Rabin: “Wij hebben ons ten overstaan van de Knesset verplicht om in het kader van de interimovereenkomst (Oslo) geen enkele nederzetting te ontruimen en om de natuurlijke groei van die nederzettingen niet te hinderen”. Vervolgens benadrukte hij de Israëlische soevereiniteit in Jeruzalem en sprak over een verenigd Jeruzalem als de hoofdstad van Israël”.
Rabin had dus in vele opzichten dezelfde denkbeelden over een akkoord met de Palestijnen als de huidige premier Netanjahoe.
Netanjahoe is in feite zelfs verder gegaan omdat hij de vorming van een Palestijnse staat heeft geaccepteerd.