Officiële Palestijnse televisie, 27 september en 3 oktober 2013.
Vorige week op 27 september sprak president Abbas in het Engels de Verenigde Naties toe, over hoe de Palestijnen vrede zouden nastreven.
Opopgemerkt, vertelde op diezelfde dag zijn naaste medewerker Jibril Rajoub aan de Palestijnse televisiekijker over hoe Abbas er echt over denkt, namelijk hoe fantastisch, heldhaftig en nobel het doden van Joden in de straten van Jeruzalem is.
De ‘koelkastmoordenaar’, die 15 Israëli’s vermoordde met een koelkast, werd namens Abbas door hem vereerd met een plaquette en opgehemeld ….
Vertaling uitzending hierboven:
Aankondiging presentator, bij het gedenkteken voor de terrorist Ahmad Jabara Abu Sukkar:
“De toespraak van president Mahmoud Abbas zal worden geleverd door Jibril Rajoub , lid van het Centraal Comité van Fatah.”
Lid van de Centraal Comité van Fatah Jibril Rajoub:
“Abu Sukkar, de legende die op aarde wandelde, Abu Sukkar, die met het zweet van zijn voorhoofd, met zijn geloof, met zijn oprechte saamhorigheid een weg schetste voor ons en een bladzijde schreef die onvergetelijk en onbeschrijflijk is. …
Geloof me dat Abu Sukkar het waardig is om te worden uitgeroepen tot de meest nobele onder de nobelen, want hij is Abu Sukkar.
Abu Sukkar, die zijn Amerikaanse paspoort versmaadde, die het luxe leven minachtte, die naar zijn vaderland teruggekeerde om onze droom te kunnen vervullen, is waardig om de allerhoogste eer en waardering eer te ontvangen en van Turmus Ayya.
Tegen de familie van Abu Sukkar zeg ik: ‘Jullie verloren een held, maar wij, de kameraden van Abu Sukkar … in Fatah en in de Palestijnse Nationale Beweging, verloor ons lichtend voorbeeld.’
Jullie deden Abu Sukkar onrecht aan door mij te vragen hier te spreken, want ik denk niet dat alle woordenboeken in staat om deze man recht te doen.
Toch stel ik voor dat iedereen de geschiedenis van Abu Sukkar leest, vanaf de dag dat hij Turmus Ayya verliet, tot zijn terugkeer naar Turmus Ayya. Hij ging naar de gevangenis. Met zijn eenvoud, zijn eerlijkheid en zijn oprechte saamhorigheid was hij een rolmodel voor tienduizenden gevangenen en gedetineerden.
Ik kan niet anders zeggen dat Abu Sukkar leefde als een reus en stierf als een reus.
Hij moet in onze harten blijven met deze glorie, deze grootheid, met die oprechte, eerlijke en voortdurende glimlach die hij hield tot het laatste moment van zijn leven.
Ik groet onze gevangenen nog een keer, onze broeder commandant Marwan Barghouti, onze kameraden in het Centraal Comité van Fatah, broeder Ahmad Sa’adat.
Wij houden van uw gezin en hoogachten dat, vooral Um Al-Qassam (Marawan Barghouti ’s vrouw) begroeten wij.”
Tijdens de ceremonie kreeg de familie van terrorist Abu Sukkar een ereplaquette van Jibril Rajoub van het Centrale Comité van Fatah, die daarin de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit vertegenwoordigde en de minister van Gevangenenzaken Issa Karake, de districtsgouverneur van Ramallah Laila Ghannam en de voorzitter van de Club voor Gevangenen Club Qadura Fares.
Toelichting:
Ahmad Abu Sukkar pleegde in 1975 een bomaanslag, waarbij een koelkast gevuld met explosieven ontploft in een straat in Jeruzalem. Vijftien mensen werden gedood en meer dan 60 mensen raakten gewond.
Hij werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, maar werd in 2003 vrijgelaten uit de gevangenis als gebaar van goede wil van Israël naar de Palestijnse Autoriteit in 2003. Hij was een lid van de Fatah Revolutionaire Raad en adviseur van Arafat voor gevangenenzaken. Hij stierf aan een hartaanval in 2013.
Vertaling uitzending hieronder:
Lid van het Centraal Comité van Fatah en Commissaris voor de Arabische betrekkingen met China, Abbas Zaki, over Abu Sukkar’s terreuraanslag – in een fragment uit een film vertoond op een dag na de officiële herdenking:
“Hij deed die fantastische prachtige en hoogwaardige operatie met een koelkast, die onze vijanden de slaap deed verliezen.
Hij was een voorbeeld, een strijder die zichzelf opofferende.
Ook in de gevangenis was hij met een nobele groep van ons Palestijnse volk. Zij maakten van de detentiecentra scholingsplaatsen voor de strijd.”