Bulletin van Palestinian Media Watch. Vertaling: Brabosh, 18 oktober 2013.
President van de Palestijnse Autoriteit, tevens ook chef van Al Fatah en van de PLO, Mahmoud Abbas sprak op 26 september 2013 de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toe en beweerde toen het volgende over de Nakba (de vlucht van de Arabieren uit Palestina/Israël tussen 1947 en 1949):
“Ik ben persoonlijk één van de slachtoffers van de Nakba , onder de honderdduizenden van mijn volk die werden verdreven in 1948, weg van onze mooie wereld en in ballingschap gedwongen.”
Echter, in het Arabisch in een interview van 1 januari 2013 op de Palestijnse officiële televisie, luidt zijn ‘vluchtelingenverhaal’ wel enigszins anders en krijgt hierdoor wel een heel andere dimensie:
“Het Bevrijdings Leger (ALA) trok zich terug uit de stad , waardoor de mensen begonnen te emigreren.
In Safed, net zoals in Hebron, waren de mensen bang dat de Joden wraak zouden willen nemen voor de slachtpartij in 1929. Het bloedbad van 1929 was het ergste in Safed en Hebron
Laat ons de drie mensen vernoemen van deze steden die werden geëxecuteerd : Ataa Al-Zir, Jamjoum en Fuad Hijazi. Hijazi van Safed en de andere twee van Hebron. Het volk werd bevangen door angst, en dat zorgde ervoor dat de mensen in wanorde de stad verlieten.”
Die verklaring van Abbas dat de Arabieren uit eigen beweging wegtrokken is belangrijk. Het officiële beleid van de Palestijnse Autoriteit is om de Arabische verantwoordelijkheid te ontkennen voor de Palestijnse vluchtelingen en tegelijk de bewering blijven volhouden en tot in den treure te blijven herhalen dat het Israël is dat al de Arabieren die Israël hebben verlaten door Israël daartoe werden gedwongen.
De eis van de Palestijnse Autoriteit is dat in een uiteindelijk vredesakkoord, Israël al die vluchtelingen samen met al hun nakomelingen moet terugnemen. Die eis is voor Israël één van de grootste obstakels dat een definitief vredesakkoord in de weg staat.
Over het verschil tussen politiek geïnspireerde retoriek en realiteit: Dat wat Abbas openlijk in de Verenigde Naties verkondigde op 26 september 2013 is dus niet de waarheid maar het officiële beleid van de Palestijnse Autoriteit. Het verhaaltje van Arabieren die uit Safed door Israël in ballingschap werden gegooid is dus een fabel en spreekt zijn uitspraken op de Palestijnse staatstelevisie (en die van andere Palestijnen/vluchtelingen) over de hele lijn tegen.
Ook in een ouder interview van 6 juli 2009 op de Palestijnse officiële televisie bevestigt het interviewshierboven. Mahmoud Abbas gaf daarin toe dat zijn familie niet werd uitgezet of uit Safed werd verdreven, maar eerder uit schrik wegtrok omdat zij vreesden dat de Joden wraak zouden nemen voor de slachting van 20 Joden in zijn dorp tijdens Arabische pogroms die daar 19 jaar eerder hadden plaatsgevonden. In de woorden van Abbas:
“Ik ben onder diegenen die werden geboren in het dorp Tzfat (Safed). Wij waren een bemiddelde familie. Ik volgde les aan de basisschool en toen kwam de naqba. Tijdens de nacht vluchten we te voet vanuit Tzfat naar de rivier de Jordaan, waar we een maand bleven. Daarna reisden we door naar Damascus, later naar verwanten in Jordanië, en daarna vestigden we ons in Damascus. Mijn vader had geld en gaf het systematisch uit. Na een jaar was het geld op en begonnen we te werken.
De basisredenen van de mensen brachten hen ertoe uit schrik voor hun leven met hun hebben en houden weg te vluchten.
Deze waren erg belangrijk, omdat ze bevreesd als ze waren voor het geweld van de Zionistische terroristische organisaties – en meer in het bijzonder dan onder ons die afkomstig waren uit Tzfat, die meenden dat er een oude wens leefde om de opstand van 1929 te wreken die nog sterk voortleefde in het geheugen van onze families en onze ouders.”
De herinnering aan die slachting, maakte duidelijk dat de militaire balans was gewijzigd en dat er niet langer een militaire macht in die zin was overgebleven. Er bleven nog enkel jonge mensen over die de strijd voortzetten en er was een begin van strijd geweest.
Zij realiseerden zich dat de balans om de macht in elkaar was gestort en dus besloten ze om te vertrekken. De hele stad werd op basis van dit idee verlaten – alsmede de gedachte om hun eigendom en zichzelf te redden.”
Zie ook nog het onderstaande interview, uitgezonden door de officiele Palestijnse televisie, die uitlegt dat de Arabische radiozenders de mensen destijds opriepen om uit de buurt van de gevechten te blijven “voor twee weken”:
Gerelateerd