Opinie artikel van Likoed Nederland in het Reformatorisch Dagblad, 13 september 2013.
Vandaag, 13 september is het exact twintig jaar gelden dat de Oslo-akkoorden werden getekend, met een ceremonie voor Het Witte Huis met de hoofdrolspelers Bill Clinton, Yasser Arafat en Jitschak Rabin.
De Oslo-akkoorden waren gebaseerd op het principe ‘land voor vrede’. Israël gaf land aan de Palestijnen voor zelfbestuur, en zou daarvoor vrede terugkrijgen. Wat is van die vrede terecht gekomen?
Bijzonder weinig. Israël heeft het land gegeven, zodanig dat 98% van de Palestijnen nu in gebied leeft met Palestijns zelfbestuur.
De vrede bleef echter uit. In de twintig jaar voor de Oslo akkoorden werden 415 Israëli’s gedood door terreur. In de twintig jaar na de Oslo akkoorden waren dat er 1.452, ruim drie keer zo veel dus.
Het ging al mis bij de start. ‘Vredespartner’ Arafat liet al snel blijken dat het hem geen ernst was om de akkoorden na te komen.
Voor een Arabisch publiek sprak hij erover als een noodzakelijk tijdelijk verdrag, zoals de islamitische Profeet Mohammed ook met zijn vijanden had gesloten. De Oslo-akkoorden zijn nimmer geratificeerd door de PLO, de Palestijnse koepelorganisatie namens wie Arafat ondertekende. Het Handvest van de PLO werd ook niet aangepast – dus staan alle passages over het gebruik van terreur en de vernietiging van Israël daar nog steeds in. En Arafat gaf in het geheim de Al-Aqsa martelarenbrigade van zijn eigen Fatah de PLO en de Al-Qassam brigades van Hamas de vrije hand om de terreur juist op te voeren, met bovengenoemde 1.452 doden als gevolg.
Het was precies waar de Likoed destijds voor waarschuwde.
Palestijnse autonomie was geen verkeerd idee – daar was Likoed premier Menachem Begin al 14 jaar eerder met de Camp-David-akkoorden met Egypte mee akkoord gegaan. Wat wel verkeerd was, was om daarmee ook de veiligheidshandhaving uit handen te geven, bijvoorbeeld door het bewapenen van de Palestijnse politie. Dat pakte volkomen verkeerd uit, zeker tijdens de tweede Intifada die plaatsvond van 2000 tot 2005.
De geruststellende, stoere woorden van de Israëlische premier Rabin dat het een experiment zou zijn – dat bij mislukking terug gedraaid zou worden – bleken niet realistisch.
Het proces bleek onomkeerbaar. En de Palestijnse naleving van de Oslo-akkoorden werd niet beter maar minder.
De gekozen Palestijnse regering van Hamas in Gaza weigert om de Oslo-akkoorden überhaupt na te komen. Het wil de terreur voortzetten, onder meer door het afvuren van raketten op de Israëlische burgerbevolking. Dat stopte pas na ruim 10.000 raketten – evenzoveel oorlogsmisdaden – door harde militaire actie van Israël.
En ook de PLO – aan het bewind op de Westbank – is de belangrijkste vredesverplichtingen niet nagekomen: het beëindigen van alle vormen van geweld, het ontmantelen en ontwapenen van alle terreurorganisaties, het erkennen van het bestaansrecht van Israël, het communiceren van de vreedzame oplossing naar de bevolking en het verzorgen van vredeseducatie. Wie een blik werpt op de Palestijnse televisie – bijvoorbeeld op onze site – ziet hoe die bol staat van haatzaaien.
En het wordt belangrijker gevonden om zes procent van de Palestijnse overheidsbegroting uit te geven aan het betalen van terroristen dan aan – bijvoorbeeld – het zwaar achterstallig onderhoud aan de waterleiding. Hierdoor lekt veel water nutteloos weg op de droge Westbank.
De Oslo-akkoorden brachten Israel dus enkel meer terreur. En wat hebben de Oslo-akkoorden de Palestijnen momenteel verder gebracht? De Palestijnen hebben weliswaar nu hun eigen bestuur, eigen begroting, eigen wetgeving, eigen rechtspraak, eigen gevangenissen enzovoort.
Maar dat bestuur is wel door en door corrupt (PLO), moslimfundamentalistisch (Hamas) en dictatoriaal. Palestijnen in Gaza zuchten onder de sharia en de dictatuur van Hamas. Wie zich kritisch uitlaat over het regime, wordt als “vermoedelijke agent van Israël” geëxecuteerd, zoals een Palestijnse taxichauffeur in november 2012 overkwam, die zich tegen zijn passagiers negatief over Hamas had uitgelaten. De Palestijnse economie is in de jaren negentig enorm gekrompen, door die terreur en corruptie. Buitenlandse investeerders – die kort enthousiast waren – trokken zich daardoor snel weer terug. Israël moest noodzakelijkerwijs de inzet van Palestijnse werknemers verminderen, vanwege het toegenomen veiligheidsrisico.
De Palestijnen bleken net zo bevattelijk voor de virussen van autocratie, moslimfundamentalisme, stammenstrijd, geweld, haat en afgunst naar andere bevolkingsgroepen, als de rest van de Arabische wereld.
Het is wat dat betreft symbolisch te noemen dat een paar duizend huizen voor Joden door de Arabieren nog steeds wordt voorgesteld als het grootste probleem in het Midden-Oosten, terwijl de hele regio ten onder gaat aan geweld. Waar de Israëli’s willen opbouwen, breken de Arabieren af.
Maar terwijl de regio in brand staat, is de Joodse staat een eiland van rust en voorspoed.
Dat is niet te danken aan de Oslo-akkoorden, maar aan de kracht en eensgezindheid van de Israëli’s.
Wie had dat twintig jaar geleden durven voorspellen, toen het land diep verdeeld was en de Oslo-akkoorden met maar één stem meerderheid in het Israëlisch parlement werden aangenomen?