Artikel in het kader van ‘ongehoord Palestijns nieuws’, 20 augustus 2013.
Er zijn interessante gegevens te lezen in het rapport van het Palestijnse Centraal Bureau voor de Statistiek over het tweede kwartaal van 2013.
Daaruit blijkt dat het aantal Arabieren van de Westbank dat in dienst is van Israëli’s, ten opzichte van het eerste kwartaal is gestegen van 93.000 naar 96.000.
Het aantal Arabieren dat in ‘de nederzettingen’ werkt is nog sterker gestegen, met maar liefst 25%, van 16.000 naar 20.000.
Het gemiddelde salaris steeg eveneens flink, Israëlische werkgevers betalen nu ongeveer het dubbele aan salaris dan de gemiddelde Palestijnse werkgever.
Daardoor komt nu ongeveer 28% van het inkomen van Palestijnen die op de Westbank wonen van Israëlische werkgevers (waarvan 6% uit ‘nederzettingen’).
Interessant niet waar? Honderdduizend Palestijnen en Palestijnse families die hun inkomen danken aan Israëlisch werk, dat dubbel zo veel betaald. En die met de besteding van hun salarissen een 28% aandeel hebben in de Palestijnse economie op de Westbank, waar zij dat geld weer uitgeven in winkels, aan dienstverleners enz. enz. waardoor er nog meer werk voor Palestijnen gegenereerd wordt.
Hoe pas dit dan – in vredesnaam – in het beeld van diegenen die voor een boycot van Israël zijn “om de Palestijnen te helpen”?
Het zou integendeel neerkomen op het de vernieling in helpen van de Palestijnse economie.