Door dr. Mordechai Kedar, docent Arabisch en islam aan de Bar-Ilan Universiteit. Vertaald uit het Engels.
Om de verkiezing van Rouhani als president van Iran te doorgronden, dienen deze punten als verduidelijking:
Het eerste punt is de sjiietische praktijk van taqiyya.
Sinds het ontstaan van het sjiisme in het midden van de zevende eeuw werden de aanhangers zodanig vervolgd door de soennitische meerderheid dat hun leven voortdurend in gevaar was. Als ze werden betrapt, werden ze in veel gevallen wreed vermoord. In de loop der jaren, om te kunnen overleven, ontwikkelden de sjiieten de praktijk van taqiyya of “de noodzaak om te overleven”.
Die stelde het in staat om in een vijandige omgeving te overleven, ondanks hun geloof en hun politieke voorkeuren. Een basis aspect van taqiyya is khoda’a, wat misleiding of pretentie betekent. Gedurende de 1350 jaren van het conflict met de soennieten hebben de sjiieten de praktijk van taqiyya en khoda’a ontwikkeld tot een kunst. Ze zijn er zo bedreven in geworden, dat leugendetector testen bij sjiieten de fysiologische verschijnselen die meestal optreden wanneer een persoon liegt niet kunnen ontdekken – de veranderingen in zweet, de productie van speeksel, hartslag, bloeddruk, enz. De Westerse politiediensten zijn zich hiervan bewust.
Het tweede punt is dat het ambt van de president in Iran anders is dan in de Verenigde Staten, Frankrijk of Brazilië. In deze landen is de president het hoofd van een uitvoerende piramide, en zijn beleid is de dominante factor bij het beslissen van staatszaken, omdat er meestal geen gezag boven de president bestaat.
In Iran echter bevindt zich het presidentschap op de vierde tree gerekend vanaf de top.
Er bevinden zich drie niveaus van religieuze autoriteit boven hem: er is de Opperste Leider (momenteel Ayatollah Khamenei), onder hem is er de Raad van Deskundigen en daaronder bevindt zich de Raad voor de Belangen van het Regime.
Al deze drie instellingen worden bemand door religieuze autoriteiten en staan boven de president, boven de regering en boven het parlement. Als gevolg hiervan heeft het Iraanse “democratisch” proces weinig betekenis en is de invloed van de gekozen organen op het binnen- en buitenlandse beleid vrij beperkt.
De verantwoordelijkheden van “de president” zijn ook beperkt. Vanuit ons perspectief is het meest opvallende aspect dat het nucleaire project en de activiteiten van de Revolutionaire Garde er niet onder vallen. Deze twee zaken worden rechtstreeks beheerd door de Opperste Leider. De gekozen organen kunnen de opperste leider niet van zijn positie verdrijven. Alle kandidaten voor het presidentschap moeten een zorgvuldige “kosjer” test doorstaan. Alleen een kandidaat waarvan wordt verwacht dat die een integraal onderdeel zal zijn van het regime van de ayatollahs, kan zich kandidaat stellen voor de verkiezingen. Vanwege deze beperkingen opgelegd door deze constructie van de leiding, alsmede ook van de persoonlijkheid van de kandidaat, bestaat er geen enkele kans dat de gekozen “president” zal leiden tot een fundamentele verandering van het karakter van het regime, of van de manier waarop de staat functioneert.
Het derde punt is dat de Iraanse samenleving tamelijk seculier is, en volgens schatting leidt ongeveer negentig procent van de burgers helemaal geen religieuze manier van leven. De reden dat het volk religieus lijkt, vooral in de manier waarop de vrouwen zich kleden, komt omdat de overheid het vereist. Het merendeel van de burgers is geboren na de islamitische revolutie van begin van 1979, en het is juist vanwege die religieuze dwang dat de jeugd het geloof verlaat.
Maar deze jongeren kennen de regels van het spel, en zijn terughoudend om hun leven op te offeren om een religieuze dictator te vervangen door een andere dictator, een nationalistische bijvoorbeeld, zoals Sjah Pahlevi in zijn tijd.
De jongeren namen deel aan de verkiezingen voor het presidentschap niet omdat ze voorkeur hebben voor een specifieke kandidaat of de manier waarop het religieuze systeem hun leven beheert, maar om het beste resultaat van de verkiezingen te bereiken binnen het kader van de bestaande mogelijkheden.
Zij wilden het beste resultaat bereiken voor hen. Dat is een kandidaat die geen vrome traditionalist is, maar een iets meer moderne, gematigde persoon en afgestemd op het leiden van het volk. Er is geen ander spel mogelijk, daarom namen ze deel aan de verkiezing.
Het vierde punt is wat er gebeurde in de verkiezingen van 2009. Bij die verkiezingen voelde het Iraanse publiek dat het resultaat was gemanipuleerd door vertegenwoordigers van Khamenei. De hervormingsgezinde kandidaat die won – Mir Hossein Mousavi – werd opzij gezet, zodat Mahmoud Ahmadinejad – destijds de geprefereerde kandidaat van Khamenei – zou kunnen aanblijven als president. Als gevolg hiervan gingen de mensen massaal de straten van de steden op, wat resulteerde in gewelddadige demonstraties en honderden mensen die hun leven verloren. In die dagen vreesden de leiders van het Iraanse regime dat de demonstraties zouden leiden tot een revolutie, en werden drie jets klaar gezet op de luchthaven van Teheran om de leiders van het regime te redden, voor het geval de rebellen het land zouden overnemen.
Khamenei is bang voor een soortgelijk scenario, met name als gevolg van de golf van revoluties in de Arabische wereld, die begon aan het eind van 2010.
Daarom besloot hij deze keer om “een kluifje toe te gooien” naar het volk, door toe te staan dat de gekozen kandidaat president kan worden, en om het resultaat van de verkiezingen niet te manipuleren. De duidelijke vreugde wat de jeugd in de straten toonde werd veroorzaakt door het feit dat ze deze keer er wel in geslaagd waren om hun voorkeur voor president door te drukken bij de Opperste Leider.
Het vijfde punt wordt gevormd door de onderhandelingen met Westerse landen over het nucleaire project. Deze onderhandelingen zijn al bijna 20 jaar aan de gang en de Westerse landen zijn niet in staat gebleken om het project te stoppen. Alleen de invasie van Irak in 2003 veroorzaakte een vertraging, omdat de Iraniërs vreesden dat ze als volgende aan de beurt zouden zijn.
Omdat ze ondertussen hebben begrepen dat de Amerikaanse tijger slechts een papieren tijger is, hebben zij het werk aan de centrifuges vernieuwd. Vandaag staan ze aan de rand van het produceren van een atoombom. Ongetwijfeld is de tactiek van de Iraanse onderhandelingen, op basis van de praktijk van taqiyya en khoda’a – schijn en bedrog – geslaagd tegen alle verwachtingen in. Nu staat Iran bij de poorten van de nucleaire club zonder een ondraaglijke prijs te hebben moeten betalen.
De discussies in Israël, de Verenigde Staten en Europa over de aanval op het Iraanse nucleaire project heeft Khamenei er van overtuigd om een aangenaam, gematigd, modern en meertalig beeld te presenteren aan de wereld. Dit is om de bloedende harten in het Westen te laten denken dat Iran is uitgegroeid tot een normale, vredelievende staat. Het zal anderhalve maand duren voor de nieuwe president om zijn nieuwe rol op te nemen, en totdat hij begint te functioneren zal het nog enkele maanden duren. Nog meer tijd zal voorbij gaan tot de afgesproken tijd voor de hervatting van de onderhandelingen, en dan zal de wereld ontdekken dat er niets is veranderd. Dan zullen nog een heel jaar van vergeefse onderhandelingen zijn verstreken.
Ondertussen draaien de centrifuges, het uranium wordt verrijkt tot militaire hoeveelheden en Iran zal er in geslaagd zijn om iedereen weer voor de gek te houden.
Het zesde punt is de Syrische kwestie. Het is geen geheim dat Iran nauw betrokken is bij de wrede burgeroorlog in Syrië, welke onlangs is verslechterd tot een regionaal soennitisch-sjiitische oorlog. Het Westen weet al enige tijd dat Iran onderdeel is van het probleem. Het weigert het te zien als deel van de oplossing, vanwege het Iraanse standpunt dat Assad moet aanblijven.
Khamenei gaat er van uit dat een “aangename” president meer geaccepteerd in het Westen wordt als iemand met wie men de gebeurtenissen in Syrië kan bespreken.
Op deze manier zal Iran een deel van de oplossing worden en in staat zijn om haar mening op te leggen aan het Westen – want dat wil niet actief betrokken raken bij Syrië.
Het zevende punt zijn de economische sancties, die aanzienlijke schade hebben toegebracht aan de economische stabiliteit en dus ook de politieke stabiliteit van Iran.
Khamenei gaat ervan uit dat de prettige houding van de president het gemakkelijker zal maken voor de mensen in het Westen om te beweren dat de sancties niet tot de gewenste resultaten leiden, dat het lijden drukt op de gewone mensen en dat het nucleaire project toch ongestoord doorgaat. Rouhani’s uitspraken na de verkiezingen zeiden dit precies.
De Iraniërs weten heel goed dat er veel aandeelhouders en managers van westerse bedrijven zijn – vooral in Europa – die popelen om de economische banden met Iran weer aan te halen, om te delen in de winst van de olie-, gas- en petrochemische industrie en de infrastructuur van het land.
Een president van Iran die geen tegenstand opwekt, helpt deze hebzuchtige mensen om hun regeringen onder druk te zetten om de economische banden met Iran te hervatten, zowel boven als onder de tafel.
Het resultaat van dit alles is, dat vanuit het oogpunt van de Opperste Leider ayatollah Khamenei de nieuwe president van Iran een nieuwe pagina vormt in de relatie van Iran met de wereld als een soort van taqiyya en khoda’a. Zo kan Iran blijven wat het is – een duistere en radicale staat, bestuurd door een groep bekrompen ayatollahs die het conflict tussen soennieten en sjiieten aanwakkeren en die de wereldvrede bedreigen met wapens van de Dag des Oordeels. De bedoeling is om onhanteerbare chaos te creëren, en zo de terugkeer van de Mahdi – de verborgen imam – te bewerkstelligen om de sjiietische religie op te leggen. Om te beginnen aan de soennitische islamitische wereld en vervolgens aan alle andere delen van de wereld. Dat is hun kijk op de wereld, en het is hun uitgesproken doel.
De soennitische Arabische wereld bibbert van angst
Al het bovenstaande is bekend bij de heersers van de Arabische wereld, vooral in Saoedi-Arabië, Koeweit, Katar en de Verenigde Arabische Emiraten. De talrijke sjiietische gemeenschappen die zijn verspreid over alle landen van het Arabische schiereiland bedreigen de stabiliteit van binnenuit, vooral in Bahrein. Daar is er nog steeds een Perzische sjiietische meerderheid en een Arabische soennitische minderheid, door de Britten binnen gebracht om over de meerderheid te regeren. Sjiietisch Iran bedreigt alle landen van de Golf die zich binnen het bereik van haar korte afstandsraketten bevindt. Het dreigt de doortocht van olietankers te blokkeren in de Straat van Hormoez, het knelpunt van de olie-export uit de Golf.
Deze dagen zijn de Golfstaten toenemend bezorgd, vooral omdat de soennitische inwoners van de Golf bang zijn dat Amerika in de Iraanse val zal trappen. Met Obama aan de macht, vooral sinds de Cairo-toespraak in juni van 2009, zijn ze bang dat hij “hen onder de bus zal gooien” in zijn poging om een plezierige houding te presenteren aan de radicale islamisten en vooral aan de Iraanse sjiieten.
Zij hebben de Amerikaanse zwakte in de onderhandelingen met de Iraniërs gezien.
Zij hebben gezien hoe met behulp van bedrog en misleiding de Iraniërs er in slagen om meer tijd te winnen om hun regionale hegemonie te ontwikkelen door het omkopen van mensen, het angst aanjagen van leiders en het uitschakelen van oppositie.
De Iraanse overname van Irak is het bewijs voor hen dat Iran stevent naar de controle van de Golf, gebruik makend van de Amerikaanse onwil om geweld te gebruiken als gevolg van de tragedies in Afghanistan en Irak. In beide landen heeft Iran een belangrijke rol gespeeld in het verijdelen van de pogingen van het Westen om functionerende regeringen te bereiken.
De Amerikaanse passiviteit betreffende de Iraniërs
In de Golf landen zijn ze bang dat de Amerikanen nog passiever zullen worden in de omgang met de Iraniërs tijdens het tijdperk van Rouhani. Als gevolg hiervan handelen de Golflanden – onder leiding van Saoedi-Arabië – nu volgens het gezegde “Ma bithak dhahrak illa dhifrak” – “niemand kan op jouw rug krabben, behalve je eigen nagel”. Dit is de Arabische versie van “Als ik er niet voor mezelf ben, wie zal er voor mij zijn?”
De landen van de Golf treden op tegen Iran met alle middelen die zij tot hun beschikking hebben, vooral geld.
Ze kopen wapens en munitie en smokkelen deze naar Syrië om de rebellen te steunen tegen Assad, de lieveling van de Iraniërs en de ruggengraat van hun Arabische project. Onlangs is aan het licht gekomen dat Saoedi-Arabië mobiele luchtdoelraketten in Europa heeft gekocht voor de rebellen in Syrië.
Tegelijkertijd ondersteunen de landen van de Golf de soennieten in Irak, die onlangs ook zijn begonnen met een poging om de sjiietische heerschappij te destabiliseren in het ‘Land van de twee rivieren’ en een andere Iraanse satelliet schade te berokkenen.
Soennitisch geld uit de Golf gaat ook naar Libanon om de oppositie tegen Hezbollah te versterken, te bewapenen en te trainen. Zelfs Hamas in de Gazastrook ontving de laatste tijd een half miljard oliedollars uit Katar, zodat ze niet afhankelijk hoeven te zijn van Irans goede wil.
Het praten over verbetering van de relaties tussen het Iran van de ayatollahs het Egypte van Morsi heeft ook effect gehad. Saoedi-Arabië heeft zich gehaast om monetaire steun te geven aan de leegrakende Egyptische schatkist, zodat Morsi aan de macht kan blijven zonder aalmoezen te hoeven vragen aan de ayatollahs.
Als formaliteit heeft Saoedi-Arabië wel een felicitatie gestuurd aan de nieuw gekozen president Hassan Rouhani en de hoop op een betere samenwerking tussen de twee landen uitgesproken. Dit terwijl iedereen weet dat de Saoedi’s de sjiieten beschouwen als ongelovigen, “Ajami” – Perzen die niet eens Arabisch kunnen spreken, analfabeten. Zij zien de Iraniërs als de belangrijkste bedreiging voor de stabiliteit van het Saoedische koninkrijk dat over Mekka en Medina regeert.
De Saoedi’s weten heel goed hoe de ayatollahs fantaseren over de ontbinding van het Saoedische koninkrijk, zodat ze de heerschappij kunnen overnemen over Mekka en Medina, de twee heilige plaatsen in de islam. Zo zouden zij het wiel van de geschiedenis terug draaien door het islamitische Kalifaat terug te geven aan de familie van de profeet Mohammed, nadat dit van hem was gestolen door de andere families van de Quraysh stam.
Het Westen is niet bekend met de sjiietische cultuur en is zich niet bewust van de diepe motieven die in Iran heersen. Het Westen maakt keer naar keer dezelfde fouten en leert niet hoe men om moet gaan met Iran.
De enige manier om het Iraanse nucleaire project effectief te stoppen is door Iran aan alle kanten te omringen met alle marine, lucht- en grondtroepen van de NAVO en Australië, en de Iraniërs een eenduidige boodschap sturen:’
“Iraanse vrienden, uw tijd is op en ons geduld is op. Jullie hebben precies een week de tijd om jullie hele nucleaire project te ontmantelen, in te laden op een schip en naar ons te sturen. Over precies een week zullen we beginnen jullie plat te bombarderen, en we zijn al begonnen met het opwarmen van de motoren. Bel ons niet en wij zullen u niet bellen. ‘Lees onze lippen, want deze keer zijn we bloedserieus. Vraag niet om uitstel, want je zult het niet krijgen. Je hebt een week de tijd, geen minuut langer. “
Hoe scherper, duidelijker en geloofwaardiger deze dreiging is, hoe kleiner de kans dat die moet worden uitgevoerd. Hoe serieuzer de landen van het Westen zijn, des te meer zal Iran deze dreiging serieuzer opnemen. Tot nu heeft Iran de bedreigingen van het Westen niet serieus genomen, omdat ze ongeloofwaardig waren.
Dit is de enige manier om het Iraanse nucleaire project te stoppen. Als het Westen dit niet doet, zal de wereld een nucleair Iran moeten accepteren. Als gevolg daarvan zal Iran de hele regio, het Midden-Oosten en de hele wereld bedreigen met “eindtijd” wapens in de handen van de ayatollahs, die zichzelf beschouwen als de aardse vertegenwoordigers van de Almachtige, Die hen onfeilbaar heeft gemaakt.
Nucleaire wapens in de handen van Iran zullen leiden tot de ineenstorting van het internationale stelsel, dat werd gevormd na de Tweede Wereldoorlog om wereldwijde rampen zoals die oorlog zelf te voorkomen. Het resultaat kan rampzalig zijn voor de hele wereld.
Zij zullen Hassan Rouhani gebruiken om de beschaafde wereld in slaap te sussen zodat het niet merkt dat het naar zijn einde wordt geleid, het einde waar de ayatollahs naar toe werken.