Door Khaled Abu Toameh, Arabisch journalist. Vertaling en bewerking: Brabosh, 23 juni 2013.
De Palestijnse minderheid (door de VN voor eeuwig tot de status van ‘vluchteling’ gedoemd) wordt in Libanon door het regime generatieslang gedwongen om te overleven in getto’s, zonder uitzicht op een baan of recht op eigendom, uitgesloten van de meeste beroepen en de facto als derderangsburgers behandeld met Apartheidswetten die refereren naar het racistische regime zoals dat destijds bestond in Zuid-Afrika (van 1948 tot 1994.)
Wie naar hedendaagse Apartheid zoekt hoeft niet ver te lopen: kijk hoe de Palestijnse minderheden worden gediscrimineerd in de getto’s van Jordanië, Libanon, Syrië en ook nog steeds in kampen leven [huh !?] in de door Palestijnen gecontroleerde gebieden (in Gaza en op de West Bank.) Durf hun leefomstandigheden te vergelijken met die van de ca. 1,6 miljoen Arabieren die in Israël leven en dezelfde burgerrechten genieten als hun zes miljoen Joodse medeburgers.
De rekening is snel gemaakt: nergens in het Midden-Oosten leiden de Arabieren een beter en menswaardiger bestaan dan in Israël, de enige democratie in het Midden-Oosten die naam waardig. En dat is misschien wel de belangrijkste reden – naast de gekende religieuze – waarom de Arabische (en Perzische) wereld nog steeds op voet van oorlog leeft met de Joodse staat Israël.
Ongeveer drie jaar geleden besliste de Libanese regering om zijn Apartheidswet te wijzigen die Palestijnen het recht ontzegt om zowat 20 beroepen uit te oefenen. Toen werden de Palestijnen verteld dat zij vanaf dan aan de slag konden in vele beroepen en zelfs eigendom in Libanon zouden kunnen verwerven.
Maar nu hebben de Palestijnen ontdekt dat de Libanese regering, net zoals overigens de meeste Arabische landen, hen hebben voorgelogen.
Hoewel de Palestijnen in Libanon reeds meer dan zes decennia leven, worden zij nog steeds behandeld als vreemdelingen en paria’s wanneer het gaat over het verkrijgen van een werkvergunning, volgens het Libanese nieuwsblad The Daily Star.
Libanon is niet het enige Arabische land dat openlijk Apartheidswetten oplegt aan zijn Palestijnse minderheid. De Palestijnen worden in feite al heel lang als derderangsburgers behandeld in de meeste Arabische landen, waar zij niet alleen fundamentele rechten zoals werkgelegenheid en gezondheidszorg ontberen maar hen ook het burgerschap worden ontzegd.
Volgens het VN-agentschap UNRWA [United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees] zijn de 450.000 Palestijnse vluchtelingen van Libanon al heel lang onderworpen aan vele beperkingen inzake werkgelegenheid. Zo bijvoorbeeld worden de Palestijnen in Libanon verboden om te werken als artsen, tandartsen, advocaten, ingenieurs of boekhouders.
In contrast daarmee zal iedereen, die een Israëlisch ziekenhuis bezoekt of een medisch centrum, snel de aanwezigheid opmerken van een significant aantal Arabische artsen, verpleegsters en apothekers. Maar hoewel drie jaar zijn verstreken sinds de wet werd gewijzigd, is er niets voor de Palestijnen in Libanon veranderd. En er is geen aanwijzing van om het even welke aard dat de Libanese regering van plan is om ergens in de nabije toekomst de beperkingen te verlichten die aan Palestijnen worden opgelegd.
Volgens een bericht in The Daily Star, worden de herzieningen van die wet niet toegepast. Activisten voor de Rechten van de Mens zeggen dat de Libanese regering de oorlog in Syrië en het impact dat die zou hebben op Libanon, thans gebruiken als voorwendsel om de Apartheidswetten niet af te schaffen. Dit is natuurlijk een zwak excuus: de anti-Palestijnse Apartheidswetten zijn in feite waren reeds van toepassing lang vooraleer de burgeroorlog in Syrië losbarstte.
Tienduizenden Palestijnen zijn vanuit het naburige Syrië naar Libanon gevlucht in de loop van afgelopen twee jaren, die de Libanese regering als bijkomend excuus gebruiken om te vermijden dat de aangepaste Apartheidswet zou toegepast worden. De Libanezen, die altijd de Palestijnen hebben veracht, zijn bang om hen in hun economie en arbeidsmarkt op te nemen. Vele Libanezen houden de Palestijnen en PLO verantwoordelijk voor het vernietigen van hun land, vooral tijdens de burgeroorlog die het leven kostte aan tienduizenden mensen in de jaren 1970 en 1980.
Wat vooral storend is omtrent de apartheidswetten in Libanon en de mishandeling van Palestijnen door de Arabische landen is de stilte van de internationale gemeenschap en de media.
Zelfs de UNRWA, die toch verondersteld wordt om te zorgen voor het welzijn van de Palestijnse vluchtelingen, blijft blind voor de apartheidswetten in Libanon.
Wanneer gecontacteerd door The Daily Star om commentaar te leveren op de benarde toestand van de Palestijnen in Libanon, zei Hoda Samra, de openbare informatieambtenaar van de UNRWA, dat zij “geen openbare verklaring betreffende deze bepaalde kwestie wenste af te leggen.”
Dit is dezelfde UNRWA van wie de woordvoerders regelmatig de Israëlische militaire verrichtingen op de West Bank en in de Gazastrook veroordelen.
De regeringen van de Palestijnse Autoriteit en van Hamas blijven ook hun hoofden in het zand stoppen met betrekking tot de mishandeling van de Palestijnen in Libanon en in andere Arabische landen.
De twee regeringen hebben het veel te druk om elkaar te bestrijden terwijl zij tezelfdertijd de Palestijnen aanzetten tot haat en geweld tegen Israël.