Door Abraham Katsman, Amerikaans advocaat. Vertaald uit het Engels.
De toestand in Syrië loopt uit de hand. Iran marcheert richting een nucleaire Islamageddon.
En ja hoor, natuurlijk maakt staatssecretaris John Kerry dan een reis met ‘de oplossing’ voor het relatief stabiele Israëlisch-Palestijnse conflict.
Zoals velen die zich bezig houden met buitenlands beleid, weten Kerry en de regering Obama wat de sleutel is tot vrede in Israël: Israëlische terugtrekking van de hele Westbank dat in 1967 veroverd werd, met misschien kleine aanpassingen.
Toch toont de geschiedenis dat terugtrekking tot de pre-1967 grens zonder grote veranderingen, misschien wel de meest contraproductieve daad is die denkbaar is om langdurige vrede te bereiken.
Er is geen groter obstakel voor vrede dan de zo gecreëerde verleiding om een nieuwe oorlog tegen Israël te lanceren, met zulke kromme grenzen.
Wat is er toch zo heilig aan de pre-1967 grenzen? In 1967 was geen vrede en geen onafhankelijke Palestijnse entiteit. Dezelfde grenzen maakten deel uit van het VN-verdelingsplan van 1947 en werden genegeerd door de binnenvallende Arabische legers. De pre-1967 grenzen zijn nooit een internationaal erkende grens geweest – als gevolg van de Arabische weigering om ze dat te laten worden. Ze vormden alleen maar de wapenstilstand-markeringen van 1949, een wapenstilstand die vooral geschonden werd.
In 1967 hebben de Arabische legers de wapenstilstand definitief om zeep geholpen door een aanval te doen over die grenzen, ondanks het dringende verzoek van Israël aan de Jordaanse koning Hoessein om niet mee te doen. Met de nieuwe wapenstilstandsgrenzen van 1967 en 1973, werden de pre-1967 grenzen betekenisloos gemaakt.
In totaal hebben ze slechts 18 jaar stand gehouden: 1949-1967. RIP.
Zelfs afgezien van de legitieme juridische, culturele en historische aanspraken van Israël op de betwiste gebieden, zal een Israëlische terugtrekking tot die grenzen nu niet gebeuren vanwege omdat Israël zich niet bloot wil stellen aan vernietiging.
We weten allemaal dat Israël klein is, maar we beseffen zelden hoe klein en kwetsbaar het land echt is. Pre-1967 Israël is ongeveer een tiende van de grootte van Kansas, ongeveer de grootte van New Hampshire. Maar zelfs dat is een overdrijving van de van Israëls realistische feitelijke omvang, aangezien ongeveer 57% van pre-1967 Israël bestaat uit de dun bevolkte Negev-woestijn. Het grootste deel van de Israëlische bevolking, het bedrijfsleven, de industrie en de technologie bevinden zich allemaal in de smalle centrale kustvlakte. Dat is een strook land tussen de Westbank en de Middellandse Zee, waarvan de breedte varieert tussen 14 en 17 kilometers. De fameuze hightech economie van Israël is samengeperst in dit gebied, zo groot als Rhode Island.
Denk daar eens over na. Een heel stuk land, 14 kilometer breed. Op de fiets gemakkelijk over te steken in 30 minuten – en voor een raket een kwestie van seconden. Veertien kilometer is minder dan de afstand tussen Barack Obama’s Chicago thuisbasis en Wrigley Field. Het is de afstand tussen George Washington Bridge en Holland Tunnel in Manhattan. Het is anderhalve keer rond Central Park.
Nog steeds moeilijk te begrijpen? De foto onderaan zou kunnen helpen. De geeft het uitzicht weer vanuit Peduel, een nederzetting op een heuveltop op de Westbank, ongeveer 5 kilometer over de Groene Lijn. Op de voorgrond is het Arabische dorp Dayr Balut op de Westbank te zien. In het midden bevinden zich Tel Aviv en de omliggende wijken. Achter Tel Aviv is de Middellandse Zee. Dat is alles.
De volgende keer dat u extremisten hoort spreken “het verdrijven van de Joden in de zee”, houd dan in gedachten hoe smal dit stukje is.
Het kwetsbaar laaggelegen Israël bleek constant te verleidelijk te zijn om aan te vallen in de ogen van haar vijanden, in de vernietigingsoorlogen van 1948 en 1967 en in tal van grensoverschrijdende terreuraanslagen tussendoor. Maar in 1973, toen Israël wankelde in de begindagen van de Jom Kippoer-oorlog, zag Jordanië – toen zonder Westbank met haar hooggelegen gebieden – er van af om aan te vallen. De ‘bezetting’ redde Israël – en het leven van talloze Jordaanse soldaten. Anders was weer een aanval uitgelokt.
In plaats van een ‘obstakel voor vrede’, bleek het juist een belemmering voor oorlog.
Terug trekken naar de grenzen van voor 1967 is het riskeren van zelfmoord. Ook alle diplomatieke veroordelingen in de wereld zal Israël niet zo roekeloos laten zijn, zeker niet als ze gebaseerd zijn op duistere beweringen van ‘internationaal recht’. Die worden erbij gehaald enkel en alleen in de context van Israël – maar natuurlijk nooit als het gaat om de bezettingen, gruwelen en het ontbreken van mensenrechten in Turkije (Cyprus ), Rusland (Georgië, Tsjetsjenië), China (Tibet), India (Kasjmir), of Syrië (Libanon).
Veelzeggend is het dat zelfs ‘gematigde’ Palestijnse leiders alle wezenlijke aanpassingen afwijzen.
Vanuit het perspectief van Israël, nadat het zo vaak werd geconfronteerd met de wens tot vernietiging door de Arabische buren, is het vredesproces als een schaap dat probeert om vrede te sluiten met een wolf: het kan worden gedaan, zolang het schaap alert en gewapend blijft en voldoende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Maar als de wolf er op aandringt dat het schaap zijn pre-1967 nek uitsteekt, dan is het gerechtvaardigd om de motieven van de wolf in twijfel te trekken en de ‘vredesvoorwaarden’ van de wolf af te slaan.
John Kerry kan het zich veroorloven het mis te hebben over wat hij ‘weet’ wat vrede zal brengen tussen Israël en de Palestijnen.
Israël kan dat niet.