The Algemeiner. Vertaling Christenen voor Israël, 31 mei 2013.
De Palestijnse Autoriteit (PA) voert een intimidatiecampagne tegen journalisten en bloggers die de waarheid bekend durven maken.
Hun nieuwste slachtoffer is de Palestijnse verslaggever van The Jerusalem Post, Khaled Abu Toameh.
Het Midden-Oosten wordt rustiger. Nee, zwaarden worden niet tot ploegscharen omgesmeed. Het is niet dat soort rust. In plaats daarvan wordt het geluid van de waarheid langzaam tot zwijgen gebracht. Het gebeurt niet alleen omdat de PA sterker wordt, maar ook omdat het westen zwakker wordt.
Dertig jaar geleden hield de jonge Arabische journalist Khaled Abu Toameh op met werken voor PLO-mediakanalen. Zij stonden verslaggeving van wat Abu Toameh als nieuws zag dat de mensen moesten weten, niet toe. Men zei hem dat hij door Arabisch leiderschap gedicteerde woorden uit hun verband moest nemen en die in verhalen moest verweven. Daarna werden dan die artikelen gepubliceerd onder een kop waar zijn naam bij stond.
Het waren niet zijn woorden, en het was niet het nieuws. Om die reden zocht hij naar kanalen bij westerse media die hem toestonden datgene te schrijven en daarover te spreken, wat de mensen
In die dertig jaar zijn de media in de PA niet opener geworden. Integendeel, het PA-leiderschap is vastberadener geworden op het gebied van mediacensuur. De westerse media – hetzij door fysieke of morele uitputting – laten de PA-mediacensuur voor wat het is, zodat de kernvrijheden van journalistiek worden aangevreten, zowel bij gesproken als geschreven woord.
Onder het Strafreglement van de PA kunnen verdachten van laster gearresteerd worden en tot zes maanden vastzitten voordat zij van misdaad beschuldigd worden. (Dit Strafreglement dateert nog uit de tijd toen Jordanië illegaal de gebieden bezette.)
Arrestaties
Esmat Abdul-Khalik, lector aan de Al-Quds universiteit en alleenstaande moeder van twee kinderen, werd in maart gearresteerd. Zij werd in eenzame opsluiting gehouden en haar werd de mogelijkheid van bezoek geweigerd. Waarom? Omdat iemand anders op haar Facebookpagina PA-president Mahmoud Abbas had bekritiseerd door hem een verrader te noemen en te suggereren maar af te treden.
Abdul-Khalik is niet de enige Arabische persoon die pas geleden werd gearresteerd vanwege Facebookactiviteit. Op zijn minst drie anderen werden onlangs opgepakt omdat zij kritiek durfden te leveren op leden van de regering.
In september vorig jaar werd de directeur van Radio Bethlehem 2000, George Canawati, gearresteerd. Op zijn Facebookpagina had hij kritiek geuit aan het adres van de Bethlehemse wethouder voor gezondheidszorg. Vorige maand stelden de Palestijnse rechterlijke en uitvoerende macht vast dat Canawati voor laster berecht zal worden door de politierechtbank van Bethlehem. Deze misdaad kan tot twee jaar gevangenisstraf opleveren. De rechtszaak is pasgeleden verdaagd tot september 2013.
Kort geleden werden bij elkaar negen journalisten gearresteerd. Omdat zij op Facebook corruptie hebben onthuld of kritische opmerkingen over het PA-leiderschap hebben gemaakt. Veel anderen zijn opgeroepen voor ondervraging.
Wanneer op Facebook geplaatste stukken met kritiek op de regering niet aan censuur ontkomen, dan kun je er zeker van zijn dat niemand het risico wil lopen waarheidsgetrouwe mediaverslagen over het onderwerp in te dienen.
Druk op westerse journalisten
Maar net zo schrikaanjagend als de arrestatie van Palestijnse bloggers en journalisten om wat zij op Facebook zetten, is de gestage druk die leidt tot een afname van verslaggeving door westerse journalisten. Zij zijn, zoals je mag veronderstellen, niet zo kwetsbaar voor de onvoorspelbare strafselecties die bedoeld zijn om kritiek op het regerend regiem te onderdrukken.
Daar komt bij dat de gefluisterde discussies in Ramallah over de ‘Facebookpolitie’ niet op zichzelf staan: westerse journalisten krijgen instructies om hun verslaggeving op ‘Israëls bezetting’ te richten, en zich te onthouden van bemoeienis met vermeende corruptie door PA-ambtenaren. ‘Niets anders dan het eerste is nieuwswaardig, en over niets anders zou gerapporteerd moeten worden.’
Verschillende westerse journalisten zijn gewaarschuwd voor samenwerking met Arabisch sprekende verslaggevers. Met name die verslaggevers die falen zich oppervlakkig met ‘te allen tijde alleen bezetting’ rapportage bezig te houden.
Op deze manier controleert de PA niet alleen de eigen media kanalen, maar ook de westerse. Al te veel verslaggevers hebben zich neergelegd bij de PA-regels. Zij doen dit liever dan opkomen voor persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, waardoor ze mogelijk de toegang tot PA-gebieden kwijtraken.
De journalisten die zich goed gedragen en hoofdzakelijk over de bezetting schrijven, worden als beloning toegelaten tot hogere regeringsambtenaren. Hogere PA-regeringsbeambten zeiden tegen de Arabische Israëlische journalist Abu Toameh: “Zelfs de Joden die voor Ha’aretz werken, gedragen zich. Om die reden worden ze beloond met interviews met PA-president Mahmoud Abbas.”
Grootschalige intimidatie
Het zijn niet alleen individuele journalisten die geïntimideerd worden: hele nieuwssites op het internet die kritisch zijn richting de PA, zijn geblokkeerd. Uit een verslag van april bleek dat verschillende websites die corruptie binnen PA-gelederen aan de kaak hadden gesteld, geblokkeerd waren. Ook de site van Inlight Press, die naar buiten had gebracht dat de PA telefoongesprekken van tegenstanders van Mahmoud Abbas afgeluisterd had.
Meer nog, in mei begon het Palestinian Journalists Syndicate (Palestijnse belangenvereniging van en voor journalisten, PJS) feitelijk Palestijnse journalisten af te straffen. Waarom? Omdat zij Israëlische collega’s ontmoetten tijdens een serie georganiseerde seminars in Europa, en met hen samenwerkten. Het doel van deze seminars was om vrijheid van meningsuiting te bevorderen en de samenwerking te intensiveren.
De PJS is aangesloten bij de PA en wordt door de Fatahpartij van Abbas overheerst. Het kantoor van de president in Ramallah krijgt rechtstreeks alle PJS-verslagen binnen.
Degenen die zich niet aan de eis van het Syndicate houden – dus de PA niet onverdeeld toegewijd zijn en Abbas de lof ontzeggen – worden bedreigd met uitzetting uit het Syndicate. Dit valt samen met een boycot door alle PA-kranten en andere Palestijnse mediakanalen.
Onevenredige kritiek
Er is duidelijk sprake van toenemende intimidatie en pesterij, zowel in aantal als in de breedte. Het is echter ironisch dat dit in dezelfde tijd gebeurt waarin de PA Israël bekritiseert over het heroverwegen van e-mailberichten van hen die Israël willen binnenkomen, om vast te stellen of de reizigers mogelijk een bedreiging voor de veiligheid zijn.
De alom gehoorde klacht over de Israëlische arrestatie en hechtenis van Arabische journalisten brengt zelden naar voren – hoewel onder hen gelegenheidsjournalisten kunnen zitten – dat de reden voor hun hechtenis met de veiligheid te maken heeft. Zij werden niet gearresteerd om de mening die zij uiten, en zeker niet vanwege kritiek op Israëlische regeringsambtenaren.
Per slot van rekening is het niet te vergelijken met het de mond snoeren van Arabische ‘waarheidsvertellers’, als zou het gaan om een slechte pers voor de Israëlische regering. Daarvoor kun je elke dag van de week een Ha’aretz kopen, of een abonnement nemen op de eindeloze stroom van persberichten die de vele nongouvernementele organisaties laten uitgaan. (Deze ngo’s worden door Europese regeringen gefinancierd en staan alle overwegend vijandig tegenover de Joodse staat.)
Onmogelijk werken
Dus na dertig jaar komt Khaled Abu Toameh erachter dat het pad dat hij insloeg, weg van censuur, zichzelf aan het opheffen lijkt te zijn. In plaats van vastberaden doorlopen op het zo gewaardeerde pad van westerse vrijheden van een ongebonden pers en vrijheid van meningsuiting, ziet Abu Toameh dat pad onder zijn voeten wegrotten.
Voor deze zeldzame waarheidsgetrouwe journalist wordt het steeds moeilijker om te rapporteren over de corruptie en het gebrek aan persvrijheden in de PA. Als gevolg daarvan wordt het rustiger in onze nieuwswereld. Maar het is er daar zeker niet beter op geworden.
Op zijn eigen Facebookpagina plaatste Abu Toameh de volgende stille hartenkreet: “Een campagne van intimidatie, pesterij, druk, bedreigingen en boycots heeft het voor een Arabische journalist onmogelijk gemaakt in de gebieden onder PA-bestuur te werken.”