Door Charles Krauthammer. Vertaling Likoed Nederland, 10 april 2013.
De gezant van president Obama – John Kerry – bezoekt momenteel het Midden-Oosten. De grote verandering in het beleid van van Obama voor de vredesonderhandelingen, bij zijn recente bezoek aan het Midden-Oosten, heeft de pers echter grotendeels genegeerd.
Barack Obama op 21 maart 2013 tijdens een toespraak in Jeruzalem: “Ik ben ervan overtuigd dat als Israëlische ouders tegenover Palestijnse kinderen zou zitten, zij zouden zeggen: ‘Ik wil dat deze kinderen een goed leven krijgen.”
Deze uitspraak is helemaal waar. Maar hoe denken Palestijnen over Israëlische kinderen?
Dat is af te leiden uit het feit dat één van de meest geprezen Palestijnse moeders Mariam Farhat uit Gaza is. Waarom? Omdat drie van haar zonen stierven bij (zelfmoord)aanslagen gericht op onschuldige Israëliërs.
Zij was vol lof over haar “martelaar” zonen. Het liefst wenste zij 100 zonen om Joodse schoolklassen te vermoorden: “te offeren ten gunste van Allah”. Zij werd vereerd als” de moeder van de strijd”, deze moeder werd in het Palestijnse parlement gekozen, en om deze vrouw werd massaal getreurd bij haar recente overlijden.
Dat is de andere kant. In de Palestijnse gebieden zijn straten, pleinen, zomerkampen, middelbare scholen, zelfs een kleuterschool vernoemd naar zelfmoordterroristen en andere massamoordenaars.
Tot zover het idee dat als de Israëli’s zich zouden bekommeren om Arabische kinderen, vrede mogelijk zou worden. Want dat is dus helemaal niet het probleem. Israëli’s willen niets liever dan vrede en veiligheid, voor alle kinderen. Dat is waarom zij instemden met het VN-verdelingsplan in 1947 om het Britse Palestina te verdelen in een Joodse- en Arabische staat. Helaas zeiden de Arabieren nee – een andere asymmetrie. Tot op de dag van vandaag wijzen de Palestijnen vrede af als dat betekent dat er een Joodse staat blijft bestaan.
En dit is geen oude geschiedenis. Yasser Arafat zei nee tegen vrede tijdens de Camp David onderhandelingen in 2000, en tijdens de vredesonderhandelingen in Taba in 2001. En nog in 2008 bood toenmalig premier Ehud Olmert een Palestijnse staat aan op de gehele Westelijke Jordaanoever (met landuitruil) met als hoofdstad een gedeeld Jeruzalem. De Palestijnse president Mahmoud Abbas liep echter weg.
In zijn toespraak op 21 maart 2013 in Jeruzalem noemde Obama dit simpelweg “gemiste historische kansen” die niet in de weg zouden moeten staan om nu vrede te realiseren. Maar deze “gemiste historische kansen” staan niet op zichzelf. Zij vertegenwoordigen een ononderbroken, overduidelijk patroon van het verwerpen van definitieve vrede met Israël, dat zich over zeven decennia uitstrekt.
Dus wat was het nut van Obama’s toespraak in Jeruzalem om jonge Israëli’s aan te moedigen om vrede te sluiten, een toespraak waar de media zo veel aandacht aan besteedden? Het was lege retoriek, een show bedoeld om de echt belangrijke gebeurtenis van de reis van Obama te verzachten voor de Arabieren: zijn belangrijke herijking van zijn visie op het vredesproces.
Obama weet dat de vredesbesprekingen nergens toe leiden.
Ten eerste omdat Israël logischerwijs geen concessies kan doen, met de regio in vuur en vlam en instabiel: de Moslim Broederschap die Egypte beheerst, raketten die worden afgevuurd vanuit Gaza, Hezbollah dat 50.000 raketten gericht heeft op Israël, een burgeroorlog die woedt in Syrië waar chemische wapens liggen en met een toenemend aantal jihadisten, en met Iran dat openlijk dreigt om Tel Aviv en Haifa te verwoesten.
Ten tweede gaat vrede nergens heen, omdat Abbas de afgelopen vier jaar aan Obama heeft laten zien dat hij niet geïnteresseerd is in onderhandelingen. Obama’s boodschap aan Abbas was helder: Kom naar de onderhandelingstafel zonder voorwaarden vooraf, dat wil zeggen, zonder het excuus van een bouwstop in de nederzettingen.
Obama heeft zelf bijgedragen aan deze impasse toen hij die voorwaarde vier jaar geleden stelde – voor de eerste keer ooit in de geschiedenis van Arabisch-Israëlische onderhandelingen. Destijds stemde Israël toch in met een even ongekende 10-maanden bouwstop van de nederzettingen. Desondanks kwam pas Abbas na meer dan negen maanden opdagen – en liep toen naar buiten, om nooit meer terug te keren.
In Ramallah had Obama het niet alleen over dit voortdurende Palestijnse wegduiken. Hij sloopte de stelling dat de nederzettingen het obstakel voor vrede zouden zijn: Palestijnse soevereiniteit en Israëlische veiligheid zijn “de kern van het probleem,” zei hij tegen Abbas. “Als we die twee problemen oplossen, is het nederzettingenprobleem ook opgelost.”
Daar is het dan eindelijk. De presidentiële bevestiging van de overduidelijke waarheid als een koe: een vredesakkoord dat een Palestijnse staat creëert zal geen Israëlische nederzetting op zijn grondgebied over houden. Elke nederzetting aan de Palestijnse kant van welke grens dan ook zal worden afgebroken. Dus elke vrede die een Palestijnse staat combineert met veiligheid voor Israël lost automatisch ook het nederzettingprobleem op.
Obama had nog wel de gebruikelijke formuleringen dat nederzettingen de zaak niet vooruit helpen. Hij had ook kunnen zeggen dat ze onrechtmatig zijn. Het maakt niet uit – want Obama heeft ze officieel irrelevant verklaard.
Het ontmaskeren van de nederzettingen als een slecht excuus voor de Palestijnse weigering niet te hoeven onderhandelen. Dat was het echte nieuws tijdens het bezoek van Obama aan de Levant, op grote schaal door de media over het hoofd gezien. Het was een doorbraak.
Dat een Amerikaanse president – een die zo sympathiek staat ten opzichte van de Palestijnse zaak – aan Abbas vertelt om te stoppen met het blokkeren van vrede met een nep excuus, is een belangrijke omwenteling. En de ontmaskerde Abbas weet dit beter dan wie dan ook.