Artikel van Likoed Nederland, 24 maart 2013.
Afgelopen donderdag kwam de hoogste islamitische geestelijke van Syrië Sjeik Mohammad Said Ramadan al-Buti door een zelfmoordaanslag om het leven.
Volgens de internationale ranglijst van de 500 invloedrijkste moslims was hij de nummer 27 op die lijst en de belangrijkste islamitische geestelijke van Syrië. Hij was het hoofd van de beroemde en historische Omajjaden moskee en hoogleraar Islamitische Rechtswetenschap aan de Universiteit van Damascus.
Persbureau ANP berichtte dan ook:
“De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft de terreuraanslag die de regeringsgezinde soennitische Syrische geestelijke Mohammad Said Ramadan al-Buti en meer dan veertig anderen het leven heeft gekost, vrijdag ‘in de krachtigste bewoordingen’ veroordeeld.
De raad bestempelde terrorisme als een ernstig gevaar voor de internationale vrede en veiligheid en noemde iedere terreurdaad ‘misdadig en niet te rechtvaardigen, ongeacht de motivatie’. De raad voegde eraan toe ook ‘alle daden van geweld tegen burgerbevolkingen’ te veroordelen.”
Wat de Veiligheidsraad over het hoofd gezien heeft, is dat de Sjeik zelf juist een voorstander was van terrorisme en het opblazen van vijanden.
Sjeik Mohammad Said Ramadan al-Buti zei zelf, in een interview met de Sjeik door de televisiezender van Hezbollah in Libanon uit 2006:
“Zoals u weet, lijkt Israël de vijand in deze oorlog te zijn. Maar, zoals iedereen weet, is Amerika de feitelijk te bevechten vijand. Israël is slechts een klauw van Amerika in deze oorlog.
Mensen die niet naast hun strijdende broeders kunnen staan, kunnen toch ook hun bijdrage leveren. Zij kunnen op een andere manier actie ondernemen.
Israël verkeert in doodsstrijd, vanwege de strop die momenteel om haar nek ligt.
Ik behoorde tot diegenen die niet de daden ondersteunde die omschreven kunnen worden als gewelddadig, zoals het vernietigen van Amerikaanse doelwitten, door ze op te blazen.
Maar nu …. Gisteren nog dacht ik hierover na, en zocht op wat de wetsteksten hierover zeggen.
Ik ondersteun dat mensen die niet aan de islamitische gevechten mee kunnen doen, maar die wel in hun landen of elders acties kunnen uitvoeren die de vijand schaden – die echt schade toebrengen aan vijandelijke belangen, en die hun installaties vernietigen, waar die ook zijn – dat die ook inderdaad die installaties moeten vernietigen. De voorwaarde is wel dat zaken helder dienen te zijn. Oftewel, onschuldige mensenlevens mogen niet verloren gaan.
De aanslag dient dus zorgvuldig gepland te worden en mag alleen gericht zijn op mensen die onze vijand zijn.”
Interviewer: “U bedoelt bijvoorbeeld ook een boycot?”
Sjeik Mohammad Said Ramadan al-Buti:
“Een economische boycot is een mogelijkheid. Dat kan gedaan worden, door alle Arabische en islamitische landen.
Ook, als mij gevraagd zou worden naar het vernietigen van de installaties en de belangen van onze vijanden – Amerika en Israël – in die landen, staat de religieuze wetgeving dat toe?
Dan zeg ik ja, zolang onschuldige mensen daarbij niet worden gedood.”
De Sjeik kan niet meer gevraagd worden of hij nog steeds achter het opblazen van vijanden staat.
Hieronder nog een soortgelijk interview uit 2010:
“Vele West-Europese samenlevingen en het Amerikaanse leiderschap in het bijzonder, karakteriseren de Jihad die door Allah is bevolen als een terreurdaad. Zij verbinden terrorisme met misdadigheid Zij hebben het woord ‘terrorisme’ in de zin van misdaad, extremisme en afwijkend van menselijkheid, laten insijpelen.
Wij ontdekten dat er een vorm van terrorisme bestaat die gewettigd is, een terrorisme dat noodzakelijk is en zelfs als heilig mag worden beschreven. Inderdaad.
Wij hebben gevallen van terrorisme onderzocht zoals die wordt gebezigd door Amerika dat beweert het terrorisme te bestrijden. In tegenstelling tot het eerste type van terrorisme, dat erkend wordt door de wettelijke en opvoedkundige principes en dat wij het ‘heilige terrorisme’ hebben genoemd, is het terrorisme zonder twijfel smerig en onzuiver.”
(vertaling: Brabosh)