Artikel gebaseerd op Brabosh, 20 januari 2012.
Het is de zoveelste leugen van Abbas, tot in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aan toe.
Eerder loog Abbas bijvoorbeeld ook over de Palestijnse verering van geweld en terroristen en over ‘de judaisering van Jeruzlem’.
Het nieuwe logo van zijn partij Fatah spreekt ook boekdelen wat zijn ware bedoeling is.
Dit is dé reden dat Israëli’s geen vertrouwen hebben in een nieuw verdrag met deze man.
De president van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas beweerde donderdag 10 januari dat er geen Joden uit Egypte werden verdreven onder het regime van president Gamal Abdel Nasser, berichtte de krant Al-Masryalyoum. Hiermee voegt hij een zoveelste leugen toe aan zijn lange reeks die al eerder begon met het ontkennen en minimaliseren van de Holocaust en het recent ophemelen van nazi collaborateur Hasj Amin Al Hoeseini, de Grootmoefti van Jeruzalem tijdens WOII.
Abbas zei dat de Joden Egypte “vrijwillig” hebben verlaten “als gevolg van Zionistische samenzweringen.” Hij voegde eraan toe dat om het even welke beweringen dat Joden het “recht hebben om compensatie te eisen” totaal geen steek houden.
Iedereen kan op Wikipedia of elders zien dat dit een brute leugen is.
Zoals bekend eisen de Palestijnen een recht op terugkeer of minstens compensatie voor de ca 5 miljoen nakomelingen van de Palestijnse vluchtelingen die tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog 1947-1949 hun huizen verlieten om in de buurlanden een snelle Arabische overwinning af te wachten om daarna te kunnen terugkeren als de Joden vernietigd zouden zijn. Die overwinning bleef echter tevergeefs op zich wachten.
Tegelijkertijd werden tussen 1947 en 1972 ca. 850.000 Joden uit de Arabische landen verdreven, waarvan ruim tweederden werden opgenomen door de Joodse staat en de rest naar de Westerse landen, de VS en Canada. Israël is terecht van oordeel dat indien de Palestijnen over compensatie spreken voor hun vluchtelingen van toen, dit ook moet gelden voor de Joods Arabische vluchtelingen.
De uitspraken van Abbas kwam in een reactie op wat Essem El-Erian, de vice-voorzitter van de Partij Vrijheid en Rechtvaardigdiheid van de Moslim Broederschap, twee weken geleden had verklaard en waarin hij de Joden uitnodigde om terug naar huis te keren die werden verdreven tijdens de periode van Nasser. In 1948 woonden er nog ca. 80.000 Joden in Egypte. In 1956 vaardigde de Egyptische minister voor Religieuze Zaken een decreet uit zeggende: “Alle Joden zijn Zionisten en vijanden van de staat.” Datzelfde jaar werden nog eens 25.000 Joden gedwongen het land uitgezet en vandaag blijven er nog hooguit een 100-tal meer over.
“Ik wens dat al onze Joden terug zouden keren naar hun land, zodat ze plaats kunnen maken voor de Palestijnen om terug te keren naar hun huizen en de Joden terugkeren naar hun thuisland om deel te zijn van onze democratie,” zei El-Erian op 30 december 2012. “Waarom blijven wonen in een racistisch land, geleid door bezetters die zullen gestraft worden voor oorlogsmisdaden,” voegde hij eraan toe.
Echter zijn verklaringen oogsten een storm van kritiek in Egypte en ver daarbuiten. In eigen land werd El-Erian van misdaden beschuldigd die erop uit zou zijn om de Amerikanen te behagen door zelf de “Zionist” te willen uithangen. Talrijke radicale islamistische groeperingen, de meeste met banden met de Moslim Broederschap waarvan nochtans ook El-Erian lid van is, zeiden dat wanneer de Joden zouden trachten terug te keren zij al op de eerste dag dat zij voet aan land zetten vermoord zullen worden. Mohamed Abou Samra, de leider van de Islamitische Jihad beweging van Egypte zei dat “De Joden de economie zouden vernietigen en volksopstanden zouden aanstichten. De Islamitische sharia zegt dat zij het verdienen om te worden gedood.”
Ook waren Egyptenaren bang dat er schadeclaims door verdreven Joden en hun nabestaanden zouden worden ingediend. Het duurde dan ook niet lang vooraleer El-Erian geconfronteerd werd met de gevolgen van zijn uitspraken. Nauwelijks acht dagen nadat hij de Joden had opgeroepen om terug te keren trad hij af, zogenaamd omdat hij het “te druk had met andere zaken.” Maar Israëlische analisten zeiden dat er geen twijfel over bestond dat hij gedwongen werd om af te treden op aandringen van de Islamistische bewegingen.