Door Daniel Pipes. Vertaling: E.J. Bron, 28 december 2012.
Diegenen die zich zorgen maken over de veiligheid en het welzijn van de joodse staat, stellen nog steeds vragen, zoals “Is Israël gewijd aan de ondergang?” en “Zal Israël overleven?”. Eentje noemde een boek zelfs: “De overleden grootse staat Israël”.
De zwaarmoedigheid is het resultaat van een uniek trommelvuur van bedreigingen waar de joodse staat zich aan zie blootgesteld. Daartoe behoren massavernietigingswapens, conventionele legers en terrorisme, economische boycot, demografische uitdaging en politieke delegitimering. Geen enkel land ziet zichzelf – en dat geldt misschien wel voor de hele geschiedenis – aan zo´n spectrum van gevaren blootgesteld, van massageweld (Iraanse atoombommen) tot intellectuele sabotage toe (hoogleraren Engels).
Zijdelings opgemerkt: de bedreiging van de pure existentie van een land is een karakteristiek kenmerk van moderne Midden-Oostenpolitiek, dat zelden elders in de wereld te vinden is: tot de andere voorbeelden behoren Koeweit (dat ook in 1990/1991 een half jaar lang verdween in de Irakese wraak), Bahrein (met onderbrekingen de dreigingen van Iraanse imperialisten), Jordanië (dat als illegale Brits-imperiale creatie wordt beschouwd), Libanon (door Syrië begeerlijk bekeken) en Cyprus (waarin de Turkse strijdkrachten in 1974 binnenvielen en dat opnieuw wordt bedreigd).
Israël zal overleven
Terug naar Israël: ik ben optimistisch dat het zal overleven. Tot deze conclusie kom ik om meerdere redenen:
Ten eerste: Israël is sterk. Het land wordt gekenmerkt door militaire bekwaamheid, hightech vaardigheden, een sterke economie, een bloeiende energiesector, een robuuste bevolkingsgroei en culturele creativiteit. In de loop der tijd ontwikkelt het zich in toenemende mate krachtiger dan zijn vijanden.
Ten tweede: de Israëli´s bezitten een historisch nog nooit eerder vertoonde bereidheid tot compromissen. Ze hebben driemaal het veroverde Sinai-schiereiland aan Egypte teruggegeven (1949, 1957 en 1982), waarvoor in de geschiedenis van oorlog en diplomatie geen parallellen bestaan. Bijna al die territoria die Israëlische troepen in 1967 veroverden – met uitzondering van het historische Jeruzalem – hebben slechts een week na hun inname ter discussie gestaan. In de geschiedenis van de oorlogvoering en onderhandelingen heeft geen enkele overwinnaar zo´n bereidheid getoond van “pijnlijke concessies” om overeenstemming te bereiken als Israël; welke andere regeringschef heeft, zoals Ehud Olmert dit voor en tijdens zijn tijd als minister-president deed, verklaard: “Wij zijn het vechten moe, we zijn het moe om moedig te zijn, we zijn het moe om te winnen, we zijn het moe onze vijanden te overwinnen” en: “Vrede wordt bereikt door concessies”.
Ten derde: geen enkele toestand van vijandelijkheden duurt eeuwig. De omstandigheden veranderen, er komen nieuwe vijanden op, oude woede verdwijnt, de wilskracht verliest zijn scherpe kanten. Zelfs de langst durende conflicten worden ooit opgelost. Engeland en Frankrijk bijvoorbeeld bestreden elkaar meer dan zeven eeuwen lang, voordat ze uiteindelijk in 1904 de “Entente Cordiale” aangingen, waarmee ze gezien een opkomende Duitse vijand een bondgenootschap sloten; sindsdien zijn ze standvastige (alhoewel prikkelbare) bondgenoten gebleven. Het Arabisch-Israëlische conflict is een eeuw oud en zal niet eindeloos voortduren.
Men moet zich afvragen hoelang de Palestijnen en hun ondersteuners hun doel van de uitroeiing van Israël overeind kunnen houden. Zullen, omdat de generatie vluchtelingen van 1948 uitsterft, hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en daarna nog steeds over een toekomst in Jaffa of Haifa dromen in plaats van waar ze in werkelijkheid leven? Hoelang kunnen ze hun leven verpachten aan een steeds verder toenemende onwerkelijkheid?
Ten vierde: de Palestijnen zullen inzien dat blinde overgave aan extremistische en rigide ideologieën op een dood spoor geraken. Dit proces is al begonnen. Interviews met voormalige extremistische Palestijnse leiders bijvoorbeeld – Nayef Hawatmeh (zie foto), Ahmed Jibril, Leila Khaled en Mohammed Udeh – tonen aan hoe het vergaan van de tijd hun perspectieven veranderd heeft en ze ertoe heeft gebracht fundamentele fouten toe te geven.
Hawatmeh, de leider van het Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina, stelt vast: “60 jaar later vechten we om datgene dat we in 1947 gehad zouden kunnen hebben. We hebben veel historische kansen gemist.” Udeh, de planner van de aanval op de Olympische Spelen in 1972, waarbij 11 Israëlische atleten werden vermoord, zegt: “Misschien, alleen misschien zouden we ons flexibeler hebben moeten opstellen. Destijds in onze tijd was het ´heel Palestina of niets´. Maar we hadden een Palestijnse staat naast Israël moeten accepteren.”
Hawatmeh en anderen bevorderden een nationalistische agenda waaraan de tijd voorbijging en die nu weinig aantrekkingskracht heeft. Datzelfde zal zonder twijfel met de nu geliefkoosde ideologie plaatsvinden; hoe sterk ze nu ook zijn, de radicaal-islamitische krachten van Hamas, van de Palestijnse Islamitische Jihad en van Hezbollah zullen op zekere dag hun levenskracht verliezen en hun oude mannen zullen dezelfde rouw tot uiting brengen over de gemiste kansen.
Dus ja, het conflict zal eindigen.
Vrede op komst
Verder verwacht ik dat er tussen de joodse staat en zijn buren vrede zal heersen. Hier enkele concrete prognoses:
Welke soort vrede? Zoals Martin Sherman opmerkt, bevat het woord “vrede” twee verschillende betekenissen – de ene betreft de betrekkingen tussen twee democratische gemeenschappen, de andere tussen een of meerdere niet-democratische gemeenschappen. De eerste heeft betrekking op datgene dat Sherman “een omstandigheid van wederzijdse harmonie tussen twee staten” noemt, “die door de aanwezige voorkeur voor een niet gewelddadige status quo door alle partijen wordt bewaard… Niet alleen worden meningsverschillen op niet gewelddadige wijze opgelost, de toepassing van geweld is praktisch onvoorstelbaar.” De Verenigde Staten en Canada dienen hierbij als voorbeeld.
Israël is een complete democratie, echter geen van zijn buurlanden; en deze buurlanden zijn ook niet op weg om democratieën te worden, ondanks de omwentelingen van het afgelopen jaar. Daarom zal vrede tussen de beide zijden lange tijd van afschrikwekkende aard zijn, omdat zij de gewapende afrekeningvrede met beperkt menselijk contact zal zijn. Dat is weliswaar niet optimaal, maar het zal voldoende moeten zijn totdat er ingrijpende veranderingen in de Arabische sprekende landen plaatsvinden en er eindelijk een democratische vrede kan ontstaan.
Hoe? Voordat een Egyptisch-Israëlisch vredesakkoord in 1979 daadwerkelijk werd ondertekend, nam men aan dat dit tot een algemeen einde van het conflict zou leiden, omdat Egypte de sterkste vijand van Israël is. Deze beoordeling bleek fout te zijn, omdat de handtekening van de militaire autocraat (Anwar el-Sadat) weinig anderen overtuigde. Enkele jaren van de jaren-80 concentreerde ik me op de Syrische regering en argumenteerde: “Het conflict zal doorgaan totdat Syrië Israëls drie overige buurlanden volgt en zich neerlegt bij het bestaan van Israël; als dat gebeurt, zal de strijd snel voorbij zijn.” Ook dat bleek fout te zijn, want Damascus beschikt over minder loyaliteit bij de radicale islamieten, professoren Engels en leden van de Verenigde Naties. In plats daarvan zijn de Palestijnen van de “West Bank” en de “Westelijke Jordaanoever” de sleutel. Als zij dit conflict moe zijn, zal het stoppen.
Wanneer? Het conflict zal nog ongeveer een generatie lang doorgaan en zou omstreeks het jaar 2030 kunnen worden opgelost. Deze schatting berust op de inschatting dat het conflict twintig jaar geleden, in de nasleep van de Koeweit-oorlog en de instorting van de Sovjet-Unie, rijp was voor vrede, maar door een combinatie van Israëlische naïviteit en Palestijnse misleiding tot ontsporing werd gebracht. Nu pas, na een lange en pijnlijke omweg, zijn de Israëli´s er aan begonnen de door hen met de Akkoorden van Oslo en de daarop volgende inspanningen begane diplomatieke fouten te achterhalen. Uitgaande vanaf het huidige tijdstip zou het ongeveer twintig jaar kunnen duren dat de juiste weg naar een doorbraak leidt.
Wie zal winnen? Het Oslo-proces van 1993 tot 2000 liet zien dat compromis inderdaad niet de oplossing is. Zoals in de meeste conflicten zal het noodzakelijk zijn dat er aan het einde van de vijandelijkheden iemand verliest en iemand wint. Óf de oorlog eindigt als de Arabieren een soevereine joodse staat accepteren óf als de Israëli´s het zionistische project opgeven. Uiteindelijk komt het neer op de grote vraag welke kant het eerst de wil van de ander breekt. De alternatieven zijn simpel en tweevoudig; inspanningen tot beperking van de schade verschuiven een oplossing alleen maar.
Ik hoop dat Israël zal winnen, want een Palestijnse overwinning zorgt voor het dubbele ongewenste resultaat van de vernietiging van een modern, liberaal land en diens vermoedelijke vervanging door een door Hamas gedomineerde radicaalislamitische staat. Daartegenover vernietigt een Israëlische overwinning extremisme en bevrijdt deze zelfs de Palestijnen uit hun huidige misère. Alleen als de Palestijnen hun antizionistische vernietigingsdroom opgeven, zullen zij in staat zijn hun inspanningen betreffende de schepping van een aantrekkelijk staatsbestel, economie, samenleving en cultuur te intensiveren. Pas wanneer de Palestijnen de vernietiging opgeven, kunnen ze bouwen.
Een ieder van ons moet zijn deel er aan bijdragen, opdat wordt gegarandeerd dat het conflict met een positief resultaat wordt beëindigd.