Door David Lev. Vertaling: Brabosh, 25 december 2012.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek van Israël heeft zondag (23 december 2012) statistieken vrijgegeven over de 158.000 leden sterke christen gemeenschap in de Joodse staat Israël. De statistieken tonen aan dat de christenen die in Israël leven goed opgeleid en rijk zijn – maar er bestaat de vrees voor de moslimintimidatie in steden in noordelijk Israël, waar velen van hen leven, waardoor grote aantallen overwegen om naar het Westen te emigreren.
De christenen maken zowat 2 procent uit van de bevolking van Israël, waarvan de meesten christelijke Arabieren zijn die in het noorden van Israël wonen, velen van hen in Lager Galilea tussen Nazareth en Haifa.
Echter, hun aantal nam enigszins toe in de jaren 1990, toen christenen afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie het Israëlische burgerschap verkregen als gevolg van mazen in de Wet op Terugkeer, waaronder bijvoorbeeld kleinkinderen van Joodse immigranten afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie die het Israëlische burgerschap werden gegeven als deel van het gezinshereniging programma.
Ongeveer 20 procent van de christenen zijn van Europese oorsprong en ongeveer 40 procent van die Christenen leven in het gebied van Tel Aviv, de overigen in Haifa, Jeruzalem en in het zuiden.
Ongeveer 30 procent van alle Christenen in Israël zijn in de leeftijd van 19 en jonger, gelijkaardig aan de 33,5 procent van de Joodse bevolking in diezelfde leeftijdscategorie. Die statistiek geldt eveneens de Christelijke Arabieren, hoewel zij leven – cultureel en geografisch – in de nabijheid van de moslim Arabieren, 48,7 procent van wie 19 jaar en jonger zijn. Christen families krijgen gemiddeld 2,2 kinderen, beduidend minder dan de 3,5 kinderen van de gemiddelde moslimvrouw en de 3,0 kinderen die Joodse vrouwen krijgen. De christelijke Arabieren huwen ook later dan Joden of moslims, met een verschil tussen 1,5 en 2 jaren, vertellen de statistieken van CBS.
Wanneer het op onderwijs aankomt, bevinden de christelijke Arabieren zich onder de meest succesvole groepen in Israël. In 2011, kwamen 64% van de gediplomeerden van de gemeenschap in aanmerking voor Bagrut inschrijvingscertificaten, over het algemeen een vereiste voor toegang tot de universiteit, terwijl onder Joden een cijfer van 59 procent wordt genoemd en slechts 48 procent voor de moslims. De statistieken van CBS tonen ook aan dat de christelijke Arabieren vrij hoge inkomens genieten en waren over het algemeen welvarender dan hun moslimburen.
Maar er bestaat bezorgdheid dat de christen gemeenschap afneemt omwille van intimidatie van hun moslimburen. In 2009, op de vooravond van het bezoek van Paus Benedictus XVI aan Israël, zei een Israëlisch onderzoeksteam dat het aantal Christenen die in Jeruzalem leven tot 14.000 was gekrompen, veel lager dan de 31.000 aan het einde van het Britse Mandaat, slechts 2 percent van de bevolking van de stad, en veel minder dan de 20 procent die in 1946 bestond. Als dusdanig, volgt Jeruzalem een patroon dat in andere steden zich eveneens voordoet. De eens zo grote christen gemeenschappen zien hun aantallen afnemen, omwille van het feit dat christen Arabieren emigreren of verhuizen en door moslims worden vervangen.
In 1946 waren er 97.000 Joden, 31.000 Moslims en 30.000 Christenen in de stad Jeruzalem. Het aantal Christenen in de stad daalde drastisch tussen 1948 en 1967 en is dan sindsdien stabiel gebleven. Intussen groeide de moslimbevolking exponentieel aan tijdens die tijd en bestaat thans uit ongeveer 230.000 mensen.
Vele Christenen klagen erover het doelwit van agressie te zijn van moslims, van wie wordt aangenomen dat zij hen uit de steden trachten te verdrijven die traditioneel grote christen populaties kenden, of die trachten hen te bekeren tot de Islam.
In 1999, bijvoorbeeld, schopten radicale moslims herrie in Nazareth in een poging hen de gronden te ontnemen van een belangrijk christelijk heiligdom om er een moskee te bouwen. De christenen in Bethlehem hebben ook te lijden onder de vervolging van moslims en worden aangemoedigd om weg te gaan.
In 1946 was 80 procent van de bevolking van Bethlehem nog christen en in Nazareth ruim 60 procent. Hun aantallen zijn thans gekrompen tot respectievelijk 20 procent en 30 procent, met een percentage dat elk jaar nog steeds wat afneemt.