Meisje zegt een gedicht op in een jeugdprogramma. Televisie van de Palestijnse Autoriteit, 8 september 2012.
Meisje:
“Zij zeggen dat ik een terrorist ben, maar ik ben geen terrorist.
Wat kan ik doen, moeder, zij namen mijn boek weg.
Zij bonden mij vast, blinddoekten mij en gooiden mij in een kelder.
Zij gooiden mij in een donkere kamer en hielden mij in de gaten.
Zij lieten mij jou niet zien, moeder, en lieten mijn vrienden mij niet zien.
Ik verlangde naar school en ik verlangde ernaar om mijn spelletjes te hebben.
Ik zweer bij de tranen van een kind:
door het bloed van de jeugd
zal Jeruzalem terugkeren naar ons.
We zullen elke centimeter bevrijden uit de wurggreep van de buitenlander.”
Presentatrice:
“Bravo, bravo, applaus.”
Nawoord: op de Palestijnse staatstelevisie is volop een haatcampage tegen Joden aan de gang. Kinderen worden ingeprent dat geweld het streven is. Het vreedzaam samenleven tussen Arabieren en Joden wordt zo onmogelijk gemaakt. En dit terwijl een basisverplichting voor de Palestijnen in de Oslo-akkoorden was de normalisering van betrekkingen en vredeseducatie. De formule was immers ‘land voor vrede’. Israel gaf land en zou daarvoor vrede terugkrijgen. Het krijgt in werkelijkheid pure haat terug.
En omdat Joden geen ambassadeurs vermoorden vanwege ophitsing, wordt het door de wereld makkelijk genegeerd.