Palestijnse staatstelevisie op de Westbank (onder controle van Fatah), 31 mei 2012.
Als vredesgebaar droeg Israel afgelopen donderdag 91 lijken van omgekomen Palestijnse terroristen over aan de Palestijnse Autoriteit. De bedoeling was om de Palestijnen te bewegen om de vredesonderhandelingen te heropenen. Alle media in Nederland hebben daarover bericht. Maar wat er niet bij werd verteld was het officiele heldenonthaal en eerbetoon dat deze moordenaars ten deel viel.
De uitdrukking ‘stank voor dank’ schiet hiervoor zwaar tekort.
Deze 91 terroristen hebben massaal willekeurige Israelische burgers gedood, een paar voorbeelden:
- Hiba Daraghmeh – zelfmoordaanslag op een winkelcentrum in Afula (gedood 3, 19 mei 2003)
- Ramez Abu Salim – zelfmoordaanslag op een cafe in Jeruzalem (7 vermoord, 9 september 2003)
- Nasim Jaabari – dubbele zelfmoordaanslag op twee bussen in Beersheba (16 doden, 31 augustus 2004)
- Abdallah Badran – zelfmoordaanslag op een nachtclub in Tel Aviv (5 doden, 25 februari 2005)
- Muawiyah Jarar’eh – dubbele zelfmoordaanslag op twee bussen in Jeruzalem (16 doden, 30 juli 2007)
Maar zelfs dit vredesgebaar om hun lichamen aan de families over te dragen, werd dus ook gebruikt om geweld tegen Israelische burgers te verheerlijken en aan te moedigen.
Hierboven ziet u de hoogste ambtenaar – secretaris-generaal Tayeb Abd Al-Rahim – van president Abbas aan het woord op de Palestijnse staatstelevisie:
“Onze martelaren zijn nu weer bij ons, nadat ze al in onze harten, onze gedachten en onze aderen waren. Wij hebben ze geen moment vergeten, wij zullen ze nooit vergeten en wij zullen altijd trouw blijven aan hun doel …. Oh, broeders, uw zielen zweven nu boven ons en zeggen ons: ‘Volg ons pad, houd vast aan onze verplichting die ons is opgelegd. Wij zijn er zeker van dat u deze verplichting en dit pad zal volgen. ” Moge Allah genade met jullie hebben. Wij vragen Allah om u op te nemen in de allerhoogste hemel, samen met de profeten, de rechtvaardigen en de martelaren.”
Op dezelfde dag liet ook de hoogste islamtische geestelijke op de Westbank Muhammad Hussein – die is benoemd door president Abbas – zich in soortgelijke bewoordingen uit op de Palestijnse staatstelevisie:
“Vandaag krijgen we deze elite van onze martelaren terug. Ons volk verwelkomt onder leiding van de Palestijnse leiders deze martelaren met de grootst mogelijke eer …. Als we deze martelaren begeleiden naar de hemel, moeten we blij zijn: door de gunst van Allah hebben wij nog steeds zulke bijzondere martelaren onder ons. We hebben nog steeds een fantastisch leiderschap, en we hebben nog steeds een volk, dat nooit vergeefs om een offer is gevraagd, dat zich zal blijven opofferen voor dit gezegende land: voor ons land, voor Jeruzalem, voor de heilige plaatsen, voor elke centimeter grond van ons geliefde Palestina. Geëerde broeders, dit is een grote gebeurtenis: de zielen van de edele Martelaren omhullen ons, en hun zielen roepen ons op om hen te volgen op hun pad.”
Het vredesgebaar van Israel wordt dus beantwoord met oproepen tot nieuw geweld en terreuraanslagen.
Voor de volledigheid: vanzelfsprekend is het oproepen tot geweld en terreur strijdig met de gesloten vredesakkoorden waarin de Palestijnen zijn overeengekomen om hun geschillen met Israël vreedzaam op te lossen, en met de daarin door de Palestijnen beloofde ‘vredeseducatie’.
Voor werkelijke vrede is een menselijke bejegening van elkaar noodzakelijk. Zolang de Palestijnen echter – van het wieg tot het graf – blijven gehersenspoeld hoe fantastisch het is om Israelische burgers bruut te doden, is dat moment nog heel ver weg.