Opinie artikel van Likoed Nederland in het Financieele Dagblad, 4 juni 2012.
De economische prestaties van de meeste Arabische landen zijn ondermaats. Andere opkomende economieën zoals Brazilië, India en Israël doen het veel beter. Er zijn daarvoor objectieve factoren te constateren, zoals lage scholing, geringe arbeidsparticipatie van vrouwen, hoge corruptie en weinig stimulering van particulier initiatief. Achterliggende oorzaken daarvan zijn twee culturele factoren: de clancultuur en de islam.
Clancultuur
De meeste Arabische landen bestaan nog niet lang en zijn vrij willekeurig gecreëerd. Veel belangrijker voor het groepsgevoel en de identiteit is daarom niet de staat, maar het geloof en de clan. De clancultuur is sterk geworteld als gevolg van het eerdere nomadische bestaan. Daarin moest je volledig vertrouwen op de eigen stam. En dus zorgde en zorgt de clan voor jou, en jij zorgt vanzelfsprekend voor andere clanleden. Het zorgt voor een sociaal vangnet.
Het positieve van de clancultuur voor hechte groepen pakt echter verkeerd uit in een modernere economie. Want daardoor krijgt niet de beste persoon een baan, maar een verre neef die werkloos is. En iemand die succesvol is, moet zijn rijkdom delen met de hele clan. Dat werkt fnuikend voor particulier initiatief. En omdat in een clancultuur de staat minder belangrijk is, is er bovendien veel minder aandacht voor goed openbaar bestuur. Corruptie, willekeur en machtsmisbruik zijn vaak het gevolg. Met alle gevolgen voor de economie.
Islam
De gangbare Islam legt de nadruk op de letterlijke waarheid van de Koran. Daardoor ligt het zwaartepunt in het onderwijs op ‘uit het hoofd leren’, niet op het stimuleren van discussie of creativiteit. Dat werkt sterk remmend op vernieuwing, zowel zakelijk, wetenschappelijk als maatschappelijk. Doordat vrouwen bovendien een ondergeschikte rol krijgen toebedeeld, wordt 50% van het arbeidspotentieel slecht benut. Met alle gevolgen voor de economie.
Innerlijk conflict
Arabieren zien zelf ook dat zij economisch achterblijven. Dat geeft een innerlijk conflict. Immers, volgens de islam zijn zij oppermachtig. Dit heeft twee gevolgen. In de eerste plaats zoeken Arabieren vaak de oorzaak voor hun economisch falen in complottheorieën. Oftewel, het zijn de christenen, de Amerikanen en vooral de Joden die de Arabische landen via allemaal duistere organisaties en complotten arm houden: slachtofferdenken.
En ten tweede proberen sommige islamitische Arabieren daarom op een ander gebied te excelleren. Ze willen laten zien hoe sterk hun islamitische geloof is: zelfmoordaanslagen.
Het geweld schrikt investeerders echter af en het slachtofferdenken is dodelijk voor eigen initiatief. Daarmee is de vicieuze cirkel compleet.
‘lente’
Helaas lijkt de Arabische ‘lente’ uit te monden in een nog grotere rol van de islam en een verdere terugdringing van de staat ten gunste van clans. Dat voorspelt weinig goeds voor de economieën in de Arabische wereld.