Simon Aban Deng, een voormalige Soedanese slaaf die als kleine jongen door een buurman naar het islamitische Noord Soedan was meegenomen, hield deze bezielde toespraak op de derde Durban Conferentie in New York op 22 september 2011.
Christenen voor Israel, 14 december 2011.
Ik wil de organisatoren van deze conferentie The Perils of Global Intolerance (De gevaren van wereldwijde intolerantie) bedanken. Het is een grote eer voor mij en een echt voorrecht onder zulke gerenommeerde sprekers van vandaag te verkeren. Ik ben hier gekomen als een vriend van de staat Israël en het Joodse volk. Net als u ben ik hier gekomen om te protesteren tegen deze derde Durban conferentie die gebaseerd is op een serie leugens. De conferentie is georganiseerd door landen die zelf schuldig staan aan de ergste vormen van onderdrukking.
De conferentie zal de slachtoffers van racisme niet helpen. Het zal alleen de Joodse staat isoleren en op de korrel nemen. Het is een instrument van Israëls vijanden. De VN is de weg kwijtgeraakt. De VN zelf is een werktuig geworden dat tegen Israël gericht is. Gedurende meer dan een halve eeuw heeft 82 procent van de spoedzittingen van de Algemene Vergadering van de VN zich bezig gehouden met het veroordelen van één staat: Israël. Hitler zou niet blijer gemaakt kunnen zijn. De Durban conferentie is een wanvertoning. Alle fatsoenlijke mensen weten dit.
Vrienden, ik ben hier vandaag gekomen met een heel ander verhaal. Ik kom u vertellen dat er volken zijn die zelfs meer dan de Israëli’s lijden onder het anti-Israëlisme van de VN. Ik behoor tot een van die volken. Alstublieft, blijf naar me luisteren. Door het buitensporig aandikken van het Palestijnse lijden en de Joden daarvan de schuld geven, heeft de VN de kreten gesmoord van hen die op veel groter schaal lijden.
Meer dan een halve eeuw is de autochtone zwarte bevolking van Soedan, zowel christenen als moslims, het slachtoffer geweest van de meedogenloze racistische Arabische moslim regiems in Khartoum. De VN is uitsluitend gericht op de Palestijnen en negeert ondertussen de etnische zuivering in Soedan. In Zuid Soedan, mijn thuisland, zijn van 1955 tot 2005 ongeveer 4 miljoen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen afgeslacht. Zeven miljoen mensen zijn etnisch gezuiverd (uit hun woonplaatsen verdreven), en zij zijn de grootste vluchtelingen groep geworden sinds de Tweede Wereldoorlog.
Iedereen in de VN is begaan met de zogenaamde Palestijnse vluchtelingen. Er is een speciale agenda aan hen gewijd, en zij worden met bijzondere voorrechten bejegend. Ondertussen wordt mijn volk, waar etnische zuiveringen zijn toegepast, mensen vermoord en tot slaaf gemaakt, pertinent genegeerd. De VN weigerde zelfs het woord ‘slavernij’ te gebruiken om de knechting van tienduizenden van mijn volk te beschrijven. Waarom? Omdat slavernij een misdaad tegen de mensheid is. De VN weigert de wereld de waarheid te vertellen over de echte oorzaken van de conflicten in Soedan. Wie weet wat er werkelijk gebeurt in Darfur? Het is geen ‘stammentwist’!
Het is een conflict dat wortelt in het Arabische kolonialisme dat zo welbekend is in Noord-Afrika. In Darfur, een gebied in West Soedan, is iedereen moslim. Iedereen is moslim omdat de Arabieren het noorden van Afrika binnenvielen en de lokale bevolking bekeerden tot de islam. In de ogen van de islamitische fundamentalisten in Khartoum zijn er niet genoeg moslims in Darfur. De mensen in Darfur willen niet gearabiseerd worden. Zij houden van hun eigen Afrikaanse talen, kleding en gewoonten. Het Arabische antwoord is genocide! Maar niemand in de VN vertelt deze waarheid over Darfur.
In het Nuba Gebergte, een ander gebied van Soedan, vindt op het moment dat ik hier spreek, genocide plaats. Het islamitische regiem in Khartoum heeft het gemunt op de zwarte Afrikanen – moslims en christenen. Niemand in de VN heeft de waarheid over het Nuba Gebergte verteld. Hoort u de VN het Arabisch racisme tegen zwarte mensen veroordelen? Wat je aantreft op de pagina’s van The New York Times, of in de rapporten van VN-veroordelingen zijn ‘Israëlische misdaden’ en ‘Palestijns lijden’. Mijn volk is van de voorpagina’s afgevoerd vanwege de overdreven aandacht voor Palestijns lijden. Wat Israël doet, wordt afgeschilderd als een ‘westerse zonde’. Maar de waarheid is dat de echte zonde begaan wordt als het Westen ons in de steek laat: ons, slachtoffers van Arabische/islamitische apartheid.
Slaven als bezit inpikken, was eeuwenlang de praktijk in Soedan. Als ‘oorlogswerktuig’ werd het nieuw leven in geblazen in de vroege negentiger jaren van de vorige eeuw. Khartoum verklaarde mijn volk de jihad, en legitimeerde daarbij het buitmaken van mensen voor slavenarbeid. Arabische militante groepen werden gestuurd om dorpen in het Zuiden te vernietigen en zij werden aangemoedigd Afrikaanse vrouwen en kinderen als slaven mee te nemen. Wij denken dat wel 200.000 mensen gekidnapt werden, en naar het Noorden vervoerd werden om als slaaf verkocht te worden.
Ik ben een levend bewijs van deze misdaad tegen de mensheid. Ik houd er niet van over mijn ervaringen als een slaaf te spreken, maar ik doe het omdat het voor de wereld belangrijk is te weten dat slavernij tot op vandaag nog steeds bestaat. Ik was nog maar 9 jaren oud toen een Arabische buurman mij meelokte in een boot. De boot kwam uiteindelijk aan in Noord-Soedan waar hij mij als een geschenk aanbood aan zijn familie. Drieeneenhalf jaar was ik hun slaaf. Daarbij maakte ik dingen mee die geen enkel kind zou mogen meemaken: hardvochtige afranselingen en vernederingen; 24 uur werken; bij dieren op de grond slapen; me voeden met de etensresten van de familie. Gedurende deze drie jaren kon ik niet het woord ‘nee’ zeggen. Alles wat ik kon zeggen was ‘ja’, ‘ja’, ‘ja’.
De VN wist van de knechting van de Zuid-Soedanezen door de Arabieren. Hun eigen stafmensen rapporteerden het. Het kostte UNICEF – onder druk van de Joodse leiding van de Amerikaanse Anti-Slavernij-Groep – 16 jaar om toe te geven wat er gebeurde! Ik wil openlijk mijn vriend dr. Charles Jacobs danken voor het leiding geven aan het gevecht tegen de slavernij
Maar de Soedanese regering en de Arabische Liga zetten UNICEF onder druk, en UNICEF krabbelde terug, en begon kritiek uit te oefenen op hen die werkten voor de bevrijding van Soedanese slaven. Dr. Caspar Biro, de moedige speciale VN-rapporteur voor mensenrechten in Soedan, die berichtte over slavernij, stapte in 1998 op uit protest tegen de handelwijze van de VN. Vandaag worden tien duizenden zwarte Soedanezen in slavernij gehouden en de VN zwijgt. Vrienden, vandaag werken nog tienduizenden zwarte Zuid-Soedanezen als slaven voor hun meesters in het Noorden, en de VN zwijgt. Er over spreken zou de Organisatie van Islamitische Coöperatie en de Arabische Liga beledigen.
Als een voormalige slaaf en slachtoffer van de ergste soort van racisme, sta mij toe uit te leggen waarom ik denk dat het absoluut absurd en immoreel is Israël een racistische staat te noemen. Ik ben vijf keer in Israël geweest om de Soedanese vluchtelingen op te zoeken. Laat me u vertellen hoe zij uiteindelijk daar kwamen. Zij zijn Soedanezen die op de vlucht waren vanwege het Arabische racisme en in Egypte hun toevlucht hoopten te vinden. Zij hadden het goed mis.
Toen de Egyptische veiligheidstroepen 26 zwarte vluchtelingen in Caïro die protesteerden tegen het Egyptische racisme, afslachtten, begrepen de Soedanezen dat het Arabische racisme in Khartoum en Caïro hetzelfde is. Zij hadden een schuilplaats nodig en zij vonden die in Israël. Terwijl zij de kogels van de Egyptische grenspolitie ontweken en hele lange afstanden liepen, was hun enige hoop de Israëlische kant van de grens te bereiken: daar zouden zij als vluchtelingen veilig zijn.
Zwarte moslims uit Darfur verkozen Israël boven alle andere Arabische moslimstaten uit het gebied. Weet u wat dit betekent? En dan zeggen de Arabieren dat Israël racistisch is … In Israël werden zwarte Soedanezen, christenen en moslims, verwelkomd en behandeld als mensen. Ga maar kijken en vraag het hun, zoals ik heb gedaan. Zij vertelden mij dat vergeleken bij de situatie in Egypte, Israël ‘de hemel’ is. Is Israël een racistische staat? Voor mijn volk, dat weet wat racisme is, is het antwoord: absoluut niet. Israël is een staat met mensen die alle kleuren van de regenboog vertegenwoordigen. Er zijn zelfs zwarte Joden. Ik ontmoette Ethiopische Joden in Israël. Hele mooie zwarte Joden.
Dus ik kwam vandaag hier om u te vertellen dat de mensen die het meeste te lijden hebben van de anti-Israël politiek van de VN niet de Israëli’s zijn, maar al die mensen die de VN negeert om maar hun grote leugen tegen Israël naar voren te brengen: wij zijn het, de slachtoffers van Arabisch moslimgeweld: vrouwen, etnische minderheden, religieuze minderheden, homoseksuelen en anderen in de Arabische moslimwereld. Deze mensen zijn de grootste slachtoffers van de Israëlhaat van de VN.
Israël is een staat met mensen die alle kleuren van de regenboog vertegenwoordigen. Tot dus ver zijn de Israëli’s alleen maar verwenst door de VN. Maar kijk naar de situatie van de Kopten in Egypte, de christenen in Irak, en Nigeria, en Iran, de Hindoes, de Bahai aanhangers en de Sikhs. Die lijden allemaal onder islamitische onderdrukking. Wij, een regenboogcoalitie van slachtoffers en doelwit van jihad, lijden allemaal. Wij worden genegeerd, wij worden aan ons lot overgelaten. Zodat de grote leugen tegen de Joden ruim baan kan krijgen.
Voordat ik afrond, laat me u een verhaal vertellen dat een speciale band laat zien die de mensen van Zuid-Soedan voelen met Israël. In 2005 bezocht ik een vluchtelingenkamp in Zuid-Soedan. Ik ontmoette een 12-jarig meisje dat me haar droom vertelde. In de droom wilde zij naar school om een dokter te worden. En daarna wilde zij naar Israël. Ik was geschokt. Hoe kan dit vluchtelingenmeisje dat het grootste deel van haar leven in het Noorden woonde iets over Israël weten? Toen ik haar vroeg waarom zij naar Israël wilde, zei ze: “Dat is ons volk.” Ik zelf was nooit in staat geweest een antwoord op mijn vraag te vinden.
Op 9 juli 2011 werd Zuid-Soedan een onafhankelijke staat. Wij verkregen vrijheid, ondanks de tegenstand van de Arabische wereld en ondanks de VN waarvan de secretaris generaal Ban Ki Moon lobbyde voor de eenheid van Soedan. Voor Zuid-Soedan zou dat aanhoudende onderdrukking betekenen, geweldpleging, demonisering, islamisering, Arabisering en in slavernij houden.
Op een zelfde manier gaan de Arabieren door met het loochenen van het recht op soevereiniteit van de Joden in hun thuisland. De derde Durban conferentie blijft erop hameren dat Israël geen recht van bestaan heeft.
Als een vriend van Israël salueer ik voor de president van de Republiek van Zuid-Soedan, Salva Kir, die de moed had openlijk aan te kondigen dat de ambassade in Israël niet in Tel Aviv gebouwd zal worden, maar in Jeruzalem, de eeuwige hoofdstad van het Joodse volk. Ik wil u ook ervan verzekeren dat mijn eigen nieuwe natie, en haar hele bevolking, racistische forums als de derde Durban conferentie, zal tegenwerken. Wij zullen het tegenstaan door eenvoudig de waarheid te vertellen.