Onderstaand staan twee artikelen over christenen in de Palestijnse gebieden en in Israel. Het verschil in behandeling is overduidelijk. 24 december 2011.
Palestijnse Autoriteit verdrijft christenen
Door Manfred Gerstenfeld (Vertaling: Evelien van Dis), Christenen voor Israël, 22 december 2011.
“Zij vluchten naar bijna elk land dat hun een verblijfsvergunning wil geven.” – Justus Reid Weiner, internationaal mensenrechtenjurist.
“De betwiste gebieden van de Judea en Samaria en de Gazastrook staan onder administratief bestuur van de Palestijnse Autoriteit (PA), en gedurende de laatste jaren gedeeltelijk onder dat van Hamas. Onder deze regimes zijn Arabische christenen regelmatig ten prooi gevallen aan schendingen van de mensenrechten, waaronder intimidatie, geslagen worden, landberoving, brandstichting van kerkgebouwen en andere christelijke instituten, weigering tot arbeid, economische boycot, marteling, kidnapping, gedwongen huwelijk, seksuele pesterij en afpersing.
Moslims die tot het christendom zijn overgegaan, lopen het grootste gevaar. Zij zijn vaak zonder verdediging overgeleverd aan de wreedheid van moslimfundamentalisten. De ambtenaren van de PA en Hamas zijn direct verantwoordelijk voor de vele schendingen van de mensenrechten. Christen Arabieren zijn ook vaak slachtoffer van de semianarchie die kenmerkend is voor het beleid van de PA.”
Justus Reid Weiner is een internationaal jurist voor de Rechten van de mens en lid van de Israëlische en New York advocatenbonden. Zijn deskundige publicaties zijn verschenen in toonaangevende juridische bladen en intellectuele tijdschriften. Weiner geeft overal lezingen, buiten en in Israël, en hij doceert cursussen internationaal recht en handel aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem.
Volgens Weiner stammen de misdaden begaan tegen de Arabische christenen uit een manier van denken die teruggaat op de begintijd van de islam.
“In de islam was aan Christenen en Joden een mindere sociale status toebedeeld, bekend onder ‘dhimmitude’. Tot op de dag van vandaag zijn de houdingen van moslims tegenover christenen en Joden beïnvloed door de denkbeelden en vooroordelen die dhimmitude in de islamitische samenleving heeft voortgebracht. De wijdverbreide vervolging van christenen in verschillende door de islam gedomineerde landen, geeft daar veelvuldig bewijzen van. [1]
Israël is de enige uitzondering in het Midden-Oosten waar de christelijke bevolking sinds 1948 gegroeid is. Het is een groei van meer dan 400 procent. Niet-Arabische christenen, zoals de Russische christenen die naar Israël immigreerden als huwelijkspartners van Joden, zijn daarbij inbegrepen. “Als dhimmies die wonen in de door de PA gecontroleerde gebieden, zijn deze christenen onderworpen aan afmattende wettelijke, politieke, culturele en religieuze beperkingen. Moslimgroepen zoals Hamas en Islamic Jihad hebben een cultuur van haat opgebouwd op de eeuwenoude fundamenten van de islamitische samenleving. Bovendien heeft de PA de islamitische wetgeving opgenomen in zijn grondwetsontwerp.
In zo’n omgeving kwamen de christen-Arabieren herhaaldelijk erachter dat zij voorwerpen van vooroordeel en haatmisdaad zijn. Tienduizenden Palestijnse christenen hebben hun geboortegrond verlaten en zijn geëmigreerd. Zij vluchten naar bijna elk land dat hun een verblijfsvergunning wil geven. De demografische samenstelling in de gebieden onder de PA is drastisch veranderd. In 1950 vormde de christelijke bevolkingsgroep in Bethlehem nog een meerderheid van 80 procent. Vandaag schommelt de bevolkingsgroep van christen Arabieren in Bethlehem rond de 15 procent van de hele plaatselijke bevolking. Noch de christelijke Palestijnse leiders, noch de PA willen precieze statistische gegevens bekendmaken. Dat zou namelijk betekenen dat de omvang van de emigratie openlijk bekend zou worden, en dat zij zich moeten verantwoorden over de oorzaken van deze teruggang van het aantal christenen.”
Weiner brengt naar voren dat Yasser Arafat er op gebrand was beleid in te voeren dat tot deze demografische verschuiving leidde.
“Nadat de PA de controle over Bethlehem in handen kreeg, werden de gemeentelijke grenzen van Bethlehem heringedeeld. Arafat tartte ook de traditie door een moslimbestuurder over de stad aan te stellen. Het gemeentebestuur van Bethlehem, dat volgens Palestijnse wet een christelijke meerderheid dient te hebben, is door moslims overgenomen. Acht van de vijftien zetels van het bestuur worden nog door christenen ingenomen, maar Hamas oefent via een paar christelijke bondgenoten controle uit over het gemeentebestuur. Arafat zette de kroon op zijn inspanningen toen hij het Grieks Orthodoxe klooster dat naast de Geboortekerk staat, omzette in zijn officiële residentie te Bethlehem. [2]
Zeventig procent van de christen-Arabieren oorspronkelijk afkomstig uit de gebieden onder PA, woont nu in het buitenland. “De problemen voor christenen in Bethlehem zijn kenmerkend voor het hele Midden-Oosten. Evenals in de Palestijnse samenleving, hebben christen-Arabieren geen stem en bescherming. Het is geen wonder dat zij weggegaan zijn. Vanwege emigratie – waarvan een deel tot twee of drie generaties teruggaat – woont zeventig procent van de christen-Arabieren die afkomstig is uit de Judea en Samaria en Gaza, nu in het buitenland. Tienduizenden wonen in Sydney, Berlijn, Santiago, Detroit en Toronto. De emigratie van christen-Arabieren is de laatste tien jaren toegenomen en het eind ervan is niet in zicht. Momenteel wordt het aantal christenen dat in Gaza woont, geschat op slechts ongeveer 1500 tot 3000. Te midden van 1.2 miljoen moslims.” [3]
In Jeruzalem-Oost, Judea en Samaria en in Gaza zijn bij elkaar waarschijnlijk minder dan 50.000 christenen overgebleven.” Weiner concludeert: “De mensenrechtenmisdaden begaan tegen de christen-Arabieren in de betwiste gebieden, worden door moslims gepleegd. Toch beschuldigen veel Palestijnse leiders eerder Israël van deze misdaden dan dat zij de feitelijke daders aanklagen. Deze patriarchen en aartsbisschoppen van christelijke-Arabische denominaties vertroebelen de waarheid en brengen hun eigen mensen in gevaar. Dit gebeurt vaak ter wille van persoonlijk voordeel of is te wijten aan intimidatie. Dit motief is aanvaard door een verscheidenheid aan christelijke leiders in het Westen. Anderen die zich bewust zijn van de schendingen van de mensenrechten, kiezen ervoor hun mond erover dicht te houden.”
[1] Paul Marshall and Lela Gilbert, Their Blood Cries Out (Nashville, TN: Thomas Nelson, 2007); Nina Shea, In the Lion’s Den: A Shocking Account of Persecuted and Martyrdom of Christians Today and How We Should Respond (Nashville, TN: Broadman & Holman, 2007).
[2] Aaron Klein, “Media’s Two-Faced Christmas Coverage: Muslims Driving Christians out of Bethlehem, but Media Outlets Choose to Blame Israël,” Ynetnews, 24 December 2007, www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3486144,00.html.
[3] Julie Stahl, “Gaza Bible Society Surprised by Bomb Attack,” Cybercast News service, 16 April 2007
Meer christenen in Israël dan ooit tevoren
Katholiek Nieuwsblad (KN), 23 december 2011.
Er vindt in Israël de grootste instroom van christenen plaats sinds de Kruistochten.
Dat staat haaks op de stroom van berichten dat Israël vanuit christelijke oogpunt een “spiritueel Disneyland” dreigt te worden, zonder lokale christenen om te getuigen op de plaats waar hun geloof werd gesticht. Dit meldt KN-correspondent Martin Janssen in de Kersteditie van KN vanuit het Midden-Oosten.
“Er voltrekt zich in Israël een metamorfose van het kerkelijk landschap die nieuwe realiteiten heeft geschapen, maar ook enorme uitdagingen voor de plaatselijke Kerken”, aldus Janssen. De nieuwe christenen die zich in Israël vestigen zijn gastarbeiders (vooral Filippino’s), gelegaliseerde en illegale asielzoekers (vooral uit Afrika) en ten slotte christelijke immigranten die op grond van een joodse tak in de familie recht hebben op vestiging in Israël (bijvoorbeeld uit Rusland).
David Neuhaus, die binnen het Latijns patriarchaat van Jeruzalem vicaris is voor Hebreeuws sprekende christenen, stelt “dat er momenteel genoeg nieuwe katholieken zijn gearriveerd om in elke Israëlische stad een kathedraal te bouwen”. Daarbij wordt vaak vooral aan de Palestijnse Arabisch sprekende christenen gedacht, wier aantal 110.000 bedraagt. Zij zijn nu al een minderheid binnen de christelijke gemeenschap in Israël.
Deze Arabische christenen worden vaak verscheurd door hun christendom en hun Palestijns zijn, waardoor ze zich gedwongen voelen partij te kiezen tegen Israël. De honderdduizenden nieuw gearriveerde christenen staan hier veel vrijer in. Zij – en zeker hun in Israël geboren kinderen – identificeren zich probleemloos met de ontvangende Hebreeuwse staat. Zij vormen zo een hoopvolle en opkomende politieke factor. Onlangs nog zei premier Netanyahu “trots” te zijn op de Israëlische christenen.
Lees het volledige en geactualiseerde artikel op de site van het Katholiek Nieuwsblad.