Israël heeft – net als elke andere staat – het recht, nee, zelfs de plicht om haar burgers te verdedigen. Israël kan niet willoos toezien hoe zijn burgers worden afgeslacht.
Wij verbazen ons erover hoe wij hier in Nederland wel horen zeggen na een mortierbeschieting dat Israel maar voor niet moet reageren, want er zijn alleen maar gewonden gevallen. Stel dat hier zo iets zou gebeuren en de Nederlandse regering zou zeggen dat ze wel zullen wachten tot er doden vallen met reageren.
Hoewel dat wel vaak gesuggereerd wordt in de berichtgeving onderneemt Israël trouwens nooit gewelddadige acties die niet tegen terroristen of terroristische infrastructuur gericht zijn.
Wanneer de terreur zou stoppen zijn ook de tegenacties meteen afgelopen. Israël heeft geen enkel belang bij geweld. Het zal dus van de Palestijnen moeten komen. Zij hebben deze intifada uitgeroepen en zij houden hem in stand met hun oproepen tot ‘Jihad’ (heilige oorlog).
“Als de Arabieren de wapens neerleggen, is het vrede. Als de Joden de wapens neerleggen, is er geen Israël meer.”
Contra-terreur is toegestaan
Israëlische acties richten zich alleen op terroristen. Volgens het oorlogsrecht mogen (leiders van) gewapende bendes aangevallen worden, ook als zij niet in uniform zijn. De Verenigde Staten hebben bijvoorbeeld ook de hoofdkwartieren van Khadaffi en Osama Bin Laden gebombardeerd.
Israël wordt trouwens hiertoe gedwongen omdat de Palestijnen zich niet aan de Oslo-akkoorden houden, die voorschrijven dat zij terroristen moeten arresteren en uitleveren aan Israël. Dan zouden zij een proces krijgen.
En er is toch een groot verschil tussen het proberen te doden van mensen die op geweld uit zijn (dus zelfverdediging om mensenlevens te redden) en het met voorbedachte rade doden van zoveel mogelijk willekeurige burgers – liefst kinderen.
Geweld niet buitensporig
Er wordt gezegd dat het Israëlische geweld buitensporig zou zijn vanwege het grotere aantal Palestijnse slachtoffers. Echter, het aantal burgerslachtoffers dat door de andere partij gedood is ontloopt elkaar niet zo veel, te weten 1099 Palestijnen en 764 Israëli’s.
De andere slachtoffers zijn bewapenden (1542 Palestijnen en 215 Israëli’s).
Daarnaast worden aan Palestijnse zijde in de statistieken alle (zelfmoord-)terroristen ook meegeteld, dus mensen die voor het geweld gekozen hebben. Zelfs terroristen die door hun eigen te vroeg ontplofte bommen gedood werden. Dan bevatten de statistieken ook nog de slachtoffers die door geweld van eigen zijde gedood zijn, dat zijn er aan Palestijnse zijde erg veel (406 Palestijnen, tegen 22 Israëli’s). Aan Palestijnse zijde bevat dat met name alle mensen die gedood zijn vanwege vermeende samenwerking met Israël (dus die tegen terrorisme en voor vreedzaam samenleven zijn). In 2005 was het aantal slachtoffers aan Palestijnse kant door onderling geweld zelfs al groter dan dat door Israëlisch geweld.
Het verschil blijkt duidelijk uit het soort slachtoffers: bij de Palestijnen vooral mannen (slechts 140 vrouwen, dat is 4%, bij de Israëli’s ruim het dubbele aantal vrouwen, 306 oftewel 30%). Voor ouderen boven 45 zijn de cijfers: 255 Israëli’s tegen 89 Palestijnen. (Alle cijfers per 1 januari 2005.)
Overigens doet Israël zijn uiterste best om met nieuwe methodes en procedures bij gerichte acties tegen terroristen het aantal burgerslachtoffers te beperken. Vielen bij zulke acties in 2003 nog evenveel burgerslachtoffers als er terroristen gedood werden, in 2006 was dit nog maar 1 op 10 en in 2007 zelfs minder dan 1 op 30.
Over de slachtoffers heerst trouwens een vertekend beeld, omdat elke Israëlische tegenactie het nieuws haalt, terwijl van de minimaal honderd Arabische aanslagen per week er meestal slechts enkele door de Europese media gemeld worden. In november 2002 werd het trieste record van 15.000 gewapende aanslagen
behaald sinds de start van de Intifada in september 2000. Gewapende aanslagen, dus dit betrof beschietingen, handgranaten, bomaanslagen, mortierbeschietingen, anti-tank granaten, handgranaten en steekpartijen. Dit komt neer op een gemiddelde van elk uur een aanslag.
De Nederlandse media berichten altijd wel over de zelfmoordaanslagen, echter die hebben minder dan de helft van de Israëlische slachtoffers gemaakt. Er zijn ook honderden Israëli’s door schietpartijen vermoord en tientallen gelyncht.
Israël is zorgvuldig
Palestijnen proberen een andere indruk te wekken, door elk incident waarbij burgers zijn betrokken zo veel mogelijk op te blazen om propaganda redenen. Aangezien Israël alleen de waarheid wil vertellen wordt elk incident eerst grondig onderzocht op de ware toedracht.
Daardoor is Israël altijd later in de berichtgeving. Vaak hebben de internationale media de Palestijnse leugens dan al verspreid.
Achteraf blijken dan de slachtoffers toch geen burgers te zijn geweest, zijn ze niet door Israëlisch geweld omgekomen of is het aantal veel lager dan de Palestijnen beweerden.
Het bekendste voorbeeld is de zogenaamde massamoord op minstens 500 burgers in Jenin, dat alle Palestijnse leiders op alle zenders bij hoog en bij laag beweerden. (Er bleken uiteindelijk 7 burgerslachtoffers gevallen te zijn.) Zie hieronder meer daarover.
Maar er zijn voorbeelden te over: het Palestijnse jongetje dat schuilend achter zijn vader is neergeschoten (blijkt Palestijns vuur geweest te zijn), een groep burgers die zogenaamd vreedzaam voor de moskee stonden (was een vuurgevecht met bewapende terroristen) enz. enz.
Een aantal voorbeelden van weerlegde onzinnige Palestijnse propaganda die de Nederlandse media haalden (meestal gebeurd dat helaas niet):
* Doodgestoken jongen waarschijnlijk slachtoffer familievete.
* Grootste aantal pelgrims naar Bethlehem in jaren,
* Slechte gezondheid Arafat is gerucht Israël.
Bovendien is er een vertekening die optreedt doordat een democratie het moet opnemen tegen een dictatuur. In een democratie wordt elk incident grondig onderzocht of er toch geen fouten zijn gemaakt, wordt alles gedebatteerd en is er kritiek op het eigen functioneren. Dit debat wordt weergegeven in de internationale media.
Palestijnse kritische geluiden daarentegen worden onderdrukt door censuur en het Palestijnse schrikbewind (circa 10% van de volwassen mannelijke bevolking werkt bij de politie of de geheime dienst, een ongehoord percentage).
Geweld is helaas noodzakelijk
Het gaat om helaas noodzakelijke zelfverdediging; op de dag dat de Palestijnen stoppen met aanslagen, stoppen ook de Israëlische tegenacties. De verantwoordelijkheid ligt bij de Palestijnse regimes, die het geweld nodig hebben om hun eigen dictatoriale regime in stand te houden.
Tien jaar na ondertekening van de Oslo-akkoorden hebben die regimes ondanks eindeloze beloftes nog niets gedaan aan de bestrijding van het terrorisme, zijn bijdrage daarin aan de vrede. Integendeel, 80% van de aanslagen wordt momenteel door eigen organisaties uitgevoerd.
En er is een groot moreel verschil: als Israël per ongeluk onschuldige burgers dood biedt zij haar excuses aan en onderzoekt hoe dat heeft kunnen gebeuren.
Andersom is het juist het doel om onschuldige burgers te treffen (liefst kinderen), jubelen de Palestijnse media daarover en dansen de mensen in de straten.
- de Israëlische regering voedt haar bewoners niet op met haat. De Palestijnen wel.
- Israël heeft niet de intentie om opzettelijk op burgers te schieten. De Palestijnen wel.
- Israël is er niet trots op als het toch burgers dood. De Palestijnen wel.
- Israël viert geen feest als er doden vallen. De Palestijnen wel.
- Israël vereert de daders niet. De Palestijnen wel.
Als bijvoorbeeld Tsjetsjenen dergelijke afschuwelijke aanslagen tegen willekeurige burgers in theaters, bussen, restaurants enz. zouden plegen – bij voorkeur met kinderen – zouden Nederlanders ook voor harde tegenacties pleiten.
Contra terreur blijft nodig
De Arabische terreur tegen de Joden in Israël bestaat al honderd jaar en is dus zeker niet gemakkelijk uit te roeien.
Bestrijding van terreur geeft nooit snelle resultaten. Maar Israël is bezig om consequent de leiders uit te schakelen. Achter elke aanslag zit een hele organisatie. Er moeten mensen geworven worden, geïnstrueerd, doelwitten uitgezocht, wapens en explosieven verkregen, dader(s) over de grens gesmokkeld.
Elke geslaagde actie tegen die organisatoren zal het aantal aanslagen wel verminderen. Dat het werkt blijkt uit de praktijk, ondanks alle Arabische grootspraak over nog omvangrijker wraakacties.
Onschuldige Palestijnse slachtoffers
Die vallen inderdaad helaas, ondanks dat Israël probeert te vermijden.
Echter, dat is een onlosmakelijk gevolg dat de terroristen zich verschuilen tussen de eigen burgerbevolking, een oorlogsmisdaad op zich. Dat deze burgerbevolking daarmee wordt gebruikt als ‘human shield’ (menselijk schild), is een van de ergste oorlogsmisdaden.
Wij citeren uit het oorlogsrecht:
“Het daadwerkelijke gevecht mag uitsluitend tussen combattanten worden gevoerd.
Gevechtshandelingen mogen alleen tegen combattanten en militaire doelen worden gericht.
Burgers dienen zich van gevechtshandelingen te onthouden. Alleen dan hebben zij recht op de beschermde positie die het oorlogsrecht hen toekent. …. Combattanten moeten zich onderscheiden door hun uniform of door een vast en zichtbaar onderscheidingsteken.
In ieder geval moeten combattanten zich onderscheiden door hun wapens openlijk te dragen gedurende ieder militair treffen en gedurende de tijd dat zij zichtbaar zijn voor de tegenpartij bij het betrekken van militaire posities voorafgaande aan het inzetten van een aanval.
Burgers die niet als combattanten kunnen worden beschouwd en toch gevechtshandelingen
verrichten, plegen een oorlogsmisdrijf.”Uit het: Handboek Militair van de Koninklijke Landmacht, Hoofdstuk 7, blok V, Humanitair Oorlogsrecht.
De Israëlische slachtoffers daarentegen zijn over het algemeen gewone burgers, in een discotheek, pizzeria of in hun auto, die moedwillig gedood worden. Zoals uit het bovenstaande blijkt is het opzettelijk doden van burgers eveneens een oorlogsmisdaad.
Mensenrechten
Mensenrechtenschendingen komen incidenteel voor, het is moeilijk om in een ‘smerige’ oorlog compleet schone handen te houden. De terroristen hebben tenslotte geen enkel respect voor menselijk leven. Israël is een democratie die incidenten wel nagaat en probeert te voorkomen.
Schuldigen worden ook gestraft, zoals soldaten die gestolen hebben uit verlaten huizen.
Israel doet het zeker beter dan de Amerikanen in Afghanistan of de Russen in Tsjetsjenië.
Wat echter opvalt is dat deze schendingen in het niet vallen bij de systematische mensenrechten-schendingen door de Palestijnen, die bijna geen aandacht krijgen in de Europese media.
Om een aantal van de ernstigste te noemen (zie de rubriek: Arab extremism voor onderbouwing):
- het doelbewust beschieten van burgers met raketten en mortieren;
- het organiseren van militaire trainingskampen voor kinderen vanaf tien jaar en het aanmoedigen van gewelddaden door kinderen, bijvoorbeeld: 10-jarige Palestijn wist niet dat hij bom bij zich had.
- het bewust uit zijn op het vallen van slachtoffers bij Palestijnse kinderen, om Israël daarvan te kunnen beschuldigen, zie: Kleine Mohammed kwam niet om door Israëlische kogels en Palestijnen gebruiken kinderen als schild.
- het aanmoedigen van terreuraanslagen tegen burgers, tot in kinder Tv-programma’s aan toe, zie: Hoe Arafat een hele generatie opvoedde tot moord..
De jeugd wordt geleerd dat het martelaarschap middels het vermoorden van Joden het hoogste doel is.
- het laten schieten van terroristen verborgen tussen de eigen bevolking, die daardoor gebruikt wordt als zogenaamd ‘human shield’, een van de meest veroordeelde praktijken in het oorlogsrecht, zie bijvoorbeeld: Burgerslachtoffers worden opzettelijk gecreëerd.
- het bewust gebruiken van kerken, moskeeën, ziekenhuizen, ambulances e.d. als schuilplaatsen voor terroristen en opslagplaatsen voor wapens (zie bijvoorbeeld: Israël vindt bom in Palestijnse ambulance).
- het bewust vrij laten rondlopen van moordenaars en het zelfs in dienst nemen van sommige bij de politie;
- het betalen van royale uitkeringen aan de nabestaanden van terroristen (daarnaast betaalde Saddam Hoessein aan de familie van een zelfmoordterrorist $ 25.000, de Palestijnse Autoriteit reikte dat uit);
- geen vrijheid van meningsuiting, alle media onder staatscontrole; het aanzetten tot rassenhaat;
- het publiekelijk oproepen tot genocide van de Joden (handvesten van Fatah en Hamas);
- een record aantal veiligheidsdiensten en politie per hoofd van de bevolking, waardoor die geterroriseerd wordt;
- het executeren van vermeende collaborateurs na ‘processen’ van tien minuten en het oogluikend toestaan van executies zonder proces; (deze ‘collaborateurs’ houden zich nota bene wel aan de belangrijkste Palestijnse verplichting uit de Oslo-akkoorden: het bestrijden van terreur.)
- het schenden van heilige plaatsen van andere godsdiensten;
- geen enkele vorm van democratie of inspraak, de alleenheerser beslist alles;
- het vereren van moordenaars als ‘martelaren’, er worden zelfs straten en pleinen naar genoemd.
- het systematisch afpersen van zakenlieden van minstens tien procent van hun omzet;
- het intimideren van mensenrechten-activisten en buitenlandse journalisten;
- het doodmartelen van dissidenten (16 tot op heden volgens Amnesty International);
- het propageren van ‘etnische zuiveringen’, bijvoorbeeld van de Joden in Hebron, de tweede heilige stad van het Jodendom, waar 3000 jaar vrijwel onafgebroken Joden hebben gewoond;
- geen rechtszekerheid, gewapende clans maken op straat de dienst uit;
- onderdrukking van vrouwen en minderheden;
- het achteroverdrukken van circa de helft van de internationale ontwikkelingshulp, bedoeld voor de allerarmsten;
- Het misbruiken van ontwikkelingshulp om terreur te financieren. Zie bijvoorbeeld: Arafat gebruikte hulpgelden voor terreurdaden.
- Klik om meer artikelen te lezen met de trefwoorden: burgerslachtoffers en mensenrechten.