Proclamatie van Napoleon, 20 april 1799.
De Joden vormen een unieke natie, die door verovering en tirannie weliswaar hun voorouderlijke gronden werden ontnomen, echter niet hun naam en nationale aanwezigheid!
Oplettende en onpartijdige waarnemers van de lotgevallen van naties voorvoelen een goede afloop – ook al zijn zij niet begiftigd met de gave van zieners zoals Jesaja en Joël. Zij voorspelden – met lovenswaardig en inspirerend vertrouwen – toen zij de vernietiging van hun koninkrijk en vaderland zagen naderen:
“… deze mensen, de vrijgekochten van de Here, zullen over die weg naar Zion huiswaarts gaan, liederen van eeuwige vreugde zingend. Voor hen zijn alle zorgen en verdriet voor altijd verleden tijd; alleen vreugde en blijdschap zullen daar heersen.”
Sta dan met vreugde op, bannelingen! Die oorlog zonder weerga in de annalen van de geschiedenis – gevoerd uit zelfverdediging door een volk waarvan het historisch erfgoed door haar vijanden werd geplunderd en waarvan de buit willekeurig verdeeld werd, door een enkele pennenstreek van regeringen, waarover men zich in de hele wereld moet schamen – die zal gewroken worden. Deze oude schande rust bijna tweeduizend jaar lang op u, bijna vergeten door uw juk van slavernij. Maar, terwijl de tijd en de omstandigheden het minst gunstig lijken om uw aanspraken te hernieuwen, om ze zelfs maar te uiten, aanspraken die u onder dwang zelfs volledig moest opgeven, wordt – in tegenstelling tot alle verwachtingen – Israël‘s erfgoed u nu aangeboeden!
Het onbezoedelde leger waarmee de Voorzienigheid mij tot hier heeft gebracht, geleid door rechtvaardigheid en vergezeld van de overwinning, heeft Jeruzalem tot mijn hoofdkwartier gemaakt. Het zal binnen enkele dagen overgebracht worden naar Damascus, een nabijheid die echter niet langer de stad van David angst zal inboezemen.
Rechtmatige erfgenamen van Palestina!
Deze grote natie die geen handel drijft in mensen en landen – zoals diegenen die uw voorouders als slaven verkochten aan alle volkeren – roept u op. Niet om uw vaderland te veroveren, nee, alleen om terug te krijgen wat van u veroverd werd. Met de garantie en ondersteuning van dat land kunt u dit bezitten, tegen alle nieuwkomers.
Sta op! Toon aan dat de ooit zo overweldigende macht van uw onderdrukkers heeft niet de moed kunnen onderdrukken van de nakomelingen van die helden wier broederlijke alliantie eer bewees aan Sparta en Rome [1 Maccabeën 12:15]. Laat zien dat het tweeduizend jaar gebukt gaan onder slavernij er niet in geslaagd zijn deze te verstikken.
Haast u! Het moment is nu aangebroken – een gelegenheid die zich anders misschien in geen duizenden jaren zich weer zal voordoen – om uw aanspraken te laten gelden onder alle volkeren van het universum. Schaamteloos is u duizenden jaren ontzegd om uw politieke bestaan te claimen als natie tussen de naties en uw natuurlijke recht om onbeperkt God in het openbaar te eren in overeenstemming met uw geloof; Juda zal welvarend zijn tot in de eeuwigheid en Jeruzalem zal een bloeiende stad zijn voor altijd .