Brabosh, 21 oktober 2010.
Bij herhaling schreef journalist Tom Gross The New York Times aan, één van de meest invloedrijke kranten van de wereld, om hierover te berichten en foto’s af te beelden van de supermarkt van Gaza. Eind augustus – pas zes weken na de opening ! – was het dan zover en schreef de krant op bladzijde 7 in kolom A over de supermarkt en plaatste een link naar de blog van Tom Gross met de veelzeggende vraag: “How did they build a mall if no building materials are permitted into Gaza?”
“Gaza is not poor in the way outsiders think”, schreef Nida Wishah in The New York Times, een 22-jarige student in informatietechnologie die op een namiddag de supermarkt bezocht. “You can’t compare our poverty with that of Africa”, voegde hij er nog aan toe.
Tegelijk met The New York Times bracht ook de International Herald Tribune, eigendom van diezelfde Times, op 24 augustus 2010 het hele verhaal uit, samen met de foto die Tom Gross had gebruikt in zijn verslag van 17 juli, foto die de hele wereld rond ging .
Ook Brabosh deed een stevige duit in het zakje en berichtte reeds op 19 juli over de Gaza Mall, lang voordat de Belgische en Nederlandse kranten dat zouden doen. Sindsdien heeft Brabosh bijna 60 artikelen gepubliceerd met bijna 1000 foto’s over dat andere Gaza in de reeks ‘Gaza Unplugged’, tot nog toe het meest aangeklikte onderdeel op deze blog.
Beelden liegen niet!
Sinds de wereld het bestaan heeft ontdekt van exclusieve bars en restaurants, overvolle kramen op markten, olympische zwembaden, paardenmaneges, attractieparken, vakantieverblijven, goudwinkels, universiteiten en andere tekenen van welvaart in Gaza werden onthuld, heeft er tegelijk een opmerkelijke en dramatische vermindering van het aantal nieuwsverslaggevers en commentators die nog durven te spreken over een “humanitaire crisis” in Gaza, laat staan dat er mensen zouden “sterven van de honger”.
Enkel de hardnekkigste leugenaars die achter het repressieve criminele regime van Hamas blijven staan, blijven die leugens systematisch herhalen, maar hun gehoor smelt verder weg als ijs in de zon. Ook in de Nederlandstalige media kan ik persoonlijk vaststellen dat nog maar weinigen durven spreken over een hongercrisis in Gaza. Die bestaat niet en heeft ook nooit bestaan.
Uiteraard zijn met de opvallende en duidelijke zichtbare welvaart in Gaza de politieke problemen niet opgelost, maar dat is een andere kwestie.
De media erkennen dat ze fout zaten over Gaza
Het lijkt erop dat The New York Times en andere media – die jarenlang hun lezers hebben misleid omtrent de werkelijke situatie in Gaza – thans trachten te herschrijven wat ze toen hebben gezegd.
Ook omdat ze niet graag – en zeker niet met terugwerkende kracht – willen laten zien dat ze niet helemaal de waarheid vertelden toen ze kritiekloos uitspraken citeerden zoals die van de voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter, die in 2009 sprak over “de mensen in Gaza, die letterlijk sterven van de honger” [“To me, the most grievous circumstance is the maltreatment of the people in Gaza, who are literally starving and have no hope at this time.”] en in 2008 zei dat de inwoners van Gaza worden “uitgehongerd tot de dood”. [“Palestinians in Gaza were being starved to death and receive fewer calories a day than people in the poorest parts of Africa.”]
Plotseling trachten diezelfde media te suggereren dat ze hun lezers en kijkers nooit hebben willen doen geloven dat de Gazanen massaal honger leden of iets van die aard. Geen wonder, Hamas heeft Jimmy Carter bij herhaling bedankt voor zijn uitspraken. Zo bedankte Hamasleider Ismail Haniyeh op zondag 22 juli 2007 de voormalige president “for his intervention in the Palestinian domestic crisis.”
Op 31 augustus 2010 rapporteerde de Midden-Oosten correspondent van CNN live op de televisie omtrent de situatie in Gaza waarin hij toegaf dat “de Gazaanse winkels altijd al goed gevuld waren, zelfs in de ergste dagen van onrust hier.”
En Time magazine schreef eerder deze maand: “De inwoners van Gaza zullen toegeven dat er geen hongercrisis is in de Gazastrook. Bewoners houden van het strand en de winkelrekken puilen uit van de goederen. Maar als je begint door te vragen over de honger, zeggen ze dat je waarschijnlijk niet begrijpt waarover het in feite gaat [“You’re missing the point!”]
Zou dit hetzelfde tijdschrift Time kunnen zijn dat nog in 2008 schreef: “Alstublieft denk ook aan de hongerende Palestijnen van Gaza. Er zijn er 1,5 miljoen van hen, de meesten van hen leven van hand tot tand.” [“Please spare a thought for the starving Palestinians of Gaza. There are 1.5 million of them, most of them living hand to mouth.”]
In eerdere rapporten schreef New York Times correspondent Ethan Bronner over de “ernstige humanitaire crisis” in Gaza maar nu, in zijn stuk over de Gaza-supermarkt, schrijft hij dat “de armoede in Gaza vaak wordt miskend, met opzet of per ongeluk … De Free Gaza Flotilla beweging gaat niet over materiele hulp maar over Palestijnse vrijheid en verzet.”
Toch heeft The New York Times eerder zeker in 15 andere berichten (in haar berichten en veroordelende editorialen en kolommen zoals die van Roger Cohen bijvoorbeeld) waarin de schepen die naar Gaza trachtten te varen beschreven werden als “hulpschepen” en “hulpkonvooi”.
Dit soort van media vervorming, die al jaren aan de gang is, lost maar weinig op, op zijn zachtst gezegd. Het maakt het voor beleidsmakers veel moeilijker om een goed beleid te formuleren voor de regio ten gunste van de Palestijnen en Israeli’s. Precies zoals het ook niets bijdraagt wanneer zij in hun verslagen niet de waarheid vertellen over bijvoorbeeld het niet-bestaande bloedbad van Jenin (1-11 april 2002), of de dood van Mohammed al-Dura (30 september 2000) en zovele andere aspecten van het Israelisch-Palestijnse conflict.
Ja, in Gaza bestaan er ook arme buurten
Uiteraard, bestaan er in Gaza ook arme buurten. Er zijn er ook heel veel in andere landen.
Maar in het geval van Gaza doen veel journalisten hard hun best om van de economische situatie daar een vertekend beeld af te schilderen, zoveel mogelijk de slechtst mogelijke aspecten etaleren – en hun taalgebruik navenant aanpassen zoals “slechte humanitaire situatie” (Sky News) – om iedereen, van de gemiddelde lezer tot aan politici zoals de Britse premier David Cameron, te misleiden en hen te doen geloven dat de situatie in de Gazastrook lijkt op een soort gevangeniskamp.