Ingezonden brief van Likoed Nederland, Nederlands Dagblad, 25 juni 2010.
Jan van Benthum schrijft in een opinie-artikel in het Nederlands Dagblad:
“… de machthebbers. Die spelen hun onderlinge machtsspelletjes. Dat valt maar op een manier te doorbreken, door hen voor het blok te zetten met een werkelijk programma voor vrede. En de enige partij die dat echt kan, is Israel.”
Israel heeft het laatste jaar al twee belangrijke stappen gedaan om tot een duurzame vrede te komen:
- De versoepeling van de blokkade van Gaza.
- Een vrijwillige tijdelijke stop van de bouw van huizen in Israelische dorpen en steden op de Westbank (met uitzondering van de Joodse wijken van Jeruzalem), met daarmee de oproep aan de Palestijnen om die kans te grijpen voor echte vredesonderhandelingen.
Wat de weg naar vrede nu enorm zou helpen is een speech van de Palestijnse president Abbas, op de Palestijnse televisie, bijvoorbeeld als volgt:
“In 1993 sloten wij de Oslo vredesakkoorden. Wij kregen autonomie. In ruil daarvoor zijn wij ook verplichtingen aangegaan.
De belangrijkste verplichtingen waaraan wij in het kader van deze akkoorden moeten voldoen zijn: het stoppen met terreur, het ontmantelen van terreurorganisaties en het opvoeden van ons volk tot vrede met Israel.
Na 17 jaar is de tijd gekomen om deze drie verplichtingen daadwerkelijk te gaan uitvoeren.
Dus ik vraag aan alle terreurorganisaties om hun wapens in te leveren. Zelfs de ‘Al-Aqsa martelarenbrigades’ vraag ik dat, hoewel ze een onderdeel zijn van mijn eigen Fatah-partij.
Ik vraag de terreurorganisaties om te stoppen met het plegen van aanslagen op Israelische burgers.
Ik zeg er soms wel iets in het Engels over onder druk van de Verenigde Staten. Ik zeg dan dat altijd dat aanslagen ‘de Palestijnse zaak schaden’.
Ik zeg u nu echter in het Arabisch dat ik tot het inzicht gekomen ben dat het vermoorden van Israelische burgers niet goed te praten is, en dat het vrede niet dichterbij brengt.
In het kader van de vredeseducatie wordt uit de schoolboeken geschrapt dat Tel-Aviv en Haifa Palestijnse steden zijn.
De Joden moeten van ons ook niet terug naar Europa en Ethiopie, zoals onze eigen Palestijnse TV-zender vorige maand nog zei. Dat was een vergissing.
En ik heb enorm veel spijt dat ik afgelopen maart een plein in Ramallah heb vernoemd naar een Palestijnse vrouw, Dalal Mughrabi, omdat zij er in was geslaagd om 13 onschuldige Israelische kinderen in een bus te vermoorden.
Ik bied mijn excuses aan aan de ouders van die kinderen. Het was wreed van mij om zo hun wonden – die nooit helemaal zijn geheeld – nog meer open te rijten. Het plein krijgt uiteraard een andere naam.
Ook alle andere pleinen, scholen, voetbaltoernooien enz. die wij zo vaak naar kindermoordenaars vernoemd hebben, zullen een andere naam krijgen.
In het vervolg zullen terroristen gevangen genomen worden en in de gevangenis blijven, zoals overeengekomen in de Oslo-akkoorden.
En de mensen die in de gevangenis zitten omdat zij tegen terreur zijn, die noemen wij voortaan niet meer ‘collaborateurs’.
Die mensen handelen in de geest van de vrede en moeten dus een voorbeeld zijn voor ons allen. Zij worden uiteraard direct vrij gelaten.”
Meneer van Benthum, bovenstaande speech is helaas niet te verwachten. Maar als dit toch eens zou gebeuren, dan zou u verbaasd zijn wat er politiek in Israel mogelijk zou worden.
Dan zouden de Palestijnen en de Israeliers de weg naar een echt duurzame vrede serieus kunnen gaan bewandelen.