22 augustus 2009.
Opmerking van Likoed Nederland: Het artikel laat zien hoe antisemitisme weer gemeengoed aan het worden is. Jammer dat het NRC het belangrijkste er niet bij schrijft, namelijk dat voor de 15 jaar oude beschuldigingen nooit enig bewijs gevonden is.
Een artikel in de Zweedse krant Aftonbladet over Israëlische diefstal van Palestijnse organen heeft tot grote woede in Israël geleid. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zag “duidelijke elementen van Middeleeuwse bloedsprookjes tegen Joden”. Een functionaris sprak van “haatporno, gemaakt in Zweden”, een commentator wees erop dat de Zweedse VN-bemiddelaar die in 1947 door Joodse extremisten in Jeruzalem werd gedood ook al had geprobeerd de Arabieren te bevoordelen.
Het artikel in Aftonbladet maakt melding van Palestijnse beschuldigingen van begin jaren negentig dat Israëlische militairen organen verwijderden bij Palestijnen die in gevangenschap waren overleden. De auteur, Donald Bostrom, legde een verband tussen dat verhaal en een recente affaire in New Jersey waarin onder anderen een Joodse Amerikaan wegens orgaanhandel was opgepakt. Bewijs voor een verband tussen de zaken werd niet gegeven.
De Zweedse ambassadeur, Elizabet Borsiin, veroordeelde het artikel als “even schokkend en ontstellend voor ons Zweden als het voor Israëlische burgers is”.
Dat kwam haar te staan op een uitval van de hoofdredacteur van Aftonbladet, Jan Helin. Helin betichtte haar van “een flagrante aanval op de vrijheid van meningsuiting”. Aftonbladet, dat zich onafhankelijk sociaal-democratisch noemt, telt zo’n 400.000 abonnees.
Israëlische verzoeken om een veroordeling van het artikel werden verworpen door minister van Buitenlandse Zaken Carl Bildt. “Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid zijn sterk verankerd in onze grondwet […] Als ik alle vreemde bijdragen in verschillende media zou gaan aanpassen, zou ik waarschijnlijk niet veel tijd hebben om veel anders te doen.”
Zijn Israëlische collega Avigdor Lieberman vergeleek die reactie met de neutraliteit van Zweden tijdens WO II.